James Lind
James Lind (1716-1794) was een schotse arts en vond in 1747 het geneesmiddel voor scheurbuik. Bij scheurbuik had de patiënt een tekort aan vitamine C. Lind kwam erachter dat men door citroenen te eten dat tekort kon oplossen. In het hoofdstuk ‘On Hope’ beschreef hij de scheurbuikepidemie tijdens het Beleg van Breda. Hij vertelde de lezer echter niet over zijn geneesmiddel, maar het geneesmiddel van de Prins van Oranje.
Het wondermiddel van Breda
Toen Maurits van Oranje (1567-1625) van de epidemie hoorde, stuurde hij een brief om te melden dat hij zo snel mogelijk medicijnen zou sturen. Het medicijn zou duur, maar ook een werkelijk wondermiddel zijn. De medicijnen kwamen aan bij de burgers van Breda en iedereen was dolblij. Elke dokter kreeg drie kleine flesjes van het medicijn. Een paar kleine druppels, die de patiënt moest insmeren, zou al genoeg zijn om een persoon te genezen. Al snel begon iedereen zich een stuk beter te voelen. Zelfs burgers die al een maand lang niet hadden bewogen, konden ineens door de hele stad lopen. Het medicijn bleek inderdaad een wondermiddel!
Gewonden bij een ziekenhuis (Bron: Jacques Callot, 1632-1636, Rijksmuseum)
Een raadsel
Wat de situatie echter zo bijzonder maakte volgens Lind, is dat het medicijn eigenlijk niet hoorde te werken. Een of ander balsem dat ingesmeerd werd, ging in tegen het idee dat een vitamine C tekort het probleem was. Maar de burgers kregen te horen dat het een wondermiddel was en ze gingen dat ook echt geloven. Ze werden dan ook echt beter, omdat de kracht van hoop zo sterk was. Lind beschreef hier in feite het placebo-effect.
Bronnen
Onbekend, Our Relationship to Light, Londen, rond 1800.
White, M., “James Lind: The man who helped to cure scurvy with lemons”, op BBC.