De Efteling

sprookjesbos.png

Het snoephuisje uit het sprookje van Hans en Grietje in de Efteling. (Foto: Rex Germanus, 2007, Wikimedia Commons)

De Efteling is uitgegroeid tot een attractiepark van wereldniveau en is daarnaast een markant voorbeeld van Brabants erfgoed, voortgekomen uit initiatieven van het rooms-katholieke verenigingsleven in Kaatsheuvel.

Een dagje in de Efteling is, zoals Kees van Kooten (1941) eens opmerkte, een van de echte hoogtepunten in een kinderleven. Wie niet ooit als kind in het sprookjesbos zijn oor tegen een muzikale paddenstoel heeft gedrukt of de vliegende fakir op zijn tapijt voorbij heeft zien komen, heeft absoluut iets gemist in zijn leven.

Al voor de oorlog werd op het terrein van de Efteling een sportpark aangelegd met een aarden wielerbaan en een simpel speeltuintje. In het begin van de jaren vijftig groeide dat uit tot een natuurpark, zo noemde men tenminste de omzetting van woeste grond in een parkachtige omgeving met waterpartijen, dennenbossen en gazons. Vooral doordat de speeltuin aanzienlijk groter en aantrekkelijker werd, met bijvoorbeeld een zweefmolen en grote glijbanen, stroomden de bezoekers toe. Vanaf 1952 konden die ook terecht in wat lange tijd de kern van de Efteling zou blijven: het sprookjesbos, in eerste instantie bedoeld om aan de werkende bevolking van de Langstraat verantwoorde ontspanning te bieden.

langejan.png

Langnek in het sprookjesbos. (Foto: Thea van den Heuvel, 2002, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Het sprookjesbos was in essentie de schepping van de illustrator Anton Pieck (1895-1987), een romanticus tot in het diepst van zijn wezen die leefde in een voorbije en geïdealiseerde tijd. In de Efteling kreeg hij alle ruimte om die te herscheppen in de uitbeelding van de sprookjes en in de aankleding van het park en de attracties daarin. Zo kreeg het park een poppentheater, een spoorlijntje met traptreintjes en de bewegende en pratende kabouter – een wonder in die tijd – die je wees naar waar je voor een kleine boodschap terecht kon.

In samenwerking met de Eindhovense fotograaf en cineast Peter Reijnders (1900-1974)  die de technische uitwerking voor zijn rekening nam, gaf Anton Pieck aan de Efteling een geheel eigen karakter, herkenbaar in de bouwstijl, de belettering en zelfs de gebruikte kleuren.

Toen de tijden veranderden en het bezoek terugliep, sloeg de Efteling nieuwe wegen in. Attracties als de Python en de wildwaterbaan trokken een nieuw publiek van oudere jeugd. Maar ook de sprookjeswereld die ooit de basis vormde, heeft in attracties als Fata Morgana en Droomvlucht nieuwe dimensies gekregen.  

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 282.