Collectie-item

Aanbidding der Koningen

Instelling/bron: Museum Krona

De Meester van 1518 ontleent zijn naam aan een in dat jaar gedateerd, in Antwerpen gebeeldhouwd altaarretabel te Lübeck. Oorspronkelijk maakten ook geschilderde panelen onderdeel uit van dit retabel. Twee van deze panelen worden in de Staatsgalerei van Stuttgart bewaard, twee in het Sankt Annen-Museum te Lübeck. De Meester van 1518 sluit nauw aan op de oude, nog als gotisch te kwalificeren schilderkunst van de Nederlanden. Zijn werk past in de traditie van Dirck Bouts, Memlinc, Hugo van der Goes en anderen. Toch onderscheidt hij zich van zijn voorgangers door nieuwe elementen in zijn werk op te nemen, zoals het renaissancistische centraal perspectief, de toepassing van opvallende, felle kleuren als gelen en oranjes, de, soms overdreven aandoende, sierlijke houding van de figuren, de mondaine kleding enz. Deze overgangsfase is kenmerkend voor meerdere in Antwerpen en omgeving geschilderde voorstellingen uit het begin van de zestiende eeuw. Deze stijl wordt wel aangeduid als het Antwerpse maniërisme (1500-1530) De Meester van 1518 is belangrijke vertegenwoordiger van deze stijl. In 1966 bracht onderzoeker Marlier de Meester van 1518 in verband met Jan van Dornick(-e), de schoonvader van Pieter Coecke van Aelst. Deze laatste zou in 1527 het atelier van zijn schoonvader hebben overgenomen. Bij dit paneel, zonder zijluiken, wijst de compositie, de opstelling van de figuren gegroepeerd ronde de centraal gesitueerde Maria met Kind, alsmede de gotische bebouwing op de Meester van 1518 of Jan van Dornicke. De nadrukkelijke omkadering van klassiek aandoende architectuur duidt op de invloed van een nieuwe stijl, de renaissance. Op deze stijl zou Pieter Coecke van Aelst zich meer een meer gaan toeleggen.