Collectie-item
Vaandel van het Kolveniersgilde Sint Dionysius te Tilburg, geschonken door kroonprins Willem in 1840
Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg
Het vaandel is op 14 mei 1840 door kroonprins Willem van Oranje, de latere koning Willem II, bij zijn bezoeker aan Tilburg aan het gilde aangeboden. In die tijd was hij een cliënt van de firma Gebroeders Van Oven in Den Haag. Het is goed mogelijk dat het vaandel door deze firma geleverd werd. Het vaandel was bevestigd aan een stok bekroond met een zilveren lanspunt en vervaardigd van witte zijde versierd met bloemmotieven. In de hoeken zijn vier wapenschilden geborduurd. Vanaf linksboven met de klok mee zijn dat het wapen van Rusland (de echtgenote van Willem II, Anna Paulowna, kwam uit Rusland), het wapen van de Prins van Oranje (hij was pas vanaf 28 november 1840 koning, vandaar het wapen van de Prins van Oranje), een kroon met twee gekruiste maarschalk staven (hij was vanaf 21 augustus 1831 veldmaarschalk), en het (oude) gemeentewapen van Tilburg. In het midden een afbeelding van de schutspatroon de H. Dionysius, waar omheen de tekst (boven): ‘PRINCEPS ARAUSICANUS / CONFRATERNITATI’, en (onder): ‘S. DIONYSII / TILBURGI / XIIII MAII MDCCCXXXX’. Vertaald: ‘De Prins van Oranje aan de broederschap van Sint Dionusius in Tilburg, 14 mei 1840’.
Het vaandel was rond 1939 in slechte staat geraakt en moest nodig gerestaureerd worden. De kosten werden geraamd op f 400, en dat bedrag had het gilde niet in kas, zodat een subsidieverzoek werd gedaan aan de gemeente Tilburg. Dat verzoek leverde blijkbaar weinig op want korte tijd daarna diende het gilde een verzoek in bij koningin Wilhelmina voor een bijdrage in de kosten van de restauratie. Dit verzoek werd niet ingewilligd. Tot in het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw werd het vaandel nog meegevoerd, maar het gebruik werd toen niet meer verantwoord geacht. Om die reden werd door P.Ph. Bogaers een nieuw vaandel geschonken. Het oude vaandel werd op 16 april 1994 in bruikleen overgedragen aan de gemeente Tilburg en heeft het toen zijn huidige plaats gekregen in een vitrine in de entreehal van het Paleis-Raadhuis. Het vaandel moet overigens ook aanwezig zijn geweest bij de eerstesteenlegging van het paleis in 1847 door koning Willem II, toen immers de drie Tilburgse schuttersgilden acte de pésence gaven.
Het gilde Sint Dionysius werd in 1665 opgericht door een aantal notabelen uit Tilburg. De leden bedienden zich van een kolfbus, een eenvoudig geweer. Het broederschap werd ingesteld met toestemming van de toenmalige vrouwe van Tilburg en Goirle met als doel ‘het oefenen met de bussche ofte roere, tot een eerlijcke exercitie ende omme daer aff handelinge te krijgen’. In de tijd van het ontstaan van het Sint Dionysius-gilde waren het Sint Jorisgilde en het Sint Sebastiaangilde (Koninklijk Handboogschuttersgilde Sint Sebastiaan van Willem III) al in Tilburg actief. De gildebroeders van de nieuw opgerichte schutterij waren protestant en bekleedden belangrijke functies die, na de Vrede van Münster, in Brabant slechts weggelegd waren voor protestanten. Desondanks diende zich enkele jaren na de oprichting een typisch katholiek element aan, want het gilde stelde zich onder de bescherming van een heilige, Sint Dionysius. Deze keuze lag voor de hand, omdat dit ook de patroon was van de oudste kerk van Tilburg (Heikese kerk). Sinds de oprichting is het gilde actief geweest en heeft het de gildedoelstellingen steeds op eigentijdse wijze ingevuld. Zo werden in de negentiende eeuw armen door het gilde begraven. Het gilde ontving daarvoor een vergoeding uit de gemeentekas. Ook tegenwoordig blijven de bijna dertig leden nog altijd trouw aan de fundamenten van het gilde. [RP]