Venloon en het oprukkende stuifzand

Een middeleeuwse milieuramp in de Loonse en Drunense Duinen

Kaart Venloon bijgesneden

Uitsnede van een kaart gemaakt ergens tussen 1618 en 1651 van het voormalige baljuwschap Zuid-Holland met als titel Hollandiae Meridionalis Pars II continens novissimam Insularum Dordracensis, Alblasser, Crimper et Clundert. Midden onder is het huidige Loon op Zand te zien dat hier wordt gespeld als Venloon op Zant. (Bron: Regionaal Archief Dordrecht)

Alle rechten voorbehouden

De Loonse en Drunense Duinen is met zijn levend stuifzand een uniek natuurgebied, zowel in Brabant als Europa, dat anno 2020 terecht wordt gekoesterd. Tegelijkertijd heeft dit iets ironisch. De duinen zijn namelijk ook het overblijfsel van een milieuramp die in de Late Middeleeuwen plaatsvond. De gevolgen hiervan ondervonden destijds ook de bewoners van Venloon, voorloper van het tegenwoordige Loon op Zand.

Toen amateurarcheologen van de lokale heemkundekring in Loon op Zand in de jaren vijftig opgravingen deden op een weide liggend in de Loonse en Drunense Duinen stuitten zij op een lugubere vondst: onder het zand bevonden zich botten van mensen. Nu was het deze weide waar het vroegere dorpje Venloon lag, maar de archeologen hadden verwacht dat de geraamtes destijds meeverhuisden toen de bevolking in 1391 het dorpje verliet. Toen stichtten de Venloners het enkele honderden meters verderop het zuidwestelijk gelegen Venloon op ’t Zant, later verbasterd tot Loon op Zand. Hier bouwden zij een nieuwe kerk, maar de graven van Venloon verhuisden dus niet mee naar deze kerk. Sterker, de oude kerk van Venloon bleef nog eeuwenlang staan. Pas in 1570 kregen de inwoners van Loon op Zand toestemming van de bisschop om de kerk te slopen.

Kaart Westloon

Kaart afkomstig uit de in c. 1868 gepubliceerde Gemeente-Atlas van Nederland. Op deze kaart zijn de gehuchten Efteling en Westloon te zien. (Bron: Regionaal Archief Tilburg)

Alle rechten voorbehouden

 

Ontbossing

Nu is het een feit dat de Venloners in een gebied woonden waar zich destijds een milieuramp voltrok, of beter gezegd, voor de tweede maal. Gaan we duizenden jaren terug in de tijd, naar de Steentijd, dan was de Loonse en Drunense Duinen nog een uitgestrekt eikenmengbos waarin jagers en verzamelaars leefden. Hier kwam verandering in met de Brons- en IJzertijd, wanneer de eerste boeren begonnen met het platbranden van stukken bos voor gebruik als akkergrond. Het eikenbos veranderde langzaam in een heidevlakte, afgewisseld met overgebleven hakhoutbosjes.

In de Late Middeleeuwen bedreven de Venloners inmiddels intensief akkerbouw op de heidevlakte. Zowel ’s winters als ’s zomers oogstten zij graan waardoor, in combinatie met de grazende schapen, de grond steeds schraler werd. Ook omdat men in het westelijker gelegen Waalwijk en omstreken in dezelfde periode begon met het ontginnen van veen. Hierdoor klonk het veen in en zakte de bodem. Dit had consequenties voor het hoger gelegen Venloon: de regen die hier viel, stroomde onmiddellijk door naar het ingezakte Waalwijk. Zodoende was er sprake van een dubbele verschraling. Het is vanaf dit moment dat het stuifzand vrij spel begon te krijgen in de Loonse en Drunense Duinen.

Efteling

De rode stipjes op deze kaart van de Topografische Dienst uit 1936 maken dadelijk dat er toen in het gehucht Efteling nog bebouwing stond. Deze huizen zullen verdwijnen met de uitbreiding van het gelijknamige attractiepark vanaf 1951. (Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum)

Alle rechten voorbehouden

 

Strijd tegen het zand

De grote vraag is of het stuifzand de reden was dat de inwoners van Venloon hun dorp ontvluchtten. De legende van de Ses Boogscheuten Weeghs zegt van wel. Bedreigd door het stuifzand zouden de Venloners zes maal met pijl-en-boog hebben geschoten om te bepalen waar hun nieuwe kerk, die van Loon op Zand, zou moeten worden gebouwd. Alleen deze legende zegt niets over het feit dat de Venloners wel degelijk de strijd zijn aangegaan met het stuifzand.

De nu aan de kopse kant gelegen van de weide gelegen duin is de wal die de Venloners destijds opwierpen om hun dorp te beschermen tegen het stuifzand. Dergelijke wallen waren er wel meer in de Loonse en Drunense duinen, vaak werden zij beplant met eiken. De vraag is hoe effectief deze zandwallen waren.

Het verdwijnen van Efteling - een sprookje?

Veel hedendaagse bronnen beweren dat in de Loonse en Drunense duinen gelegen dorpjes als Westloon en de Efteling door het stuifzand werden bedolven. Deze dorpjes komen echter nog steeds voor op achttiende-, negentiende- en twintigste-eeuwse kaarten. De laatste looiboeren die het gehucht de Efteling vormden verdwenen pas halverwege de twintigste eeuw, toen met hun ambacht geen geld meer viel te verdienen en het wel bekende attractiepark werd opgericht. Nu is het onduidelijk of dit hetzelfde gehucht de Efteling was als in de Middeleeuwen, maar zo ja, dan betekent dit dat de Efteling niet ten onderging aan het stuifzand. 

Ook voor Venloon is het moeilijk precies te zeggen welke impact het stuifzand nu precies op het dorp had. Wel zijn er aanwijzingen dat Venloon het stuifzand heeft weerstaan. Het blijkt onder meer uit opgravingen die in 2004 op de eerdergenoemde weide werden gedaan in het kader van het tv-programma Spoorzoeker. Bij deze opgravingen vonden de archeologen wel stuifzandresten terug op de houtwal maar niet in de weide erachter. Dit impliceert dat de houtwal destijds zijn werk goed heeft gedaan door Venloon tegen het oprukkende zand te beschermen. Daarmee is de lang gangbare hypothese en die ook terugkomt in de legende van de Ses Boogscheuten, namelijk dat Venloon ten onder is gegaan aan het stuifzand, niet langer vanzelfsprekend. Het kan ook zijn dat Venloners naar Loon op Zand zijn verhuist vanwege economische motieven of veranderende bezitsverhoudingen.

 

Conclusie

Het moge duidelijk zijn dat de dorpsbewoners van Venloon hebben geworsteld met het toenemende stuifzand en wellicht dat zij daardoor besloten te verhuizen, maar tegelijkertijd hoeft het dus niet het zand te zijn geweest waardoor zij Venloon verlieten. En uit de recente opgravingen blijkt verder dat het onwaarschijnlijk is dat het dorp zelf door het stuifzand is opgeslokt.

 

Bronnen

Bestemmingsplan Wereld van de Efteling, 2018.

Maes, B., Oude boskernen in de Loonse en Drunense Duinen. Een overzicht van de autochtone genenbronnen van bomen en struiken in het Nationaal Park, Utrecht, 2007. 

Nales, T., Archeologisch bureau- en karterend booronderzoek plangebied De Hoogt te Loon op Zand, 2013.

Van den Elshout, V., Spoorzoeker: het verdwenen dorp (deel 1 en 2), Veldkamp Produkties, 2004.