Ernst van Mansfeld en het Beleg van Breda

Portret Peter Ernst II van Mansfeld

Portret van Peter Ernst II, graaf van Mansfeld. (Bron: Robert van Voerst, 1625-1636, Rijksmuseum)

De Duitse legeraanvoerder Ernst van Mansfeld stond tijdens het Beleg van Breda (1624-1625) aan de Nederlandse kant. Hij verzamelde mankrachten uit Engeland om in Breda mee te kunnen vechten tegen de Spanjaarden. Eenmaal aangekomen kon hij Breda maar weinig hulp bieden.

Ernst van Mansfeld

De Duitse Peter Ernst II van Mansfeld was een belangrijk figuur voor de antikatholieke strijdkrachten en een van de voornaamste legeraanvoerders van de Dertigjarige Oorlog. Hij werd geboren in Luxemburg, circa 1580, waar zijn vader de gouverneur was. Hij werd katholiek opgevoed en vocht tijdens de Vijftienjarige Oorlog in het 'keizerlijke’ leger tegen het Ottomaanse Rijk. Later vocht Ernst onder Leopold V van Habsburg (1586-1632), maar door ontevredenheid stapte hij over naar de Protestanten.

Mansfeld had maar één doel in het leven: een respectabele positie in de samenleving en zijn eigen stukje land voor zijn pensioen. Hij deed er alles aan om dit doel te bereiken. De Europese politiek was daarin slechts een middel om dat doel te bereiken en het gebruik van leugens en listen was niet uitgesloten.

Na een groot aantal slagen te hebben gevochten onder Karel Emanuel I (1562-1630) en Frederik V (1596-1632) besloot Mansfeld met zijn eigen leger verder te gaan. Waar hij voorheen slechts de aanvoerder was van andermans troepen, was hij nu zijn eigen baas. De timing kon niet beter. Door de komst en superioriteit van nieuwe vuurwapens waren er professionals nodig in en rondom het leger. Er was meer training nodig om de soldaten goed hun werk te kunnen laten doen. Ernst van Mansfeld was zo’n professional, met zijn eigen huurleger bovendien. Hij stond er ook om bekend snel een leger bij elkaar te kunnen verzamelen en daarin uiterst handig te zijn met zijn financiën. Dat was aantrekkelijk voor de opdrachtgever. Voor zijn soldaten was dit echter minder ideaal. Mansfeld gaf ze namelijk het minimale aan voedsel en onderdak. Daardoor was de hygiënische situatie ook nog eens beroerd.

Belegering van Schans Papenmuts, Beleg Bergen op Zoom, slag bij Fleurus

De belegering van Schans Papenmuts, het Beleg van Bergen op Zoom en de slag bij Fleurus. Mansfeld vocht mee in Bergen op Zoom en Fleurus. (Bron: Anoniem, 1622, Rijksmuseum)

Met zijn eigen leger trok hij naar koningen en heersers om zijn dienst als huurling aan te bieden, voor de hoogste prijs uiteraard. Hij bood ook aan de Nederlandse Republiek zijn diensten aan. Zo belandde hij in 1622 in dienst van de Nederlanden. Hij vocht in de slag bij Fleurus en in Bergen op Zoom. Daarna verbleef hij nog enige tijd in de Nederlandse Republiek zonder werk.

 

Europese politiek

In de tussentijd reisde Mansfeld in 1624 naar Londen en Parijs. Hij vertrok wel drie keer naar Londen en één keer naar Parijs, om met koning Jacob I van Engeland (1566-1625) en Lodewijk XIII van Frankrijk (1601-1643) te onderhandelen. Zijn doel: geld en troepen verzamelen, waarmee hij in bijvoorbeeld Nederland kon vechten tegen de Spanjaarden.

Mansfeld slaagde hierin. Koning Jacob en Mansfeld bereikten op 7 november 1624 een akkoord en ondertekenden een verdrag. Het was een erg open verdrag, waarbij Mansfeld geld en troepen kreeg en die mocht gebruiken op de manier die volgens hem het beste was. Na het ondertekenen vertrok Mansfeld naar Dover. Hij reisde met zijn leger, nu vol Engelse soldaten, naar de Zeelandse kust. Daar werd hij door de Nederlanders vriendelijk ontvangen in ruil voor de belofte dat hij mee zou helpen Breda te verlossen van de Spanjaarden.

