De actie opzoeken
Dave is geboren in Colombia, maar getogen in Reusel. Inmiddels woont hij met zijn vriendin en twee zoons in Bladel. Hij overweegt nooit om weg te gaan uit Brabant.
Oorspronkelijk wilde hij piloot worden, maar door een eerder gebroken scheenbeen als gevolg van het voetballen kwam hij niet door de keuring. “Wacht nog maar een paar jaar”, kreeg hij te horen. Maar Dave wilde niet wachten. Op zijn achttiende meldde hij zich aan bij het Korps Mariniers. Hij was de oudste van vijf kinderen en was het beu om thuis te zitten. Aangetrokken door het avontuur, het duiken en films over de Amerikaanse Navy SEALs was de keuze snel gemaakt. Voor hij het wist zat hij in Amsterdam voor de medische keuring. Op 23 oktober 2000 begon hij aan zijn opleiding.
De opleiding ervaarde hij als intens. Niet op fysiek, maar op mentaal gebied. Het was voor Dave wennen om je constant aan regeltjes te moeten houden en altijd naar de baas te moeten luisteren. Zijn eerste gedachte toen hij aan de opleiding begon? “Ik ga m’n eigen niet als een hond laten behandelen.”
Gaandeweg veranderde zijn houding en kreeg hij meer waardering voor de opleiding. Het goede contact met zijn opleidingsbuddy’s, de ‘baksmaten’, heeft hierin veel geholpen. Met velen heeft hij nog steeds contact. Mede door deze groepsbinding kijkt hij positief terug op de opleiding.
Een dubbel gevoel
In 2003 werd Dave uitgezonden op de SFIR 2 missie in Irak. Als verkenner was het zijn taak zo veel mogelijk informatie uit de lokale bevolking te halen en de veiligheid van de burgerbevolking te garanderen. Dit was ook de eerste keer dat hij onder vuur kwam. Voor Dave een moment van realisatie wat voor een beroep hij had gekozen. Maar dat beroep beviel Dave. Oorspronkelijk was het zijn plan om na vier jaar te stoppen en een HBO-opleiding te doen. Echter, toen hij in 2004 terugkwam uit Irak, tekende hij voor vier jaar bij. Uiteindelijk is hij acht jaar eerste klas geweest, waarin voor hem het ‘wereldje’ van de Special Forces centraal heeft gestaan als aantrekkingskracht.
Na ongeveer een jaar in Nederland te zijn geweest, werd Dave in 2005 uitgezonden naar Afghanistan, zijn tweede missie. Ook hier was hij verkenner. Het was zijn functie de Afghaanse verkiezingen in goede banen te helpen leiden. “Een rustige missie”, zo geeft hij aan. “Totdat je op een plein wordt aangegrepen door een zelfmoordterrorist.” “Ik weet nog dat ik wilde kijken waar mijn team was, dus ik draai m’n eigen om, en vanuit mijn ooghoek zie ik een flits en naderhand een knal, een hoop paniek.”
“En daar sta je dan als jonge vent van 21-22. Dat is toch wel iets wat mij op latere leeftijd de nek heeft omgedaan.” Inhoudelijk gaat Dave er niet verder op in, maar het is duidelijk dat het mentaal een keerpunt is geweest in zijn beleving van wat hij daar kwam doen. “Het besef dat… het is niet alleen mensen helpen, hè. Als je daar naartoe gaat, moet je verwachten dat je ook slachtoffer kan worden.”
Desondanks ging Dave door. Na acht jaar eerste klas deed hij de korporaalsopleiding. Als vuursteun ging hij een tweede keer naar Afghanistan. Ook daar is hij vaak door het oog van de naald gekropen. Het leven op een missie was voor Dave heel anders. De constante alertheid en het sterke kameraadschap waren dingen waar hij snel aan gewend was. Thuiskomst was voor Dave dan ook altijd een raar moment. Hij was erg blij om weer thuis te zijn, maar hij kon zich nooit volledig acclimatiseren. “De missie kon mij niet achterlaten, en ik kon de missie ook niet achter me laten.” Het zijn veelzeggende woorden, die gedurende Dave’s loopbaan steeds meer tot hem doordringen.
Trots
In 2019 begint Dave veel last te ondervinden van de intensiteit van zijn beroep en de heftige dingen die hij heeft gezien en moeten doen. Hij gaat de ziektewet in, met extreem veel last van vermoeidheid. Waarom hij ziek was, wist hij niet goed. Tegen beter weten in werd hij na een jaar weer operationeel. Echter was al heel snel duidelijk dat dit teveel was voor Dave. Eind 2020 was de tank helemaal leeg. Het betekende het begin van een vervelend, twee jaar durend proces, waarin hij van de ene naar de andere dokter ging. Niemand wist precies waar hij last van had. Tot hij in september 2022 werd gediagnosticeerd: PTSS (posttraumatische stressstoornis). Sinds 2022 zit Dave thuis. Ergens was de diagnose bevrijdend voor hem, het heeft hem geholpen te accepteren dat zijn diensttijd erop zit. “Ik heb nu twee weken terug, heb ik twaalf weken lang een veteranen intensieve behandeling gehad, voor de PTSS. Of het de vruchten heeft afgeworpen, weet ik nog niet. Maar ik heb het wel geaccepteerd, dat het op gegeven moment gewoon klaar is.”
