Collectie-item

Twee hardstenen vijzels

Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg

De binnenzijde van beide vijzels is ongeveer halfbolvormig. De buitenzijde is niet hetzelfde uitgevoerd: de ene is zo gekapt dat deze de indruk wekt op een voet te staan, en naar de hals toe is nog een profilering aangebracht in de vorm van een simpele inkeping [A]. De vijzel heeft twee ‘hangende’ oren: de ooropening is het grootst nabij de voet; naar boven toe sluit het oor zich vrij snel, zodat aan de bovenrand niet meer rest dan een uitkraging. Ook op de twee andere ‘hoeken’ bevindt zich zo’n uitkraging in één waarvan een gleuf zit (een tuit om het gestampte materiaal er gericht uit te kunnen laten lopen). De andere vijzel [B] geeft van buiten de indruk een halve bol te zijn die geplaatst is in een kubus waarvan alleen de ribben aanwezig zijn. Twee van die ribben vormen oren en de andere twee lopen aan de bovenzijde uit, overgaand in de ronde rand. In beide bevinden zich weer gleuven (één oor is afgebroken).

De twee vijzels zijn afkomstig van dr. K.A.F. Deelen. Dr. Karel Allard Frederik Deelen werd geboren te Druten op 16 mei 1862 als zoon van Frederik Gerardus Deelen, medicus-doctor, en Constancia Helena Dericks. Hij studeerde te Leiden en aan de Sorbonne te Parijs. In 1887 promoveerde hij op het proefschrift 'Over lichen rubor planus' (een sterk jeukende ontsteking van de huid die gepaard gaat met rode bultjes; het kan ook op de slijmvliezen voorkomen). Op 30 oktober 1887 vestigde hij zich vanuit Leiden te Tilburg, waar hij op 14 december 1887 door de gemeenteraad werd benoemd tot Heel- en Verloskundige voor de Armenpraktijk in het zuidelijk gedeelte van de stad. Daarnaast had Deelen een eigen bloeiende artsenpraktijk in de Fabriekstraat. Hij was ook zogenaamd half-chirurg. Samen met de chirurg dr. J.E. Passtoors, voerde hij operaties uit in het vroegere ziekenhuis op de Locht (Gasthuisstraat). Op 11 juli 1893 trouwde hij te Tilburg met Agnes Hermine Sträter (geb. te Tilburg op 14 maart 1872 en aldaar overleden op 6 april 1949). Hij wordt op 25 januari 1888 lid van de afdeling Tilburg van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, waarvan hij in augustus 1892 secretaris en in januari 1904 voorzitter wordt. Uiteindelijk is hij ook voorzitter geworden van het hoofdbestuur van de Maatschappij en lid van de nationale Raad van beroep voor de geneeskunde. Op het gebied van de röntgenologie heeft Deelen in Tilburg pionierswerk verricht. Hij was ook de oprichter en eerste voorzitter van de Vereniging ter bestrijding der Tuberculose.
De zogenaamde lighallen voor tuberculosepatiënten aan de Dongenseweg (later: Charlotte-oord) zijn op zijn initiatief tot stand gekomen. Bij het 75-jarig bestaan van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst in 1930, werd hij tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw benoemd. Ook op cultureel en maatschappelijk gebied heeft Deelen zijn sporen nagelaten. Hij was jaren voorzitter van de sociëteit Philharmonie, oprichter en voorzitter van de afdeling Tilburg van de Nederlandse Heide Maatschappij, lid van de raad van commissarissen van de Tilburgsche Waterleiding Maatschappij, vanaf de oprichting voorzitter van het Natuur Historisch Museum en een van de oprichters van de Wetenschappelijke Kring in 1907. Deelen overleed te Tilburg op 11 april 1943. Naar hem is een straatnaam in Tilburg genoemd. [RP]


Depot105