Collectie-item

Aanbidding der koningen

Instelling/bron: Museum Krona

Het drieluik werd rond 1525 te Antwerpen geschilderd. In de Scheldestad waren toen talrijke schilders actief die zich specialiseerden in dergelijke onderwerpen. Het zijn vaak drukke, bonte schilderijen. De compositie is niet zelden wat gezocht, wat buitenissig. Deze vooral in Antwerpen werkzame schilders worden dan ook wel extravaganti of maniëristen genoemd. Bij hen was vooral de verbeelding van de aanbidding van de drie koningen met hun exotisch uiterlijk en mysterieuze afkomst binnen een rijk decor populair. Met het schilderen van deze specifieke voorstelling werd de schilder Pieter Coecke van Aelst beroemd en rijk. Zij werk raakte over heel Europa verspreid. Soortgelijke werken bevinden zich in musea te Utrecht, Dublin, München en Aix-la-Chapelle. In kwalitatief opzicht neemt dit drieluik een zeer vooraanstaande plaats in. In tegenstelling tot het meeste drieluiken van de geboorte staan hier niet alle personen op het middenpaneel. Josef en koning Balthasar zijn verhuisd naar de zijpanelen. De detaillering, de uitwerking van de architectuur is rijk. Een opvallend detail is de weergave achter Maria van de kindermoord te Bethlehem. Deze gruwelijke gebeurtenis, uitgevoerd door soldaten van Herodes, is hier gesitueerd binnen een gotisch aandoende kasteelarchitectuur. Deze architectuur steekt nogal af tegen de talrijke vroeg- renaissance bouwelementen binnen de compositie. Dit paneel is oorspronkelijk afkomstig uit het franciscanen klooster van 's- Hertogenbosch. Na de val van deze stad in 1629 werd het naar alle waarschijnlijkheid overgebracht naar hun nieuwe vestiging te Megen. In een uitgave van 1948 wordt die verblijfplaats nog genoemd. Later is het paneel verhuisd en kon het in 1988 door het museum aangekocht worden.