De Gloeiïge

Volksverhaal uit de Peel

Een prent uit 1777 met daarop wee wandelaars die een bovennatuurlijk verschijnsel tegenkomen. (Bron: Noach van der Meer, Rijksmuseum)

Een prent uit 1777 met daarop wee wandelaars die een bovennatuurlijk verschijnsel tegenkomen. (Bron: Noach van der Meer, Rijksmuseum)

Op de grens tussen Brabant en Limburg ligt de Peel. Een van nature moerassig veengebied dat in vroegere tijden nauwelijks toegankelijk was. Dit mysterieuze gebied was een bron voor spannende mythen en sagen, zogenaamde Peelverhalen. Een bekend verhaal gaat over ‘De Gloeiïge’.

Heksen, onverklaarbare branden, dolende ridders, reuzen en dwaallichten: er komt van alles aan bod in de verschillende Peelverhalen. Dit zijn sagen en volksverhalen die gaan over de Peel of in de Peel ontstaan zijn. Opvallend is dat de Peelverhalen vaak gelijkenis tonen met sprookjes en sagen uit andere delen van Brabant. Hier is het verhaal over ‘De Gloeiïge’ een goed voorbeeld van. De details verschillen per verhaal, maar alle verhalen spreken over een man die ‘gloeit’ alsof hij brand.

 

Deserteur

Zo zijn er verschillende verhalen bekend in Aalst, Duizel en Oerle over een voerman die met zijn kar vast kwam te zitten in het zand en het paard met geen stap verder kreeg. In sommige van deze verhalen vraagt de voerman de gloeiïge om hulp door te roepen: ”kom op gloeiïge, help mij eens!”, en in andere verhalen verschijnt de gloeiïge uit het niets. De gloeiïge zou op het paard zijn gaan zitten, waarna hij de kar met enorme vaart over de wegen stuurde. Volgens een verhaal uit Duizel was dit een Engelse deserteur uit een huurleger.

Dat de gloeiïge een overleden buitenlandse huurling was, komt ook terug in verhalen uit Eersel, Duizel en Knechsel. Volgens de de verhalen uit deze streken was het een Engelse of Spaanse huurling die een andere soldaat had vermoord, welke van Vlaanderen onderweg naar huis was. Als straf moest de moordenaar over de heide blijven spoken als gloeiende gedaante.  

Trailer van de film 'De Gloeiïge' van Justus van der Elsen, over een gloeiende gedaante die rondzwerft over in Peel.

Grenzen

Een aantal andere verhalen over een gloeiïge hebben te maken met grenzen. Deze zijn vooral bekend in regio Eindhoven, maar ook in Bakel wordt een vergelijkbaar verhaal verteld. Het verhaal gaat als volgt: er was vroeger vaak discussie over de ligging van een grens. Om de de discussie op te lossen kwam de landheer of een andere hooggeplaatste ter plaatse de situatie inspecteren. Hij vroeg aan de raadsleden van een van de twee partijen om te zweren dat ze op hun eigen grond stonden. Als goede christenen konden ze immers geen meineed plegen.

De raadsleden bedachten een list. Zo vertelt men in Bakel hoe de eerbiedwaardigen van Venray zand uit Venray in hun schoenen schepten en hoe ze een lepel in hun hoed verstopten. Voor de heer verklaarden zij: “wij zweren bij onze schepper dat we op Venrayse bodem staan.”Zij dachten daarmee de landsheer te slim af te zijn. De schepper bedoelden zij erg letterlijk: de lepel. En door het zand in de schoenen stonden ze inderdaad op grond uit Venray. In werkelijkheid stonden zij echter aan de Bakelse kant van de grens. Door deze leugen verloor Bakel, volgens de sage, een stuk van de Peel aan Venray. De mannen uit Venray werden echter na hun dood gestraft voor deze list. Zij moesten als gloeiïgen door de Peel blijven zwerven.

Dezelfde list komt in verschillende verhalen terug. Zo gebruikten de schepenen van Woensel dezelfde truc om een stuk grond van Strijp te verkrijgen. De mannen die deze leugen hadden verteld werden eveneens na hun dood gestraft en waren gedoemd als gloeiïge gedaante rond te blijven zwerven. Een andere versie van verhalen over de gloeiïge en grenzen is bekend in Eersel en Budel. In deze versie is er een kwaadaardige boer die grenspalen verzet om zijn stuk grond groter te maken. Voor straf moet ook hij als gloeiïge rond blijven zwerven na zijn dood.

Dit aspect van het bestraffen van een onbestrafte daad is in alle verhalen over de gloeiïge terug te vinden. Waar iemand tijdens zijn leven nog weg kwam met een kwade daad -moord, deserteren, liegen of bedriegen- is iemand na zijn dood gedwongen om als gloeiïge gedaante rond te blijven spoken. De verhalen dienen als waarschuwing voor de gemeenschap. Je kon maar beter eerlijk zijn.

Filmmaker Justus van Der Elsen een korte speelfilm gemaakt over dit volksverhaal in het kader van het project Goud van Brabant. De film is hier te bekijken (06:46)

 

Bronnen

Janssen, B., Het Dansmeisje en de Lindepater - Sagen en legenden uit Kempen, Meierij en Peel, Maasbree, 1978, 113.

Sinninghe, J., Noord-Brabantsch Sagenboek, Zutphen, 1993, 43.

Kusters, C., “KUSTERS04817”, Nederlandse Volksverhalenbank, 01-03-2013, (geraadpleegd op 01-03-2019).  

Van Den Brand, M., Lief en leed in en over de oude Peel, Venray 1982, 120-122.