Één voor allen, allen voor één

CR0621 Christ Derks 9

Christ Derks met de ingelijste portretten van zijn broers Henk en Gerard. (Bron: Ad Hermens, 2010, privébezit Ad Hermens)

Alle rechten voorbehouden

De familie Derks telde zestien kinderen, acht jongens en acht meisjes, en woonde op Hout in Geldrop. Het gezin had het niet breed. De zoons ventten aardappels voor de kost. Tijdens de oorlog deelden ze een grote afkeer voor de Duitse bezetter. Maar dat gold niet voor de achttienjarige Riek, één van de dochters.

Ze werd verliefd op een Duitse Feldwebel. Het feit dat hij was getrouwd en twee kinderen had, stond haar liefde niet in de weg. Voor haar broers Henk, Gerard, Theo en Christ, tussen de 35 en 22 jaar oud, was het gedrag van hun zuster een doorn in het oog.

 

Een koude winternacht

Op 2 februari 1942 is het, zoals heel die winter, erg koud. Wanneer Gerard ‘s avonds stomdronken thuiskomt en de boel wil afsluiten, zegt moeder hem nog even te wachten. Riek is nog op stap met haar geliefde. Boos pakt Gerard een broodmes uit de keuken en stapt op. "Ze hangt zeker weer ergens uit met die Mof." Met het mes loopt hij naar de deur. Moeder blijft angstig achter, maar Christ begrijpt de woede van zijn broer maar al te goed.

CR0621 Christ Derks 10

Het gezin Derks. Christ staat rechts van zijn vader. Riek staat tussen Christ en moeder in. Gerard staat links van zijn vader. Theo staat als eerste van links, op de achterste rij. Henk staat als derde van rechts, op de achterste rij. (Bron: Ad Hermens, z.j., privébezit familie Derks)

Alle rechten voorbehouden

Riek is samen met haar geliefde en een andere Duitse militair bij de zandafgraving de IJzeren Man, in de bossen buiten het dorp. Gerard weet de Duitse sergeant te vinden en verwondt hem dodelijk. Snel maakt hij dat hij wegkomt. In de sneeuw, naast de plassen bloed, verraden voetafdrukken dat de andere militair de benen heeft genomen. Een daad van lafheid, zo oordelen de Duitsers later. Maar ook de daad van Gerard laten ze niet ongestraft.

 

Het heldhaftige voorstel

Diezelfde februarinacht omsingelen de Duitsers het huis van de familie Derks. Riek heeft hen ingelicht en laat haar eigen familie oppakken. Op dat moment zijn vader, moeder, Henk, Gerard, Theo, Christ en één van de zussen thuis. Iedereen wordt meegenomen naar het politiebureau, op moeder na. Op het politiebureau worden allen verhoord. Vader en zus gaan vrijuit, nadat ze de Duitsers ervan hebben overtuigd dat ze onschuldig zijn. Gerard bekent schuld, maar de Duitse politie gelooft niet dat het een eenmansdaad is. De vier broers worden vastgezet op de Duitse vliegbasis Welschap in Eindhoven.

"Dood door de kogel voor alle vier, wegens de moord op een soldaat van het Derde Rijk" luidt het vonnis. De broers krijgen een kort moment samen. Henk, de oudste van de vier, komt met een heldhaftig voorstel. "Als ik nou ook beken, dan blijven jullie twee misschien in leven", zegt hij tegen Christ en Theo.

Allen worden naar de gevangenis in Amsterdam gebracht. Ook daar hangt op de celdeuren de officiële mededeling over de aanstaande executie van de vier broers. Telkens als de deur opengaat, denkt Christ dat het noodlot daar is. Op 10 februari ontvangen Christ en Theo bericht dat hun doodvonnis wordt omgezet in tien jaar tuchthuis. Dan komt ook het verdrietige nieuws dat op 8 februari Gerard en Henk zijn gefusilleerd. De heldhaftige beslissing van Henk heeft de levens van zijn twee broers gered.

CR0621 Christ Derks 1

Het bidprentje voor Henk en Gerard Derks. (Bron: z.j., privébezit familie Derks)

Alle rechten voorbehouden

Geen vergiffenis

Christ en Theo komen in de gevangenis van Siegburg terecht. Veel tijd om het grote verdriet te verwerken krijgen ze niet, ze moeten meteen aan het werk. Riek, die voor haar eigen veiligheid naar een kindertehuis buiten het dorp is gebracht, komt twee keer op bezoek en vraagt om vergiffenis. Maar daar willen de broers niets van horen. Na tweeënhalfjaar worden de twee broers naar kamp Eberstadt verplaatst. Vandaar komen ze in Ebrach terecht. In de kampen leven ze onder barre omstandigheden. De broers komen ten slotte in kamp Bernau, vlakbij Berlijn. Ze zijn zo zwak dat niets meer kunnen. In 1945 bevrijden de Amerikanen en Fransen het kamp. Christ weegt dan nog maar 37 kilo.

Na een reis van een maand kwamen Christ en Theo thuis. Daar wist de familie niet eens dat de broers nog leefden. Het kostte beide broers haast een jaar om weer aan te sterken. Van zus Riek wilden ze nog steeds niets weten. Ook toen de familie druk was met de terugkomst van zijn zus uit het kindertehuis, weigerde Christ de noodzakelijke papieren te ondertekenen. Alle familieleden moesten hiervoor tekenen, zonder zijn handtekening kon Riek niet thuis op bezoek. Uiteindelijk tekende Christ, omwille van zijn moeder, maar op de dag dat Riek terugkeerde, was Christ niet thuis. Hij kon het niet aan om oog in oog te staan met zijn zus, die hij verantwoordelijk hield voor alle ellende. Nog tot lang na de oorlog had Christ het er moeilijk mee. In 2015 overleed Christ op 95-jarige leeftijd.

 

Bronnen

Hermens, A., Geldrop en Mierlo tijdens WO-II 1940-1945, Geldrop, 2012.

https://brabantsegesneuvelden.nl/persoon/henk-derks-batenburg-gld-1907, (stand op 4 oktober 2018).