Collectie-item

Borstbeeld van Franciscus Cornelis Donders (1818-1889)

Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg

De geportretteerde is frontaal afgebeeld als borstbeeld; gekleed in jas en vest. Om zijn hals hangt een ridderorde en op de linker revers zit een rozet. Het is een afgietsel van een marmeren borstbeeld ( op een soort sokkel met inscriptie) dat zich in de ooglijderskliniek van het Academisch Ziekenhuis te Utrecht bevindt. Dat beeld is gesigneerd met ‘M. Keller 1892’.


Het beeldhouwwerk (ca. 70 x ca. 72 cm) is in 1991 in permanente bruikleen gegeven aan Gemeentearchief Tilburg door de Stichting Familiearchief Donders. Voorheen was het in het bezit van dr. Janssens (Vught) en daarvoor in het bezit van dr. Huysman, oogarts te Den Bosch, en als hoogleraar verbonden aan de Rijksuniversiteit Utrecht.

Prof. dr. Frans Donders werd geboren in de Nieuwlandstraat (thans nr. 44) te Tilburg op 27 mei 1818, als zoon van Jan Frans Donders (1755-1819) en Agnes Elisabeth Hegh (1781-1853). Van zijn 7e tot 13e jaar verbleef hij bij meester Panken te Duizel, waar hij leerde lezen, schrijven en rekenen; ook leerde hij er Frans. Op zijn 13e jaar ging hij naar de Franse school te Tilburg. Kort daarna vertrok hij naar Boxmeer om er Grieks en Latijn te gaan leren. Toen hij 17 was, werd hij kwekeling aan de school voor militaire geneeskundigen te Utrecht en hij liet zich tevens inschrijven als student aan de universiteit. Na zijn doctoraal examen vertrok hij als officier van gezondheid in 1840 naar Vlissingen, waar hij tot augustus 1841 bleef om er aan zijn proefschrift te werken, dat hij op 23 oktober 1840 verdedigde. Na een verblijf in 's-Gravenhage werd hij op 24-jarige leeftijd hoogleraar in de anatomie, de histologie en de fysiologie aan de militair-geneeskundige school te Utrecht. Vanaf 1845 begon hij zijn onderzoek naar de draaiingen van het oog en naar de verschijnselen in het inwendige van het oog. In 1858 richtte hij het eerste Nederlandse ooglijdersgasthuis te Utrecht op.

Donders werd als directeur en dirigerend-geneesheer aangesteld. Dit gasthuis heeft dienst gedaan tot 8 mei 1894, toen een nieuw gasthuis werd geopend. In 1883 legde hij zijn functie neer. In 1864 schreef hij zijn bekende werk 'On the anomalies of refraction and accomodation on the eye'. Op 28 mei 1888 werd door hem de Donders-stichting in het leven geroepen. Uit dit fonds konden kandidaten voor de leerstoel fysiologie en ophtalmologie' worden opgeleid. In 1888 legde hij wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd zijn ambt als hoogleraar neer. Bij deze gelegenheid werd in zijn geboortehuis te Tilburg een gedenksteen aangebracht, waarvan de tekst ontworpen werd door Nicolaas Beets. Op 24 maart 1889 overleed hij te Utrecht. Hij was tweemaal gehuwd geweest, ten eerste op 24 juli 1845 te Utrecht met Ernestine Zimmermann (geb. Utrecht 8 februari 1819, overleden aldaar 30 september 1886); ten tweede te ‘s-Gravenhage op 4 oktober 1888 met Abrahamina Hubrecht (geboren ‘s-Gravenhage 21 juli 1855, overleden Engeland 5 november 1913).

Van 1862 tot 1888 heeft Donders een belangrijke plaats ingenomen in de Nederlandse medische wetenschap. Op het St. Janskerkhof te Utrecht staat een levensgroot monument voor Donders van Toon Dupuis; er is daar ook een F.C. Dondersstraat, evenals in Bussum, Amsterdam, Bennekom, Nijmegen en Vlaardingen. Hilversum, Helmond en Tilburg kennen een Prof. Dondersstraat en in Groningen is een Dondersstraat.
Verder zijn er het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, een F.C. Donders Leerstoel aan de Universiteit Utrecht en een Stichting Dondersfonds, in 1889 opgericht door F.C. Donders met als doel "Medewerking tot de vorming van fysiologen en ophthalmologen". [RP]

Depot101