De Strabrechtse Heide

heide.jpg

Kempische schapen op de Strabrechtse Heide. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Dankzij ontginning zijn de uitgestrekte heidevelden op de Noord-Brabantse zandgronden de laatste tweehonderd jaar teruggedrongen tot enkele reservaten. Zo ook delen van de Strabrechtse Heide.

Het heidegebied tussen Heeze en Someren, toentertijd bezit van baron Van Tuyll van Serooskerken, eigenaar van kasteel Heeze, ging hierbij op de schop. Natuurliefhebbers uit de families Van Alphen en Carp kochten toen grote stukken heide van de baron om deze als natuurgebied te kunnen behouden. Veel ervan kwam later onder de hoede van Staatsbosbeheer.

De Strabrechtse Heide omvat ruim 1100 hectare en is daarmee het grootste aaneengesloten heidegebied van de provincie. Samen met omringende gebieden vormt het een aantrekkelijk en afwisselend natuurgebied van maar liefst 2500 hectaren, met naast heide ook bossen, vennen en stuifzanden.

Wie bij een wandeling stuit op de kudde van ruim driehonderd Kempische heideschapen die al jarenlang de Strabrechtse heide begrazen, krijgt als door een gat in de tijd voor een enkel moment weer het Brabants landschap van eeuwen terug voorgeschoteld.

 

Bronnen

Caspers, T. en Post, F., Natuur in Noord-Brabant. Twee eeuwen plant en dier, Haaren, 1996.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 186.