Collectie-item

Gedenkbord Belgische Vluchtelingen

Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg

Het voorwerp bestaat uit een ovalen medaillon van houtsnijwerk (30 x 22 cm), met aan de bovenzijde een banderolle (inscriptie: ‘EENDRACHT MAAKT MACHT’) waarboven een goudkleurige kroon. Het medaillon bevat het inschrift: ‘UIT / DANKBAARHEID / AAN DEN WELEDELEN HEER / FRANS VERBUNT / DE BELGISCHE UITGEWEKENNEN / TILBURG / 1914  1915’.
Het medaillon is schuin geplaatst op een smeedijzeren driepoot (h. ca. 45 cm) , waarvan de twee voorste poten uitlopen in rozentakken met weelderige bloeiende rozen, welke het medaillon omlijsten.

Het gedenkbord is vervaardigd door de bekende Belgische kunstsmid Louis van Boeckel (Lier 16 januari 1857 – Lier 6 juli 1944). Hij was afkomstig uit Lier en behoorde op zijn vakgebied tot de wereldtop. Zo zijn bijvoorbeeld de balustrades van de Nationale Bank te Athene en van het Witte Huis van zijn hand. In het Timmermans-Opsomerhuis in Lier zijn verschillende werken van Van Boeckel te bezichtigen.

Dit gedenkbord werd op 1 juni 1915 aan geboden aan de voorzitter van het Tilburgsch Vluchtelingencomité, F.J.J.B. Verbunt door G. D’Hulst, voorzitter van het Belgische Comiteit der Vluchtelingen, bij gelegenheid van het bezoek van de Belgische minister van Kunsten en Wetenschappen Poullet, aan Tilburg.

Franciscus (Frans) Josephus Johannes Baptista Verbunt werd geboren te Tilburg op 14 september 1856 als zoon van wijnhandelaar Josephus Antonius Verbunt en Maria Theresia Janssen. Hij was gehuwd met Agnes Anthonia Maria Conijn (1861-1916). Verbunt was een ondernemend man. Toen zijn vader in 1878 overleed, nam hij samen met zijn broers de Wijnhandel J.A. Verbunt over. In 1893 verliet Frans het bedrijf en stichtte zijn eigen Wijnhandel Frans Verbunt & Co. In 1909 richtte hij samen met drie anderen de metaaldraadgloeilampenfabriek N.V. VOLT op. Hij was er president-commissaris.
Verbunt was een vooraanstaande en bekende persoonlijkheid, ook in de financiële wereld. Hij had 26 jaar zitting in de gemeenteraad, was enige jaren president van de Kamer van Koophandel en nam het initiatief tot de oprichting van een douane-entrepot in Tilburg. In 1910 werd de Tilburgse afdeling van het Nederlandse Rode Kruis opgericht. Verbunt werd daarvan de eerste voorzitter. Gedurende de mobilisatie in 1914 kreeg het Rode Kruis veel steun van de plaatselijke bevolking. Tijdens de algemene vergadering van 4 augustus boden liefst 444 personen hun diensten aan. Zij brachten 1066 noodbedden in Tilburg en omgeving in gereedheid en in een van de gebouwen van de Staatsspoorwegen (Den Atteljee) werd een evacuatiestation ingericht. De eerste Belgische vluchtelingen kwamen in augustus 1914 in Tilburg aan. In de tweede helft van augustus werd Frans Verbunt, vanuit zijn functie bij het Rode Kruis, benoemd tot lid van het te Amsterdam gevestigde ‘Nederlandsch Comité tot steun van de vluchtelingen’. Op 1 september vond in de R.K. Gildenbond aan de Tuinstraat de eerste bijeenkomst van in Tilburg verblijvende vluchtelingen uit Mechelen en omgeving plaats onder leiding van kapelaan Lambert Poell. Fabrikant Jos Brouwers werd door Verbunt gevraagd de vluchtelingen te ondersteunen. Hun eerste bemoeienissen met de vluchtelingen was het op hun kantoor respectievelijk woonhuis inwisselen van Belgisch geld. Op 1 oktober waren er reeds 1200 vluchtelingen in de stad. Verbunt had, volgens het jaarverslag, f 765,92 aan ondersteuning uitgekeerd en f 23.685,25 aan Belgische francs gewisseld. Op 6 oktober werd, met het oog op de verwachting dat bij een eventueel bombardement van Antwerpen het aantal vluchtelingen sterk zou toenemen, de ‘Afdeeling Tilburg van het Nederlandsch Comité tot steun van Belgische en andere slachtoffers’ opgericht ten kantore van Verbunt, die daarvan de voorzitter werd. Vanaf de volgende dag arriveerden de eerste van de vele vluchtelingentreinen. Behalve lid van het Tilburgse comité was Verbunt ook nog lid van het ‘Provinciaal Comité voor Noord-Brabant tot het verleenen van ondersteuning aan naar Nederland uitgeweken vluchtelingen’. Hij werd onderscheiden met het Grootkruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis.

Op 1 juni 1915 organiseerde de Belgische Comiteit van Tilburg een dankfeest en een liefdadigheidsconcert. Hierbij was ook minister Prosper Poullet (1868-1937), de Belgische minister van Kunsten en Wetenschappen (later premier), uitgenodigd. Als blijk van erkentelijkheid werden namens de in Tilburg verblijvende Belgen aan Verbunt deze smeedijzeren ‘dankbetuiging’ aangeboden. Hij werd onderscheiden met de ‘Medaille du Roi Albert van België’. Frans Verbunt overleed te Tilburg op 25 November 1924. In de Stadscollectie bevindt zich ook nog het portret van Verbunt [SMT00074] uit omstreeks 1916. [RP]