Ondanks zijn turbulente carrière en de moeite die hij daar in latere jaren mee heeft, heeft Dave geen moment spijt gehad van wat hij heeft gedaan. Wanneer ik hem vraag of hij trots is op zijn diensttijd, zegt hij zonder twijfel, maar wel met kippenvel, stellig ja. “Ik zou het zo weer doen.” Belangrijk in Dave zijn trots is het feit dat mensen zich niet altijd realiseren dat militairen ook maar mensen zijn. Hij geeft eerlijk aan weleens doodsangsten te hebben gehad tijdens missies. Maar de realisatie dat hij daar als “normaal mens” op een bijzondere manier anderen probeerde te helpen, woog op tegen die angst.
De waarde van Brabant
Dave’s kameraden waren van grote waarde voor hem tijdens zijn missies. Dat waren de mensen die zijn situatie begrepen. Als het met iemand een dag wat minder ging, dan werd die persoon geholpen. Extra mooi hieraan was dat Dave weleens op missie was met alleen maar Brabanders in zijn team. Met z’n twaalven spraken ze dan Brabants, om de rest voor de gek te houden. “We hadden een beetje onze eigen geheimtaal.” Tijdens missies kon hij extra goed overweg met andere Brabanders. De reden daarvoor kan hij lastig uitleggen. Dave merkte dat hij als Brabander met iedereen goed kon samenwerken, maar met de Brabanders liep het allemaal nog net wat makkelijker.
Het is een gevoel wat Dave al zijn hele leven heeft, het fijn vinden om bij zijn eigen mensen te zijn. Voor hem is het de normaalste zaak van de wereld om iedereen op straat gedag te zeggen, of spontaan met iemand een praatje te maken. Voor ons interview zijn we neergestreken in Uden. Maar in de Kempen voelt hij zich echt thuis. “Als ik dadelijk voorbij Eindhoven ben, dan ben ik thuis, bij m’n eigen volk, bij m’n eigen mensen." "En daar ben ik trots op.”
Terugkomen en weer weggaan
Dave z’n kijk op de wereld is aanzienlijk veranderd sinds hij zich in 2000 bij het Korps Mariniers aanmeldde. Hij heeft veel van de wereld gezien, en het op trainingen en missies vaak met weinig moeten doen.
Of het nou bij een huisinval in Nederland was, of op zee bij Somalië om een Duits koopvaardijschip te bevrijden van piraten, Dave bevond zich vaak in moeilijke situaties. Toen hij na zijn eerste missie, in Irak, terug thuis kwam, had hij veel waardering voor de luxe waar we in Nederland in leven. Daardoor heeft hij dingen heel erg in verhouding leren te plaatsen, hij is blij met wat hij heeft. Een nederigheid waarvan hij zegt dat bijna iedere veteraan die wel heeft.
Tegelijkertijd voelde hij zich onoverwinnelijk toen hij terugkwam uit Irak. “Ik was ook maar een snotneus. Maar ik had wel gevochten, en niemand kon je wat, want ik had de kogels om mijn oren gehad.” In Nederland was hij bang voor niemand. De eerste keer thuiskomen ervaarde hij in het begin dan ook als prettig. Maar al vrij snel kreeg Dave gemengde gevoelens. Hij dacht elke dag aan het vechten en had de adrenaline nodig. Toch was weggaan ook vreemd. Hij vond het moment van afscheid nemen van zijn vriendin en zoons moeilijk. Als hij zich eenmaal omdraaide en het vliegtuig instapte was hij met zijn gedachten weer volledig bij de missie, maar aan het einde van de missie gold het omgekeerde. Zodra hij het vliegtuig instapte naar Eindhoven dacht hij alleen nog maar aan het thuisfront. Het is een dubbel gevoel, erkent Dave: “Tuurlijk keek ik ernaar uit om weer weg te gaan. Maar je kijkt er ook naar uit om zo snel mogelijk weer terug te komen.”
Het vat mooi samen hoe Dave werk en privé voor zichzelf nooit goed gescheiden heeft kunnen houden. Met zijn omgeving lukte dat beter. Hij heeft het inhoudelijk nooit gehad over wat hij deed op zijn missies, met uitzondering van kameraden. Iets waarvan hij zegt dat hij dat misschien wel had moeten doen, achteraf gezien.
Het is goed geweest
Dave Wouters heeft op 43-jarige leeftijd meer gezien en gedaan dan veel mensen in hun hele leven. Hij is niet meer de persoon die hij was toen hij zich aanmeldde bij de Marine. Hij is anders. De actie heeft hij gezien, de adrenaline heeft hij gehad. Zijn tijd bij het Korps Mariniers heeft hem meer gegeven dan waar hij voor kwam. Nu gaat Dave dan ook stoppen. “Ik ga het burgerleven in. Misschien nog wel bij Defensie, dat weet ik nog niet zeker.” Op missie gaan is hij in ieder geval klaar mee. En hoewel hij een lijst aan dubbele gevoelens heeft over wat zijn carrière hem heeft gebracht, staat trots duidelijk bovenaan de lijst.