Collectie-item

Blanc Carré

Instelling/bron: Museum Helmond

Blanc Carré is niet wat het zegt te zijn, het doek is wit noch vierkant. De lokaal dik aangebrachte materie doet denken aan gestolde lava. Hier en daar schemeren onderliggende kleuren rood, zwart en bruin door het wit heen. Schilderen is eigenlijk niet het goede woord voor de kunstpraktijk van Bram Bogart. De in België woonachtige Nederlandse kunstenaar boetseert, smeert, druipt en metselt met zijn materiaal, tot hij tevreden is over de vorm. De substantie waarmee hij werkt is een eigen recept dat hij na jarenlang experimenteren met olie, pigment, cement en kleurstoffen heeft weten te perfectioneren. Bogart maakte dit werk net voor zijn stijlomslag in 1960, wanneer hij zijn abstract expressionistische idioom verruilt voor meer statische composities. Vorm en kleur buitelen niet langer over elkaar heen, maar worden in afgebakende geometrische vormen en stroken tegen elkaar afgezet. Die overgang is in Blanc Carré reeds zichtbaar. Het overheersende, pasteuze wit verraadt zijn voorkeur voor pure kleur en structuur. Het vormt echter nog geen coherent geheel, de spontane handeling is nog zichtbaar.