Rijdend erfgoed

Deze BBA-bus reed vanaf 1947 door de straten van Breda. Nu is hij te zien bij Stichting Veteraan Autobussen. (Foto: G. Lanting, 2009, Wikimedia Commons)

Deze BBA-bus reed vanaf 1947 door de straten van Breda. Nu is hij te zien bij Stichting Veteraan Autobussen. (Foto: G. Lanting, 2009, Wikimedia Commons)

Deze BBA-bus, die vanaf 1947 jarenlang door de straten van Breda reed, is nu onder dak bij de Stichting Veteraan Autobussen.

De Brabantsche Buurtspoorwegen en Autodiensten, afgekort BBA, dateerde uit 1934, toen zes regionale tramlijnen samengingen. Zo ontstond een van de grote regionale vervoersbedrijven in de provincie, later gevolgd door de Zuid-Ooster, een dochtermaatschappij van de Nederlandse Spoorwegen en eveneens ontstaan uit een fusie.

Enkele jaren na de oprichting van de BBA was het gedaan met de tramwegen en ging de maatschappij over op busvervoer. Naast de regionale verbindingen exploiteerde BBA ook stadsdiensten in enkele grote steden.

In 1963 beleefde het bedrijf met 45 miljoen reizigers zijn hoogtepunt. Door groeiende welvaart namen nadien steeds meer mensen de auto en liep het aantal passagiers terug, op de stadslijnen overigens minder dan in het streekvervoer. In 2001 kwam de BBA in Franse handen.

 

Bronnen

Corten, J. (red.), Lijnen door het Brabantse land. 200 jaar verkeersinfrastructuur in NoordBrabant 1796-1996, Zwolle/Zeist, 1996.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 263.