De positie van de krant de Noord-Brabander tijdens de Belgische Opstand en de Tiendaagse Veldtocht (1830-1831)

Het tentenkamp bij Rijen, waar voor de Tiendaagse Veldtocht 13.000 militairen legerden en dat ook daarna nog enkele jaren in gebruik was. (Bron: Brabant-Collectie, Tilburg University)

Het tentenkamp bij Rijen, waar voor de Tiendaagse Veldtocht 13.000 militairen legerden en dat ook daarna nog enkele jaren in gebruik was. (Bron: Brabant-Collectie, Tilburg University)

Alle rechten voorbehouden

Vanaf 1815 vormden de Noordelijke Nederlanden (het huidige Nederland) en de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) één land, onder leiding van koning Willem I (1772-1843). Maar al binnen vijftien jaar stonden de verhoudingen op scherp.

Ongelijkheid

Binnen dit land bestonden grote verschillen tussen de overwegend protestantse, op handel gerichte Noordelijke Nederlanden en de katholieke, industriële Zuidelijke Nederlanden. Al vrij snel ontstond in het Zuiden kritiek op het beleid dat Willem I voerde. Hij wilde te veel invloed krijgen op de organisatie van het onderwijs en van de Katholieke Kerk. Daarnaast betaalden de Zuidelijke Nederlanden procentueel meer belasting dan dat ze van de overheid aan investeringen terugkregen, waardoor er een geldstroom van Zuid naar Noord vloeide. 

In 1830 liep de ontevredenheid van de inwoners van de Zuidelijke Nederlanden uit op een ware opstand. Deze Belgische Opstand leidde datzelfde jaar nog tot de scheiding van het Verenigd Koninkrijk en de onafhankelijkheid van België. Dit verlies werd in het Noorden nauwelijks betreurd. De provincie Noord-Brabant had echter veel overeenkomsten met het Zuiden. Geografisch gezien nam het binnen het Verenigd Koninkrijk letterlijk een tussenpositie in. Vooral wat betreft religie, Noord-Brabant was voor het overgrote deel rooms-katholiek, sloot het beter aan op het Zuiden. Daarbij deelden Brabanders veel van de kritiek die in het Zuiden heerste

Hoe keek men in Noord-Brabant naar de afscheiding? Voor ’s-Hertogenbosch is het deels mogelijk deze vraag te beantwoorden. In deze stad werd de Noord-Brabander gedrukt. Deze krant stond bekend als een anti-gouvernementeel en anti-protestants blad. Nadat het in 1829 voor het eerst was uitgekomen, werd de krant vooral gelezen door plattelandsbewoners en de minder welvarende mensen, daarnaast gebeurde het dat de krant na de zondagse hoogmis door een geestelijke voorgelezen werd en het dus een groter publiek bereikte. Op die manier geeft de krant een inkijkje in de meningen van de Bosschenaren. Hoe reageerde deze krant op de gebeurtenissen in België?

 

De Belgische Opstand

De Noord-Brabander deed uitgebreid verslag van de ontwikkelingen in de Zuidelijke Nederlanden, waar de opstand, begonnen in Brussel, zich snel verspreidde naar andere steden. De krant verwachtte niet dat de rust snel zou terugkeren in het land. Zo meldde de krant dat er bij aankomst van de kroonprins en zijn broer in Brussel “Leve de vrijheid!” werd geroepen en benadrukte de krant dat de stedelingen de Brabantse kleuren rood, geel en zwart droegen. 

Naarmate de opstand voortduurde, kwam in de Noord-Brabander regelmatig de angst van een mogelijke scheiding van de landsdelen naar voren. De redactie van de krant achtte de grieven waaruit de opstand voortkwam rechtvaardig, maar de actie zelf niet. Met name het verlangen naar een scheiding keurde de krant niet goed. In de editie van 11 september stelde een anonieme man in een ingezonden brief dat het oproer voorkomen had kunnen worden als de regering maar naar de gerechtvaardigde grieven van de Belgen had geluisterd. Nu hoopte hij dat God zijn wensen verhoorde en de verschillen tussen Noord en Zuid opgelost konden worden zonder een scheiding van beide landsdelen.

De angst van de krant werd werkelijkheid: op 4 oktober riep het Voorlopig Bewind in Brussel de onafhankelijkheid van België uit. De Noord-Brabander reageerde geschokt met een stuk over hoe de situatie zo uit de hand kon lopen: 

“Intusschen zag men de volksbeweging te Brussel en in andere steden en provincien volgen, eerst en alleen met het verklaarde doel, om herstel van grieven te verkrijgen; en de wanhoop, om dit verlangen te bereiken en eenen waarborg te dezen voor het vervolg te bekomen, baarde het woord SCHEIDING.”

De krant vertelde hoeveel Noord-Brabant met het Zuiden gemeen had qua “ligging, geaardheid, zeden en godsdienst”. En de tekst verwees naar de generaliteitsperiode, toen Brabant geen volwaardig deel uitmaakte in de Republiek der Verenigde Nederlanden, door te weigeren “terug [te] treden tot de behandeling, die deze landstreken door de vrijheidminnende provincien hebben moeten ondergaan, het zij genoeg gezegd, dat derzelver ingesetenen nog minder dat stiefkinderen, ja, als bastaarden werden beschouwd.”

