Phillywood en de flop: de eerste Nederlandse geluidsfilm

Jan Teunissen in gesprek met Anton Mussert in 1941. (Bron: Filmstill uit De Propagandist, 2025)

Jan Teunissen in gesprek met Anton Mussert in 1941. (Bron: Filmstill uit De Propagandist, 2025)

Alle rechten voorbehouden

In de jaren '30 heeft Philips zich gewaagd aan een eigen filmstudio in Eindhoven, net na de uitvinding van de geluidsfilm. De eerste Nederlandse geluidsfilm, Willem van Oranje uit 1934, is het eerste en laatste filmproject van uit de koker van "Phillywood". De flop van de film leidde tot een sneeuwbaleffect in het leven van regisseur Jan Teunissen (1898 - 1975), die hierna propagandafilms voor de NSB maakte en bekend staat als "de filmtsaar", of ook wel als "de Nederlandse Leni Riefenstahl".

Phillywood

Na de sensatie van de eerste Amerikaanse geluidsfilm struikelde de internationale filmindustrie over zichzelf om iets met deze uitvinding te doen. De taalbarrière van film werd bovendien ineens een probleem bij de internationale distributie van speelfilms. Het werd voor bedrijven in de filmindustrie daarom veel interessanter om te kijken naar de markt in eigen land. Philips zag de kansen in Nederland voor het grijpen. 

Na een aantal uitvindingen als de Loetafoon door Loet Barnstijn (1880 - 1953) (een filmprojector die gekoppeld kon worden aan een grammofoon) en de Philisonor (een geluidsprojector), besloot Philips in 1930 zelf met filmproductie aan de slag te gaan. Op het terrein aan de Oirschotsedijk dat later Strijp T zou heten, ontwikkelde Philips een eigen filmstudio, met de gevleugelde naam 'Phillywood'.

In 1932 werd de allereerste geluidsfilm in Nederland gemaakt, Terra Nova. Deze film is echter nooit in Nederlandse bioscoopzalen vertoond. Waarom precies, is nog altijd niet helemaal bekend. Er waren in elk geval allerlei problemen rond de film, waaronder een conflict over het gebruik van de bovengenoemde Loetafoon. Daarom kan Philips toch de eerste Nederlandse geluidsfilm claimen: Willem van Oranje.

 

Willem van Oranje in de jaren '30

Het was de eer aan regisseur Jan Teunissen om de film te maken in de Phillywoodstudio. Teunissen had eerder ervaring met documentairefilms die zich afspeelden in Amsterdam, waaronder Sjabbos, een documentairefilm uit 1931 over de Joodse Buurt. De keuze voor een film over Willem van Oranje (1533-1584) kwam van een speciaal comité, het Comité van Initiatief voor de vervaardiging van de Willem van Oranje Film. In 1933, het Willem van Oranje-herdenkingsjaar, wilden zij een film die hem op gepaste wijze zou eren.

Behalve het vierhonderdste geboortejaar van Willem de Zwijger, was de sfeer van de jaren '30 het juiste moment om een oranjenationalistische film uit te brengen. Nationalistisch gedachtegoed was populair en een grote (en groeiende) politieke beweging. In de aftiteling van de film staat dat de makers hadden geprobeerd een "nationaal-historisch document voor het Nederlansche volk" te maken. Bij de première van de film in januari 1934 waren daarom ook veel belangrijke politici aanwezig, zoals minister-president Hendrik Colijn (1869-1944) en prins Hendrik (1876-1934), samen met verschillende ministers en Tweede Kamerleden.

In deze tijd werd Willem van Oranje door veel mensen als een soort heilige gezien. Dat werd zo serieus genomen, dat het comité veel eisen stelde aan gekozen regisseur Jan Teunissen. Zijn werkzaamheden in Eindhoven werden daardoor niet gemakkelijker. Hij mocht bijvoorbeeld geen close-ups maken van acteur Cor Van der Lugt Melsert als Willem van Oranje, dat zou ongepast zijn. Historicus Abel van Oosterwijk heeft de productienotities van Teunissen onderzocht en ziet dat dit soort bemoeienissen van het comité veel voorkwamen. Zij zagen de film als een documentaire, de avant-gardist Teunissen wilde een dramafilm maken.

