Een speciale plek in mijn hart
Marianne is geboren in Suriname. Toen ze vijf jaar oud was, in 1975, is ze samen met haar moeder naar Nederland gekomen. Van haar eerste jaren in Suriname weet ze niet veel meer: “Ik ben naar Eindhoven gekomen en echt in Brabant opgegroeid.” Eindhoven is daarom een bijzondere plek voor Marianne. “Het Brabantse hoort echt bij mij. De Brabantse tongval heb ik niet echt, maar het bourgondische van het Brabantse land vind ik wel bij mij passen”, vertelt Marianne. Als ik haar vraag wat het bourgondische voor Marianne betekent, gaat ze vooral in op de gezellige sfeer die ze bij Brabant voelt: “Gewoon echt lekker gezellig doen, dat vind ik belangrijk. Lekker genieten, en komt het vandaag niet, dan komt het morgen wel. Zo’n insteek.”
Naast de plek van opgroeien, is Brabant ook de plek waar Marianne vele ervaringen bij de Defensie opdoet. “In 1997 ben ik bij de Luchtmacht terechtgekomen, toen nog als beveiligingsbeambte. Eerst nog in Arnhem, maar vanaf 2000 bij de vliegbasis in Eindhoven.” In eerste instantie solliciteerde Marianne voor een functie binnen de bewaking. Maar tijdens de militaire opleiding merkte ze dat dat toch niet haar ding was en zo is ze bij de materiële logistiek terechtgekomen. Op de vliegbasis in Eindhoven heeft Marianne verschillende functies gehad, waardoor de vliegbasis een speciaal plekje in haar hart heeft. Hier vertelt ze meer over in de video.
Met je neus op de feiten
Vanuit de Luchtmacht is Marianne ook verschillende keren op missie geweest. Haar eerste missie was in 2002, naar Banja Luka in het voormalige Joegoslavië. In 2006 is ze vervolgens naar Afghanistan geweest. Eerst naar Kabul, voor vier maanden, en in 2009 naar Kandahar, ook voor vier maanden. “In Bosnië was de oorlog eigenlijk al afgelopen, dus je merkte gelukkig niets van gevechten of rare dingen om je heen. Ik werd elke keer op een nieuwe functie geplaatst, waardoor ik van alles heb gedaan en veel mensen heb ontmoet. Ook mensen uit Bosnië zelf. Soms mochten we van het compound af, naar de CD alley, zoals dat werd genoemd. Dat was een straat met allerlei winkeltjes en daar raakte ik met Bosnische dames aan de praat.”
Ook tijdens haar missies in Afghanistan kwam Marianne in aanraking met de lokale bevolking. “Soms was het ook wel aangrijpend. Onderweg heb ik wel wat gezien van hoe de mensen daar leven. Geen bestrating en van die lemen huisjes allemaal. Kinderen die bedelden. Dat vond ik wel een dingetje. Dan word je toch wel met je neus op de feiten gedrukt. Dat wij hier in Nederland vrij ontevreden zijn over dingen, maar eigenlijk hartstikke verwend zijn. Daar word je wel mee geconfronteerd.”
Contacten over de hele wereld
Marianne's missies naar Afghanistan waren individuele uitzendingen, in plaats van uitzendingen met een eenheid. Daarom ging ze samen met allerlei mensen vanuit verschillende krijgsmachtdelen, kazernes en vliegbasissen op missie. “Dat vond ik eigenlijk nog het leukste, andere mensen leren kennen”, vertelt Marianne. “Ik werkte toen samen met Britse collega’s en mensen uit de Filipijnen, zowel militairen alsook burgers. In Kabul was dat ook. Daar heb ik heel veel met Duitsers samengewerkt.”
Het veteraan zijn heeft Marianne dan ook veel gebracht. “Het contact met de andere militairen was heel fijn. Iedereen had dan wel een andere werkplek, maar na het werken of op een vrije dag, kon je altijd een lach en een traan delen.” Tot op de dag van vandaag heeft ze vriendinnen vanuit haar uitzendingen, met wie ze nog regelmatig contact heeft. Die contacten blijven niet binnen de landsgrenzen. Marianne heeft namelijk zelfs contact met een Canadese reservist en twee mannen uit Engeland, met wie ze zo af en toe nog eens mailt.
“Het is toch wel een klein wereldje, de Defensie. Je hebt niet wekelijks of maandelijks contact, maar je hebt bijvoorbeeld wel de Veteranendag en de Luchtmacht Veteranendag, en daar kom je altijd weer mensen tegen. Of je komt ineens weer samen te werken ergens.” Marianne glimlacht als ze vertelt. Als ik haar vraag of ze zich verbonden voelt met de Defensie, antwoordt ze volmondig ‘ja’. In de video vertelt ze hier meer over.
Trots en Pride
Marianne heeft niet alleen fijne contacten binnen de defensiewereld, maar ook daarbuiten. Als lesbische vrouw voelt ze zich thuis in de LHBTIQ+ gemeenschap, waarin ze regelmatig naar feestjes gaat of meedoet aan de botenparade tijdens de Pride. “Het is toch ook echt een beetje familie, net zoals bij de defensie.” Ook is Marianne vaak aanwezig bij evenementen van de Stichting Homoseksualiteit en Krijgsmacht (SHK). “Met 4 mei leggen we altijd een krans bij het homomonument.”
Alle herinneringen en ervaringen die ze heeft gemaakt tijdens haar opgroeien in Brabant en haar werk binnen Defensie, maken haar een sterke, zelfstandige vrouw. Marianne hecht waarde aan haar familie en vrienden, maar is ook trots op haar eigen onafhankelijkheid als vrouw. “Ik ben trots dat ik nu ben waar ik ben. Trots op dat ik bij Defensie werk, en het daar al zo lang volhoud. Ook dat ik met veel wilskracht deze job heb gedaan. Ik heb heel veel geoefend voor de testen die ik moest doen, zoals de sporttest. Ik ben er wel echt trots op dat ik dat allemaal gehaald heb. En ik ben nu al heel lang alleen. Ik ben er heel erg trots op wat ik zo in m’n eentje allemaal bereikt heb.”