Sinds de Tachtigjarige Oorlog had Brabant een achtergestelde positie in de Republiek der Verenigde Nederlanden gehad. Aan het einde van de achttiende eeuw onderging de provincie een emancipatieproces, gesterkt door de toevoeging van het katholieke Zuiden aan het land vanaf 1815. Nu het Zuiden zich had afgescheiden, vormde Noord-Brabant opnieuw een katholieke minderheid binnen het protestantse Noorden. De Noord-Brabander vreesde weer in de oude positie van wingewest te geraken. In de loop van 1831 realiseerden Brabanders zich dat zij een nieuwe positie moesten vinden binnen het nieuwe Nederland, nu zij de steun van het katholieke Zuiden verloren hadden.

De septemberdagen van 1830. (Bron: Egidius Karel Gustaaf Wappers, 1834, Koninklijke Musea voor de Schone Kunsten van België)

De septemberdagen van 1830. (Bron: Egidius Karel Gustaaf Wappers, 1834, Koninklijke Musea voor de Schone Kunsten van België)

De Tiendaagse Veldtocht

In Nederland overheersten in die tijd gevoelens van nationale verbondenheid en de wens de eer van Nederland hoog te houden. Hierbinnen werd kritiek niet aangemoedigd, het ging om aanpassing en consensus. Diegenen die zich daar niet naar gedroegen, kregen te maken met druk vanuit de overheid. Zo ook de Noord-Brabander, die onder censuur werd gebracht. De krant wist de censuur echter nog vrij goed te omzeilen. De Noord-Brabander werd niet gedwongen bepaalde pro-gouvernementele stukken te plaatsen, maar werd, voor publicatie, gecontroleerd door een commissie. Daarnaast mochten ingezonden brieven nog steeds geplaatst worden, en nam de krant stukken waarin de eigen mening verwoord werd over uit andere kranten.

Na de Belgische Opstand werd er een wapenstilstand gesloten tussen Nederland en België. Onder leiding van de grote mogendheden Engeland en Frankrijk werden onderhandelingen gestart voor een definitieve regeling tussen de landen. Het Nationaal Congres van België en Willem I konden het echter maar niet eens worden. Toen België Leopold van Saksen-Coburg (1790-1865) tot koning van het land benoemde, besloot Willem I over te gaan tot de aanval. Op 2 augustus 1831 viel het Nederlandse leger België binnen en begon de Tiendaagse Veldtocht. Opvallend is dat de Noord-Brabander erg feitelijk verslag deed van de gebeurtenissen tijdens de Veldtocht, terwijl het juist net na de opstand in grote mate haar eigen mening naar voren bracht. Dit kan een gevolg zijn geweest van de censuur.

Toch toonden ook Brabanders hun enthousiasme voor de strijd tijdens de Tiendaagse Veldtocht. De Bossche schutterij nam deel aan de gevechten en werd geprezen om haar moed. Daarnaast juichten de inwoners van Noord-Brabant de overwinningen van de Nederlandse soldaten in België toe. Voor hen bleef de strijd niet op een afstand; gewonde Nederlandse soldaten werden in Brabant verzorgd. Zusters van het ziekenhuis in Den Bosch plaatsten in de Noord-Brabander van 9 augustus een oproep aan de lezers om “pluksel en scheurlinnen” te komen brengen, zodat de “dapperen”, wiens “bloed voor Koning en Vaderland vloeit”, goed verzorgd konden worden. Iets meer dan een week later bedankten zij voor “de algemene bereidwilligheid” die ze ondervonden hadden; velen hadden linnen geschonken.

 

Conclusie

De Noord-Brabander steunde de inwoners van de Zuidelijke Nederlanden in hun grieven jegens de koning. Toen zij in 1830 opstand kwamen, keurde de krant dat echter af. Het laatste wat de Noord-Brabander wilde, was een scheiding van de landsdelen. Helaas voor de krant gebeurde dit wel. Opnieuw vormde Noord-Brabant op religieus gebied een minderheid binnen Nederland. Met het Zuiden voelde de Noord-Brabander zich niet langer verbonden. Ondanks dat de Noord-Brabander door de censuur erg feitelijk ging schrijven, was tijdens de Tiendaagse Veldtocht nog wel het standpunt van de krant te lezen. Uit de artikelen van de krant en stukken van individuen bleek de steun van Noord-Brabanders aan de strijd in België. Tevens is er een verandering te zien in de houding van de krant ten opzichte van de gebeurtenissen in 1830 en 1831.Waar tijdens de opstand de grieven van België nog gesteund werden, had de Noord-Brabander tijdens de Veldtocht voor de zijde van Nederland gekozen. 



Bronnen

Noord-Brabander, 4 september 1830; 7 september 1830; 9 september 1830; 11 september 1830; 23 september 1830; 5 oktober 1830; 9 oktober 1830; 16 oktober 1830; 26 juli 1831; 6 augustus 1831; 9 augustus 1831; 11 augustus, 1831; 18 augustus 1831; 20 augustus 1831; 19 november 1831; 22 november 1831. Te raadplegen via www.delpher.nl.

Aerts, R., "Over een mislukte staat, zonder nostalgie. Het Verenigd Koninkrijk van Willem I en de scheiding van 1830", in: Ons Erfdeel (jrg. 48), 2011.

Van den Eerenbeemt, H.F.J.M., Geschiedenis van Noord-Brabant. Deel I, traditie en modernisering, 1796-1890, Amsterdam, 1996.

Hoffman, E.R.M., Noord-Brabant en de Opstand van 1830, Tilburg, 1974.

Rooy, P. de, Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813, Amsterdam, 2014.

Schneider, M., De Nederlandse krant 1618-1978. Van ‘nieuwstydinghe’ tot dagblad, Baarn, 1979.

Velthoven, H. van, Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch, deel II, Amsterdam, 1938.

Wielinga, F., Geschiedenis van Nederland. Van Opstand tot heden, Amsterdam, 2014.