Je vindt de aflevering op Spotify, Soundcloud, Apple Podcasts of Stitcher.
Podcast - Gepubliceerd op
In een zware la in het Museum Tongerlohuys in Roosendaal liggen twee grote machine-onderdelen. Ze zijn een overblijfsel van de industriële geschiedenis van de stad. Zowel de fabriek die ze maakte, als de fabriek waarin ze gebruikt zijn, hebben een grote invloed gehad op de twintigste-eeuwse geschiedenis van Roosendaal.
Je vindt de aflevering op Spotify, Soundcloud, Apple Podcasts of Stitcher.
Midden in Roosendaal staat het Tongerlohuys. De…
In de negentiende eeuw gingen steeds meer mensen…
De industrialisatie van Brabant komt pas echt van…
Nog steeds telt het westen van Brabant, samen met…
Sybrand Casparus Jan Heerma van Voss werd op 11…
[Energiek muziekje begint]
Vrouwenstem: “Ja ze zijn loodzwaar.”
Mannenstem: “Ja en nu liggen er hier nu twee bakbeesten van, ja, deegrollers eigenlijk.”
Vrouwenstem: “Ja en daar zijn we trots op!”
Mannenstem, studio: “Welkom bij Topstukken. De podcast over de Brabantse geschiedenis in objecten. Ik ben Robin Hoeks.”
Robin: “Welkom bij een nieuwe aflevering. Ik ben zoals je hoort buiten aan het wandelen onderweg naar een oude pastorie uit 1762 in Roosendaal. Als je uit de trein stapt en het ruikt naar snoepjes dan weet je dat je in Roosendaal bent. Daar is nu het Museum Tongerlohuys gevestigd, in die pastorie, en daar ga ik voor het volgende Topstuk naartoe.”
[Energiek muziekje eindigt]
Robin: “Ah kijk, dat zijn ze. Echt een stuk groter en zwaarder dan ik had gedacht, want de la waar ze uit komen is ook al zwaar.”
Vrouwenstem: “Ja, ze zijn loodzwaar. Ze zijn ook best wel groot, wel meer dan een meter breed, of lang…”
Robin, studio: “Je hoort Janine Verster, hoofd en conservator van het Tongerlohuys. We staan in het museum voor een la met twee zogenaamde ‘vormwalsen’. Overblijfselen van de twintigste-eeuwse industriële geschiedenis van Roosendaal. Een geschiedenis van innovatie en handig reclame gebruik.”
Robin: “Het zijn eigenlijk, ja waar kijken we naar, een soort van grote deegrollers.”
Janin: “Ja, dat klopt! Met in spiegelbeeld het woord LiGa erop...”
Robin: ”En het patroon van de gaatjes van de koekjes. Een soort omgekeerd koekje maar dan in metaal.”
Janine: “Ja dat klopt. Het was een hele bijzondere uitvinding. Want Theo Neutelings…”
Robin, studio: “Theo Neutelings was vanaf juni 1923 tot 1952 algemeen directeur van LiGa, waar hij sinds de oprichting in 1920 de boekhouder was geweest. De aandeelhouders benoemden hem nadat ze na financieel moeizame jaren de eerdere directeur en mede-oprichter Johannes Loose aan de kant hadden geschoven. Neutelings en later zijn zoon Wim zouden de firma tot bloei brengen. Ze slaagden hierin door een combinatie van uitvindingen, reclame en handige maatschappelijke betrokkenheid. Hun bestuur werd gekenmerkt door paternalisme met een strenge hiërarchie en het streven naar rationalisering, mechanisering en het verhogen van de arbeidsethos.”
Janine: “Theo Neutelings heeft dit zelf bedacht en laten uitvoeren in de Vuurslag. De Vuurslag was een machinefabriek die stond bij de LiGafabrieken, dus ze deden alles eigenlijk in eigen beheer. Ze maakten de machines en deden allerlei uitvindingen.”
Robin: “Hij heeft ze dus zelf uitgevonden?”
Janine: “Ja, ze hebben er zelfs patent op aangevraagd. Het duurde even voordat hij het kreeg, want Jamin beweerde dat ze dit ook hadden bedacht.”
Robin, studio: “Snoepfabrikant Jamin - ook nu nog te zien in het straatbeeld - had al in het midden van de jaren ‘20 135 filialen. Het was dus een grote speler op de snoepmarkt.”
