De vrouwen van Landgoed Boschdal, Prinsenbeek

Huis Boshcdal Prinsenbeek. Dirk Verrijk, RCE, Commons

Huis Boschdal in het achttiende-eeuwse schetsboek van Dirk Verrijk. (Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Wikimedia Commons)

Als je langs de Weimersedreef in Prinsenbeek rijdt, zie je een golfbaan, maar in vroeger tijden stond op dat terrein een kasteel: Boschdal. Er vond nogal wat plaats op dat landgoed.

Zo was het in de Tweede Wereldoorlog een bolwerk van Beeks verzet. Maar in de negentiende eeuw gebeurden er merkwaardige zaken. Thans is van het Landgoed Boschdal niets zichtbaars overgebleven. De fundamenten zijn onder de golfbaan verdwenen.

 

Gravin van Bijlandt

In dit artikel beperken we ons tot een vrouw die op Boschdal leefde en die sterk onder invloed van een prediker raakte. Haar naam was Anna Agnes Elizabeth gravin van Bijlandt. Ze werd geboren in 1810 en stierf in 1887. Haar ouders waren Willem Frederik van Bijlandt (1771-1855) en Mary Christian Hughes (1782-1818), die sinds 1802 met elkaar waren gehuwd.

Anna Agnes trouwde op 21-jarige leeftijd met Lamoraal Hans Willem baron van Aylva Rengers (1795-1866). Samen kregen ze twee zoons en zeven dochters. Anna Agnes erfde het landgoed Boschdal in 1857 van haar oom Otto Anne graaf van Bijlandt. Dat was een welkome erfenis, want de baron had nauwelijks inkomen. Hij was benoemd tot adjudant in bijzondere dienst van de koning en dat was eigenlijk een erebaan. Het betekende dat hij vaak aanwezig moest zijn bij speciale gelegenheden, samen met zijn vrouw, in koninklijke kringen. Dat was alleen nogal begrotelijk in het dure Den Haag, waar ze toen woonden. Nu konden ze zich terugtrekken op het landgoed en Den Haag verlaten, waardoor 'men' minder merkte van hun relatieve armoede.

Foto van Anna Agnes Elisabeth. Archief Ernest van Ginkel. AYLVA RENGERS VAN BIJLANDT, Anna Agnes Elisabeth, genomen in Napels, 19 november 1872

Foto van Anna Agnes Elisabeth, genomen in Napels, 19 november 1872. (Bron: Archief Ernest van Ginkel)

Een lady op Boschdal

In het boek A summer in a Dutch country house (in het Nederlands vertaald als Een lady op Boschdal) lezen we daar meer over. In dit boek – ook al zijn de namen gefingeerd en is er hier en daar wat geromantiseerd – staat veel te lezen over de situatie en het leven op dat moment op Boschdal. Het is geschreven door Harriet Arthur Traherne, een nichtje van de moeder van Anna Agnes. Daardoor kenden Anna Agnes en Harriet Margaret Christian (haar meisjesnaam) elkaar en Anna Agnes nodigde Harriet in 1864 uit om vanuit Engeland naar Boschdal te komen.

De ik-figuur, die op bezoek gaat bij haar tante en oom in Nederland, noemt zichzelf Alma. De reis van Engeland naar Nederland was op zichzelf al een belevenis en iets wat dagen kon duren. Uiteindelijk kwam ze dan toch in Brabant aan. Alma vertrok naar Princenhage waar ze van het station werd opgehaald door Anna Agnes, in het verhaal slechts aangeduid als tante. Doordat alle Nederlandse gebruiken nieuw zijn voor Alma, beschrijft ze in veel details de gewone gang van zaken bij deze adellijke, maar niet rijke familie. Het geeft je als hedendaagse lezer een bijzonder inzicht in het leven op Boschdal.

 

Dagelijks leven op Boschdal

We lezen over de gebruiken, zoals het ontbijt met drie dunne sneetjes brood en een zeer klein kopje koffie. De nichtjes (de dochters van Anna Agnes) wensen geen boter op hun brood opdat ze het uitgespaarde geld zodoende aan de armen kunnen geven. Het tweede ontbijt bestaat opnieuw uit drie sneetjes brood, waarbij ditmaal alleen wat gelig water wordt geserveerd.

Schets Boschdal Dirk Verrijk 18e eeuw, RCE, Commons

Huis Boschdal in het achttiende-eeuwse schetsboek van Dirk Verrijk. (Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

Ze schrijft over de lange gebeden die de baron uitspreekt voordat ze met de maaltijd beginnen. Over de standaardsoep met de onbekende groene bladeren die Alma tijdens haar gehele verblijf voorgeschoteld krijgt. Het vlees dat Alma vaak maar taai en smerig vindt. De avondwandelingen, waarbij ze melk gaan halen bij een van hun pachters. De vele bruggetjes over groenig water, waar zoveel kikkers in leven. De ijver waarmee de nichtjes hun eigen kousen breien en kleren maken. De middagthee, die karig is, waarna het niet gebruikelijk is nog iets te nuttigen. De beoefening van de avondgodsdienst, die de gehele familie bijwoont. Daarna gaat de baron naar bed.

