Collectie-item

gebroken lijnen, primaire kleuren 1982 / 84

Instelling/bron: Design Museum Den Bosch

armband Emmy van Leersum maakte jarenlang talloze armbanden, met name van niet edelmetaal en kunststof, als antwoord op het traditionele polssieraad, dat in haar ogen slechts tot leeg statussymbool was geworden. Vanaf midden jaren zeventig keert ze weer terug naar het gebruik van goud. Haar ontwerpen kwamen veelal tot stand door inzagingen, insnijdingen of vouwen in de vierkante vorm die ze steevast als uitgangspunt nam. Deze armband van wit- en geelgoud maakt een lus die aan beide uiteinden via een onscherpe hoek overgaat in de ronding van de armband. Eind jaren zestig van de vorige eeuw was Emmy van Leersum (1930-1984) een van de pioniers binnen de revolutie die zich onder de Nederlandse edelsmeden en sieraadontwerpers voltrok. Het sieraad als statussymbool werd afgezworen. Goud, zilver en edelstenen waren taboe. Het sieraad moest bevrijd worden van zijn simplistische ornamentele en decadente functie. Goedkope materialen zoals aluminium, roestvrij staal en perspex moesten betaalbare, in serie te produceren, sieraden voortbrengen. Dit is nooit echt gelukt maar Van Leersums unieke bijdrage aan de ontwikkeling van het sieraad staat onomstotelijk vast. Bovenal veranderde haar visionaire werk de relatie tussen drager en sieraad voorgoed: het lichaam is bij haar nooit een passieve drager. Het participeert in de vormgeving en betekenis. De daad van het dragen houdt een versmelting van rationele vormprincipes en fysieke kwetsbaarheid in. Deze synthese was zeker niet altijd lieflijk en vloeiend. De perfectionistische en onderhuids zeer emotionele Van Leersum koos altijd voor een beheerste geometrische vorm die, opgebouwd uit materiële of immateriële lijnen, soms op gespannen voet stond met de natuurlijke vormen van het menselijk lichaam. Opgeleid door onder andere Marinus Zwollo aan het Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam liet Van Leersum zich inspireren door de functionele eenvoud in Afrikaanse sieraden en de hoofdtooien uit de Nederlandse klederdracht. Constructivistische invloeden volgden. Van Leersum was zeer ongelukkig met het woord sieraad. Het enige woord waarmee ze enigszins kon leven was draagbaar object.