 

Hulp aan Breda

Enkele maanden eerder begon in Breda het beleg door Ambrogio Spinola. Breda was destijds een bijzonder geval, omdat de verdedigingswerken rondom Breda uitzonderlijk nieuw waren. Door de superioriteit van deze verdediging was het minder een veldslag, en meer een tactisch spel waarbij bevoorrading van voeding en mankracht een essentiële rol speelden. Voor de familie van Nassau en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was Breda een belangrijk kernpunt aan de frontlinie. Met de val van Breda leek er veel meer dan alleen één stad verloren te gaan.

Uitsnede van een prent gemaakt door het atelier van Claes Jansz Visser, Beleg van Breda, 1624-1625, 1624 Rijksmuseum

Een prent uit het atelier van Claes Jansz Visser met het beleg van Breda, 1624-1625. (Bron: Rijksmuseum Amsterdam)

Toen Mansfeld begin 1625 in Breda eindelijk aankwam, kon hij maar weinig toevoegen. Zijn leger bleek uiteengevallen. Een groot deel was verzwakt door een pestepidemie, die waarschijnlijk was veroorzaakt door de erbarmelijke hygiënische situatie onder zijn soldaten. Anderen deserteerden simpelweg. Mansfelds financiële kundigheid bleek dan ook een probleem. Omdat hij zijn soldaten het minimale gunde, kon hij ook het minimale van ze verwachten. Hij bleef nog een tijd in Breda, in de hoop zijn zaken weer op orde te krijgen. Maar toen in maart Jacob I overleed en zijn zoon Karel I de nieuwe koning werd, ging het van kwaad tot erger. Karel I was het namelijk niet eens met het verdrag tussen Mansfeld en Jacob I. Karel paste het verdrag aan, waardoor Mansfeld zijn Engelse troepen en het geld alleen nog maar mocht gebruiken om de Palts te bevrijden. Daarbij mocht Mansfeld geen enkele Spanjaard kwaad doen. Er was voor hem geen reden om nog langer in Breda te blijven en hij moest dan ook vol schaamte aan de Nederlanders vragen of ze hem konden escorteren naar Duitsland.

 

Treurfeest der Calvinisten

Op een Spaanse spotprent op het verlies van Breda kreeg Mansfeld als ‘verrader’ een belangrijke rol. Mansfeld en Christiaan van Brunswijk trekken daarin het Turfschip van Breda voort in een rouwstoet, samen met andere burgers en Staatse notabelen. Het lijkt daarbij alsof Mansfeld en Brunswijk grote verantwoordelijkheid droegen voor het verlies van Breda.

Treurfeest der Calvinisten

Spaanse spotprent op het verlies van Breda door de Staatsen. "De verrader Mansfeld" begeleidt samen met Brunswijk de uitvaart van Breda. (Bron: Anoniem, 1625, Rijksmuseum)

Dat Mansfeld zo’n prominente rol in deze prent kreeg, terwijl hij in feite maar weinig had betekend voor Breda, maakt duidelijk dat de Spanjaarden hem in een slecht daglicht wilden zetten. Dit had waarschijnlijk te maken met zijn katholieke afkomst en de belangrijke rol van zijn broer Karel van Mansfeld in het Spaanse leger.

 

Conclusie

Opportunisten zoals Mansfeld en andere militaire ondernemers maakten gebruik van de militaire veranderingen en politieke onrust in de zeventiende eeuw. Zij reisden door heel Europa om aan diverse heersers hun diensten aan te bieden. Mansfeld toonde binnen deze onderhandelingen veel financiële en diplomatieke vaardigheid.

Zo kwam deze Duitse legeraanvoerder via een weg vol loze akkoorden en verdragen in 1625 uit in Breda. Hij bracht daar zijn half uiteengevallen leger én slecht nieuws. Breda rekende op de hulp van een bekende en grootse antikatholieke legeraanvoerder, maar werd voor de gek gehouden.

 
Bronnen

Von Rusdorf, J., Mémoires et négociations secrètes de Mr. de Rusdorf pour servir à l'histoire de la guerre de Trente ans Tome I, Leipzig, 1789.

Grossmann, J., Des Grafen Ernst von Mansfeld letzte Pläne und Thaten, Breslau, 1870.

Wedgwood, C.V., Thirty Years War, Londen 1947.

Van Acker, L., “Ieperse zwartzusters naar Breda”, in: Biekorf (jrg. 102 nr. 4, 2002) 366-371.