Collectie-item
Portret van Cornelis Maria Petrus Malingré
Instelling/bron: Het Gouverneurshuis
Portret van Cornelis Maria Petrus Malingré, wijnhandelaar te Heusden. Malingré was gehuwd met Maria Anna Elisabeth Luyckx, van wie het Gouverneurshuis ook een portret bezit.
Schilderij gemaakt door H.A.J. Verhoeven
Kees Malingré (1791-1874 ) werd in Diest, België, geboren. Diest behoorde toen nog tot het Hertogdom Brabant van de Oostenrijkse Nederlanden. In 1816 trouwde hij in ’s-Hertogenbosch met Anna Luijckx (1796-1860). Het huwelijk bracht hun zestien kinderen, waarvan er slechts tien de volwassen leeftijd bereikten. In 1808 was Kees naar Heusden gekomen om in bierbrouwerij ‘De Schenckkan’ van zijn oom Cornelis van Dongen het brouwersvak te leren. Deze brouwerij was toen de meest aanzienlijke van de hele provincie. In 1840 droeg Van Dongen de brouwerij over aan Kees, die sinds 1816 ook een handel in wijn en gedestilleerd had. Kees was tevens plaatsvervangend kantonrechter, kerkmeester en lid van ‘De Oude Schutters’. Omstreeks 1860 namen Joseph en August, zonen van Kees, de brouwerij over. Kees en zijn kinderen speelden in Heusden in de 19e eeuw een belangrijke rol in het zakelijke, bestuurlijke en verenigingsleven. Door hun zakelijke successen en huwelijken maakten de Malingré's deel uit van de Heusdense elite.
Kinderen Malingré: jonggestorven, ongehuwd of geen info te vinden:
2. Johannes Theodorus (1817); 3. Johannes Theodorus Josephus (1819), beide kinderen zijn begraven/bijgezet in de NH kerk in de grafkelder van hun oom Cornelis van Dongen; 4. Theresia Hendrika (1820); 7. Simon Antonius (1825-?); 11. Mimi - Maria Josepha Huberta (1830-1914); 13. Gerardus Hubertus (1833-1835); 14. Adèle - Alida Huberta (1834-1882).
1. Kees jr. (1817-1908) trouwde in 1861 in Woudrichem met Maria Heijligers (1825-1918). Om onderscheid te maken met vader Kees, die de bijnaam Kiske van de Putterstraat had, kreeg deze Kees de bijnaam ‘Kiske van de haven’. Hij was koopman en wijnhandelaar en bouwde in de Molenstraat een bedrijf op in ‘wijn en gedestilleerd’. Hij had de depots voor Heusden van Cooijmans Likeur en Hoppe Jenever. Op 2 juli 1850 verzocht Kees bij de gemeente toestemming voor de oprichting van een stroopbranderij in zijn gebouw in de Molenstraat op de hoek van de Havenstraat, hetgeen werd toegestaan. De ingrediënten voor koffiestroop waren: stroop gekookt van uit Groningen aangevoerde cichoreiwortels, fijngestampte steenkool en krijt. Dit mengsel werd gekookt en gebrand; bij afkoeling ontstond een steenharde massa die weer fijngemalen werd, verpakt en als de beste koffiestroop verkocht.
Kees werd opgevolgd door zijn zoon en wijnhandelaar Rudolf (1863-1905). Rudolf was op 22 mei 1900 getrouwd met Anna van den Braak (1871-1935). De bedrijfsnaam werd ‘Cornelis Malingré Zoon, Molenstraat 128-129’. Rudolf overleed op 12 januari 1905, waarna zijn zus Aglaé hem opvolgde. Aglaé was in 1900 getrouwd met sigarenfabrikant Johannes Keunen uit Stratum-Eindhoven (1873-1952). Het echtpaar verhuisde op 25 april 1905 vanuit Stratum naar Heusden, waar ze het bedrijf als ‘Wijnhandel Keunen Malingré’ hebben voortgezet.
5. Betsy (1821-1911) trouwde in 1851 met Kees Roomer (1818-1880). Kees was grutter, handelaar in kruidenierswaren en molenaar van boekweit. In Heusden hadden zij een grutterswinkel en woonden in het Gouverneurshuis. Vele jaren was hij ook wethouder.
6. Henriëtte (1824-1888) trouwde in 1853 met Henri van der Heijden (1824-1871) uit Gouda. Henri was arts of medicinale doctor en zij woonden in de Putterstraat, waar hij ook zijn praktijkruimte had.
Theo werd op 6.6.1852 tot priester gewijd. In het bisdom Haarlem was hij op meerdere plaatsen kapelaan en bouwpastoor. Hij was Geheim-Kamerheer van Z.H. de Paus, begiftigd met het Erekruis “Pro Ecclesia Pontificeer’ en Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ruim 35 jaar was hij Deken van Gouda en pastoor van de Parochie van O.L.V. Hemelvaart. De monseigneur overleed in Gouda, waar zijn monumentale praalgraf op de parochiebegraafplaats nog steeds aanwezig is. In de geveltop van het voormalige parochiehuis, dat door hem gesticht was, is zijn beeltenis nog te vinden.
Hij was geaggregeerd klerk en werd Rijksontvanger van Belastingen in Eindhoven, Amsterdam en Beverwijk. Na zijn pensionering woonde hij samen met zijn ongetrouwde zus Mimi in het pand Havendijk 68/69.
In 1850 werd de brouwerij De Schenckkan door hem en zijn broer August van vader Kees overgenomen. Joseph was bierbrouwer en in de periode 1871-1876 burgemeester van ‘Oudheusden en Elshout’. Hij overleed tijdens de eendenjacht waarbij hij door een van zijn medejagers per ongeluk in het hoofd werd geschoten. Het ongeluk gebeurde in een roeiboot vlakbij de Haarsteegse molen. De verwonding was zo ernstig dat hij, kort nadat hij naar Heusden was overgebracht, overleed.
12. Louis (1831-1904) trouwde in 1862 in ’s-Hertogenbosch met Catharina Gerritsen (1838-?). Louis was de stamvader van de Amsterdamse tak, waarover geen informatie gevonden kon worden.
15. August (1835-1885) trouwde in 1873 in Heusden met Joanna Heijbeek (1846-1885), dochter van een wachtmeester van de marechaussee. Het echtpaar kreeg vier kinderen, die tussen vier en tien jaar oud zijn overleden. August was de laatste bierbrouwer bij De Schenckkan en stond in 1883 nog als zodanig geregistreerd. Na een kortstondige ziekte overleed hij in 1885.
16. Gerard (1836-1919), trouwde in 1875 in Zaltbommel met Maria van Boeckel (1851-1890). Gerard was in Heusden apotheker en drogist. Het echtpaar had een grutterswinkel op de Vismarkt met agentschappen als: Palthe Kledingstomerij, Stoombootrederij Heusden-Dordrecht, Maatschappij van Brandverzekering etc.