We lezen ook over de belevenissen die de gehele familie meemaakt nu er een Engelse nicht op bezoek is. Dat alles geeft een goed beeld van hoe het eraan toeging op het kasteel Boschdal destijds. Vooral als de tante van Alma haar vertelt waarom ze zo zuinig zijn en hoe dat zo gekomen is: in Den Haag waren ze weliswaar bekend en werden ze overal voor uitgenodigd, maar tegelijkertijd was er nooit geld. Ze woonden zeer eenvoudig voor hun stand, vertelt tante aan haar nichtje, dus ze waren eigenlijk blij dat ze Boschdal hadden geërfd, zodat ze zich zonder gezichtsverlies konden terugtrekken.

Dit klopt wel met het beeld dat al uit de geschiedenis van Boschdal naar voren kwam. Opmerkelijk is dat in werkelijkheid Anna een flinke hoeveelheid land en goed van haar oom heeft geërfd, wat een noodzakelijk sober leven tegenspreekt. Veel hiervan zat echter in het huis zelf en kon dus niet uitgegeven worden. Bovendien verbleef een zoon in Den Haag en kreeg hij ook een toelage van zijn ouders.

 

Louise Stratenus

Tot zover de situatie rond 1864. In 1890 (dus pas na de dood van Anna Agnes) publiceerde Louise Stratenus haar boek Lindendaal. Louise Stratenus werd geboren te Zeist in 1852 en stierf in Princenhage in 1908. Zij was een schrijfster die in haar tijd veel werd gelezen, maar tegenwoordig geheel en al vergeten is. Haar leven is sowieso al bijzonder: ze bleef ongehuwd (al was ze ooit verloofd met Charles Lucien Paul baron van der Borch van Verwolde) en schreef "om den brode", zoals ze zelf zei. Voor die tijd was dat – zeker voor een dame van stand – niet gebruikelijk.

Een onbewuste vorm van vroeg feminisme was haar niet vreemd. Tegelijkertijd vond ze toch wel dat het ultieme geluk voor een vrouw in het huwelijk en het gezin lag. Voor haar was dat niet weggelegd in ieder geval. Een deel van haar leven bracht ze door in Brabant en rond Breda, dus ze kende de geschiedenis van Boschdal goed. Lindendaal kunnen we dus zien als een soort vervolg op Een Lady op Boschdal.

Louise stratenus, Nederland in portretten 1896, Centraal bureau voor genealogie

Louise Stratenus in een krantenknipsel uit 1896. (Bron: Centraal bureau voor genealogie)

Lindendaal of eigenlijk Boschdal

In het boek Lindendaal (in modern Nederlands hertaald als Lindendaal of Het Drama van Boschdal) wordt de dramatische ondergang van de familie Van Aylva Rengers uit de doeken gedaan, met de nodige romantische zijwegen.

Het boek begint met de tragische dood van de zoon én van de echtgenoot van Gravin van Elandshoeve (lees Anna Agnes). Door verdriet overmand ontvangt ze een "catechiseermeester", die haar en haar drie dochters probeert te troosten. Deze catechiseermeester is Wouter Groenewoud, in de roman Groenebosch genaamd. Wouter Antonie Groenewoud (zijn echte naam) is geboren in Enkhuizen in 1838 en gestorven in Zuid-Afrika, in 1916. Hij trouwde in 1860 met Grietje Brakel, geboren in Rotterdam.

Deze Groenebosch lukt het de gravin en twee van haar drie dochters mee te slepen in geloof en overtuiging. Eerst in de zin van 'gelijkheid' voor arm en rijk, daarna in de wederdoop in de vijver van het landgoed en tenslotte in de stichting of uitbreiding van zijn gemeenschap van geloofsgenoten in Zuid-Afrika. Dat alles gefinancierd door de gravin. Haar familie is te laat om hier nog iets tegen te ondernemen, slechts een van de drie dochters ontsnapt, maar sterft jong en ongelukkig.

Groenebosch trouwt (terwijl hij al getrouwd is in Nederland) in Zuid-Afrika met een van de dochters Van Elandshoeve. Kortom, het loopt allemaal niet goed af met de familie. In de realiteit is Groenewoud getrouwd met een van de dochters van Anna Agnes, daarna nog tweemaal en is er niet veel goeds over hem bekend. Al is het verhaal ietwat geromantiseerd, dat Groenewoud een stevige invloed op de teloorgang van Boschdal had, moge duidelijk zijn.

 

Bronnen

Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief Louise Stratenus.

Gemeentearchief Breda, Archief Louise Stratenus.

Altena, P., "Stratenus, Louise Antoinette", in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.

Literatuurmuseum ’s-Gravenhage, Archief Louise Stratenus.

Nationaal Archief ’s-Gravenhage, Archief Louise Stratenus.

Zuidema, E., "Stratenus, Louise Antoinette", in: P. Blok en P. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5, Leiden, 1921.

West-Brabants Archief Bergen op Zoom, Archief Louise Stratenus.

 

Heemkundekring Op de Beek doet sinds enkele jaren onderzoek naar de geschiedenis van het landgoed en gaat daarbij in op zowel de bewoners als de omstandigheden van Boschdal. Uiteindelijk zal dat leiden tot een gedocumenteerd verhaal over ontstaan, ontwikkelingen en verval van het landgoed. Alle genoemde boeken zijn verkrijgbaar bij de boekhandel of bij Heemkundekring Op de Beek, Prinsenbeek, www.hk-opdebeek.nl.