Collectie-item

Portret van J.N. Diepen (1793-1865)

Instelling/bron: Stadsmuseum Tilburg

De geportretteerde is zittend afgebeeld (kniestuk). Op de linker jashelft zijn aangebracht de ereversierselen behorend bij het Ridderschap in de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van de Eikenkroon. Het portret is in 1847 geschilderd door Basile de Loose (Zeele België 1809 – Brussel 1885). Het schilderij (olieverf op doek, 106,5 x 88 cm) werd samen met een pendant (portret van zijn vrouw Maria van der Voort), eveneens van De Loose [zie SMT00044], in 1979 door Arnold Diepen aan de gemeente Tilburg geschonken. Beide portretten hangen nu in de Willem II-zaal van het Paleis-Raadhuis.

Johannes Nicolaas Diepen werd gedoopt te Zaltbommel op 26 juli 1793 als zoon van Johannes Diepen (1774-1844) en Anna Barbara Pe(e)ters (1764-1834). Hij was lakenfabrikant. In 1808 ontstond op Korvel (Korvelplein) het bedrijf Diepen Jellinghaus & Co (Jan Diepen), dat in 1845 werd omgevormd tot J.N. Diepen & Co. Het was destijds met 366 arbeiders en 41 weefgetouwen de grootste Tilburgse textielfabriek. In 1839 brandde het bedrijfscomplex grotendeels af en werd het vervangen door sierlijke nieuwbouw. In 1870 werd de bedrijfsnaam veranderd in Gebroeders Diepen, waarbij oude briefhoofden aangeven dat men fabrikant was van lakens en bukskins, met als specialiteit uniformlakens. Dat laatste had betrekking op de grote overheidsorders die Diepen ontving, voor voornamelijk stoffen voor het (koloniale) leger. In 1870 verhuisde het bedrijf naar de Korvelseweg en werd het oude bedrijfscomplex verkocht aan Van Dooren & Dams. In 1876 werden er nog zo’n 260 arbeiders geteld. Bijna honderd jaar later, in 1972, moest de productie worden stopgezet, onder meer vanwege de goedkopere buitenlandse concurrentie, met 175 ontslagen tot gevolg. Het bedrijfscomplex werd gesloopt voor de aanleg van de woonbuurt Korvelse Hofjes. Wel resteert van Gebroeders Diepen een voormalig koetshuis in een parkje aan de Korvelseweg. Behalve Jan Diepen zijn ook Armand Diepen en Rudolf Diepen bekende namen uit dit textielgeslacht.
Johannes (Jan) Diepen kocht in 1832 de buitenplaats Voorburg te Vught. Hij was lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant (1824), majoor-commandant der Dienstdoende Schutterij te Tilburg (1839-1850). Bij gelegenheid van het bezoek van koning Willem II aan Tilburg in mei 1841 werd hij als majoor-commandant begiftigd met de Ridderorde van de Nederlandse Leeuw. Deze intocht is ook in een schilderij uitgebeeld [zie SMT00515]. De schutterij vormde ook steeds de bewaking van het ‘oude paleis’ als de koning in Tilburg verbleef. Na de begrafenis van koning Willem II in 1849, waar de schutterij hun diensten hadden aangeboden, ontving Diepen als erkentelijkheid het Ridderkruis van de Orde van de Eikenkroon. Diepen overleed te Tilburg op 17 december 1865. Hij trouwde te Boxtel op 13 oktober 1814 met Maria Magdalena Adriana van der Voort (Boxtel 1796 – Tilburg 1875). [RP]