Collectie-item

Instelling/bron: Natuurhistorisch en Volkenkundig Museum Oudenbosch

Messing sirihstel uit West-Java. Het bestaat in totaal uit meerdere onderdelen: een dienblad en een aantal potjes met en zonder deksel. Het dienblad is rondom gedecoreerd, maar de potjes zijn allemaal alleen glad afgewerkt.

Het gebruik van sirih (afkomstig van de betelnoot, het zaad van de betelpalm) was en is wijd verbreid in heel Indonesië. Het is een roesmiddel dat op een ingewikkelde manier klaar moet worden gemaakt voor gebruik. Daarom tref je op een compleet sirihstel een aantal potjes aan (meestal  5 stuks). Eén voor de betel- bladeren, één voor de kalk, één voor de betelnoot, enz. Het gebruik van sirih was een frequent gebeuren, dat een centrale plaats had in het sociale gebeuren.

In Indonesië noemt men het: het kauwen van de "Sirih-Pinang".

Om de sirih te maken wordt de betelnoot in kleine brokjes gehakt en ingepakt in een stuk betelblad (niet van de betelpalm maar van de betelpeper (een klimplant)) en vermengd met wat kalk, kruidnagel en pruimtabak.Er ontstaat bij menging een rode pasta die bij het kauwen het speeksel vuurrood kleurt.