Willem van Oranje

Een portret van Willem van Oranje door Adriaen Thomaszoon Key ca. 1579. (Bron: Rijksmuseum Amsterdam)

Ondanks de goedbezochte première en de unieke status als eerste Nederlandse geluidsfilm, werd resultaat het niet goed ontvangen. De film had een slechte spanningsboog en het geluid, iets wat de film onderscheidend had moeten maken, was niet goed te verstaan. De film draaide gelijktijdig met De Jantjes, een remake van een grote en succesvolle film die nu ook met geluid te zien was. De Jantjes was in alle opzichten beter gemaakt en succesvoller dan Willem van Oranje. De critici vonden de film niets, het grote publiek bleef weg.

Er was één groep die zich achter de film bleef scharen. Tijdens een vertoning in Tuschinski hield fascistische groep De Princevlag een actie met trommels en een speech waarbij werd opgeroepen tot "nationale eenheid" naar aanleiding van de film. Na de speech gaven de actievoerders de fascistische groet en werd het Wilhelmus gezongen.

 

"De Nederlandse Leni Riefenstahl"

De flop van de film was een financiële strop voor de filmtak van Philips en betekende in één klap het einde van Phillywood. Experiment mislukt. De filmstudio’s werden na de oorlog het gebied wat nu bekend is als Strijp T, een industriecomplex. Philips zou nooit een succesvolle mediaproducent worden.

Wat betreft Teunissen, hij bleef werkzaam in de filmindustrie, maar kon pas echt weer als regisseur en filmmaker aan de slag toen hij lid werd van de NSB. Na de Duitse inval werd hij aangesteld als Leider van de Filmgilde van de Kultuurkamer. Hij maakte in die tijd antisemitische propagandafilms. Voor buitenstaanders opvallend: Teunissen had in zijn film Sjabbos weinig van dit gedachtegoed door laten schemeren en had op de set van Willem van Oranje ook met Joodse productieleden gewerkt. Later werd duidelijk dat zijn antisemitisme geen plotselinge wenteling was. Hij vond dat zijn beperkte succes kwam omdat Joodse filmmakers, die vanuit Duitsland naar Nederland waren gevlucht, zijn kansen hadden afgenomen.

In de eerste jaren na de oorlog stond Teunissen bekend als iemand die weinig los wilde laten over zijn werk tijdens oorlogsjaren en de consequenties hiervan. In zijn latere levensjaren is hij wel geïnterviewd, onder andere door historicus Rol Schuursma en historicus Egbert Barten. In deze interviews heeft Teunissen het een en ander losgelaten over zijn vroegere werk, zijn gekrenkte gevoelens over zijn carrière, zijn werk voor de NSB en zijn antisemitische denkbeelden. Delen van deze gesprekken met Teunissen zijn te horen in De Propagandist van Luuk Bouwman.

De documentaire De Propagandist van Luuk Bouwman, uitgekomen op 27 maart 2025, vertelt meer over de carrière van Jan Teunissen tijdens de bezetting.

Bronnen

Bouwman, L., De Propagandist, 2025.

Dibbets, K.H.F.M., Sprekende films: de komst van de geluidsfilm in Nederland 1928-1933, Amsterdam, 1993.

Mangnus, J, "Brabantse filmgeschiedenis, deel 5 : de eerste Brabantse geluidsfilm : Willem van Oranje in Philiwood", in: Brabant Cultureel (jrg. 2, nr. 8, 1996), 30.

Van Oosterwijk, A., “De sprekende zwijger. Willem van Oranje (1934) en het Oranjenationalisme van de jaren '30”, Journal for Media History, 03-10-2022. (Stand op 30 maart 2025).

Teunissen, J., Willem van Oranje, 1934.

Het Volk, “De film ‘Willem van Oranje’, was het verstandig, een Hollander met de regie te belasten?”, 18-07-1933.

De Tijd, “Het werk is begonnen”, 09-07-1933.

De Tribune, “Fascistenfurie bij Tuschinksy”, 09-01-1934.