Collectie-item

zonder titel

Instelling/bron: Design Museum Den Bosch

vaassculptuur met glazuurdec. glaz./dec.: bi.: mat d. bruin, bu.: klei ingekrast plaatselijk beige, transparant mat over plaatselijk met d.bruin bakk. bewerkte ondergrond Vaas in de vorm van een platte cirkel op een korte cilindrische voet, waarvan de vorm in de brede hals terugkomt, zodat de cirkelvormen als het ware haaks op elkaar komen te staan. Hans Coper gebruikte een bruin en beige bakkende klei over een gedeeltelijk ingekraste ondergrond. De herhaling van vormen en de textuur, met een donkerbruine cirkel iets onder het midden, geeft de vaas een sterk concentrische uitstraling. Hans Coper (Chemnitz, Duitsland, 1920 - Engeland, 1981) vlucht in 1939 uit Duitsland, verblijft twee jaar in een Canadees kamp voor politieke gevangenen en dient daarna een korte tijd in het Britse leger. In 1946 wordt Coper, die tot dan toe nooit met keramiek heeft gewerkt, assistent van Lucie Rie (Wenen, 1902- London, 1995). Rie is eveneens gevlucht voor de Nazi's. Coper en Rie delen tot 1958, wanneer Coper in Hertfordshire zijn eigen werkplaats opent, haar studio en zullen meer dan dertig jaar lang samenwerken. Lucie Rie kiest voor gebruikskeramiek, die steevast verfijnd, modern en delicaat overkomt. Copers werk is bovenal sculpturaal en abstract en daarmee baanbrekend in werkwijze en vorm. Coper begint op de draaischijf met een substantiële hoeveelheid klei om een 'zware' basisvorm te maken en gaat daarna met de hand verder, hetgeen weer een zekere lichtheid in de vorm brengt. Hij is niet geïnteresseerd in functionaliteit, hoewel zijn potten steeds als potten herkenbaar blijven. Lucie Rie zet er thuis gewoon bloemen in. Coper mijdt glanzende glazuren. Hij houdt van een ruwe textuur, die de aandacht naar de vormgeving trekt, en gebruikt vaak oxiden. Zijn objecten geeft hij vaak figuratieve namen mee, zoals kop, ei, pijl of bloem.