Janine: “Uiteindelijk bij de tweede aanvraag in 1930 kreeg hij hier patent op. En het heeft hem ook geen windeieren gelegd. Het grappige is, eerst had je dus deegbakken. Daar werd het deeg in gegoten en dan werd het een koekje. En nu werd het deeg over een band uitgerold en dan kwam deze rol er overheen en drukte die als het ware koekjes op de lopende band.”
Robin: “Eerst was het gewoon een plak vlak deeg en dan kwamen deze rollers er overheen en afhankelijk van welke rol er voorbij kwam was het LiGa of Betterfood.”
Janine: “Betterfood was een dochteronderneming in België en daar heetten de LiGakoeken Betterfood.”
Robin: “Dat is eigenlijk de Belgische merknaam?”
Janine: “Ja. En dat is allemaal voor de oorlog.”
Robin: “Hij had ze dus uitgevonden, in 1930 patent gekregen en vervolgens zijn ze ze ook nog zelf gaan maken.”
Janine: “Ja ze maakten deze rollen, ze maakten de machines. Ze deden eigenlijk alles. Reclamecampagnes, het was allemaal in een onderneming ondergebracht. En door deze octrooien en ook door reclamecampagnes kon hij weer investeren in de fabrieken die groeide enorm. Na de oorlog hadden ze meer ruimte nodig en toen is de fabriek van Bergen op Zoom - want daar komt hij eigenlijk vandaan - naar Roosendaal verhuisd.”
Robin: “Dus nog wat lokale rivaliteit waarschijnlijk, wat mensen in Roosendaal liever niet horen ben ik bang? Deze komen hier uit Roosendaal, maar stiekem komt het idee nog uit BErgen op ZOom.”
Janine: “Ja ja, niet stiekem hoor! In Roosendaal was een geschikt stuk land te koop, bij het spoor en bij het water, dus voor transport ook heel erg handig. En er waren veel arbeidskrachten, Bergen op Zoom had veel meer werkgelegenheid in die periode…”
Robin: “Want wanneer is de fabriek in Roosendaal gekomen?”
Janine: “Na de oorlog. Ze begonnen met de machinefabriek hier te bouwen, de Vuurslag. En in ‘52 ging die officieel open. Hij heeft veertig jaar hier gefunctioneerd.”
Robin: “Wauw, echt wel onderdeel van de twintigste-eeuwse geschiedenis van Roosendaal.”
Janine: “Absoluut!”
Robin: “En zeker na de oorlog ook echt zo’n cruciale periode van wederopbouw en proberen om de economie weer vlot te trekken zeg maar, op nationaal en lokaal niveau.”
Robin, studio: “Tijdens de Tweede Wereldoorlog kon de omzet van LiGa blijven groeien. In de jaren ’50 werd het bedrijf marktleider in kindervoeding.”
Janine: “Het assortiment, dat was in Bergen op Zoom al zo voor de oorlog, werd enorm versmald. Van koekjes, brood enz., echt naar gespecialiseerd in kindervoeding. En dan in de zestiger jaren liep dat natuurlijk weer terug, want er kwamen minder kinderen in de zestiger en zeventiger jaren…”
Robin: “Na de babyboom, als het ware.”
Janine: “Ja, en ook de samenstelling - er zat heel veel suiker in die koeken - daar werd ook anders tegenaan gekeken.”
Robin: “Dat kan ik me ook voorstellen ja.”
Robin, studio: “Reclame was enorm belangrijk in het succes van LiGa. Centraal stonden claims over de gezonde producten en de moderne fabrieken. De verkopers werden over deze claims geïnstrueerd en door middel van onderzoeken en brieven haalde LiGa ervaringen van consumenten op. Om die vervolgens weer te gebruiken in reclame.”
Janine: “Die Theo Neutelings, de directeur van de fabriek, had echt een geweldige neus voor reclame en dat hebben ze vanaf het begin ontwikkeld.”
Robin: “Dus echt vanaf de oprichting aan het begin van de twintigste eeuw was hij er al mee bezig?”
Janine: “Ja, er was bijvoorbeeld een hulpactie Nobile…”
Robin, studio: “De Italiaan Umberto Nobile leidde in 1928 een expeditie met een luchtschip naar de Noordpool. Op de terugweg stortte het luchtschip neer en strandde de expeditie. Uiteindelijk waren anderhalve maand later alle nog overlevenden gered. De Brabander Sjef van Dongen en de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen namen deel aan de reddingsactie. De laatste kwam er bij om. Neutelings zag in de ramp een goede kans om internationaal aan bekendheid te winnen.”
Janine: “Toen heeft Neutelings als een razende een gigantische hoeveelheid LiGa’s gemaakt en in mooie doosjes verpakt en opgestuurd naar de Noordpool. Als hulp.”
Robin: “Toen waren het nog niet specifiek kinderkoekjes?”
Janine: “Jawel.”
Robin: “Of misschien werkte die ook wel goed voor gestrande noordpoolreizigers.”
Robin, studio: “Ook in de Tweede Wereldoorlog verleende LiGa hulp. Zo werden koeken verstuurd naar krijgsgevangenen in Duitsland. Deze actie is vastgelegd in glas-in-loodramen die nu nog te zien zijn in Museum Tongerlohuys. Ook andere belangrijke momenten zijn hierop verbeeld, zoals de hulpzendingen die naar het nog niet bevrijde Noorden van Nederland zijn gestuurd tijdens de hongerwinter van 1944 op 1945.”
Janine: “Dat kun je nog zien in deze glas-in-loodramen waarin de geschiedenis van de LiGafabriek wordt samengevat. Kijk hier, Sanovite, ook een onderdeel van de LiGa.”
Robin: “Ohja, er staat ook ‘1942-1945 zendingen naar krijgsgevangen officieren.’”
Janine: “Kijk en dit is de Vuurslag, dat is de machinefabriek.”
Robin: “Ohja, ‘Vuurslag 1917’. Wat staat erbij?”
Janine: “‘Voedselzendingen van bevrijd Brabant naar het Noorden, nou dat is helemaal actueel nu. Roosendaal en Brabant 75 jaar bevrijd vorig jaar.”
Robin: “Ja dit gebied is natuurlijk ook eerder bevrijd dan de rest van Nederland en een klein stukje BRabant dat nog niet bevrijd was. Daar was de hongerwinter en toen hebben ze dus ook een soortgelijke hulpactie gedaan.”
Janine: “Ja, dus het was ook een hele maatschappelijk bewuste onderneming.”
Robin: “Ja, het is natuurlijk goede reclame, dat soort acties, maar het helpt ook gewoon echt mensen. Het is niet dat ze het voor zo’n hulpactie in een vrachtwagen zetten, die vrachtwagen weg lieten rijden op beeld en dat die dan weer terug kwam, zeg maar.”
Janine: “Nee, zeker niet op beeld in die tijd. Nee, het waren echt maatschappelijk verantwoorde acties. Die natuurlijk heel belangrijk waren.”
Robin: “Echt een bakbeest van dingen. Ik vind het zo grappig dat het eigenlijk onderdelen uit een fabriek zijn en dat ik nu niet niet per se zou denk bij een fabriek die in Brabant staat: ‘goh, laat ik er iets uit meenemen en in een museum zetten over twintig jaar of tien jaar.’ Het is heel modern en dat is niet iets wat je met een museum zou associëren.”
Janine: “Nee, maar wij willen natuurlijk graag laten zien hoe het was. En bij het verlaten van de stad van allerlei fabrieken is er toch wel eens iemand die denkt ‘nou, misschien is het leuk om te bewaren’. Of er is iemand die contact heeft met iemand anders in de fabriek. Want zo’n fabriek is natuurlijk toch ook wel een onderdeel van de samenleving. Je hebt bijvoorbeeld allerlei sportverenigingen en vrijetijdsverenigingen, heel veel werknemers. Dus die dragen zo’n fabriek ook een warm hart toe.”
Robin: “Ja en die denken, dit is een onderdeel van de Roosendaalse geschiedenis, van ons verleden, en dat moet wel bewaard blijven. En dan sta je uiteindelijk naar twee gigantische stukken uit een machine te kijken die in een museum liggen. Terwijl je dat misschien niet zo zou verwachten.
[Energiek muziekje begint]
Robin: “Ja en nu liggen er hier nu twee bakbeesten van, ja, deegrollers eigenlijk.”
Janine: “Ja en daar zijn we trots op!”
Robin, studio: “De LiGawalsen zijn dus te zien in museum Tongerlohuys in Roosendaal. Achtergronden bij deze aflevering vind je weer op Brabantserfgoed.nl/podcast en daar vind je ook de allereerste aflevering van deze serie en de afleveringen van de gewone Brabants Erfgoed Podcast. Abonneer je ook vooral op de podcast, waar je ook maar luistert, zodat de volgende vanzelf op je telefoon verschijnt.”
[Energiek muziekje eindigt]