Op de trein naar een beter leven

Hendrik Hoeks woonde in het dorpje Berghem. Hij was de oudste van negen kinderen. Zijn vader was arbeider. Het gezin woonde aan de Kattenhoek, in het buurtschap Duurenseind. Hendrik stond bekend als een doorzetter, als iemand die vooruit wilde in de wereld. Zo was hij samen met een vriend naar Luxemburg gereisd, om daar hard te werken op een boerderij. Maar in 1942 was het de dan 22-jarige Hendrik niet meer zo helder hoe vooruit te komen. Het meisje op wie hij verliefd was, stond op het punt met een ander te trouwen. Werk was moeilijk te vinden. Wat moest hij doen met zijn leven?

Net pak

In het voorjaar van 1942 werft de Waffen-SS in heel Nederland nieuwe rekruten. Wie vecht aan het Oostfront, zo gaat het verhaal, maakt na de oorlog kans op een boerderij met een stuk grond. Hendrik neemt het in zich op. Duitsland heeft veel bereikt de afgelopen jaren. Wie weet biedt het Duitse leger inderdaad een kans op een beter leven. Op woensdag 22 april 1942, een zonnige dag, trekt Hendrik zijn netste pak aan. Het valt z’n moeder op: "Waar ga jij heen dat je je zo netjes aankleedt?" Maar Hendrik vertelt het zijn moeder niet. Met zijn vriend stapt hij op de trein naar Den Bosch.

CR0167 Hendrik Hoeks 1

Hendrik Hoeks. (Bron: z.j., privébezit familie Hoeks)

Alle rechten voorbehouden

Hendrik en zijn maat melden zich bij Hotel Brabant, aan de Markt 25. Daar worden de twee van top tot teen gekeurd. En ze worden geschikt bevonden. Aan het einde van de keuring zet Hendrik zijn handtekening. Hij tekent voor dienst bij de Waffen-SS. Hij zal gaan vechten aan het Oostfront. En dan is er geen weg terug. Eenmaal thuis in Berghem vertelt hij het zijn ouders. Die zijn laaiend. Hoe heeft hun zoon dit kunnen doen? Ook zijn jongere broer Leo is woest om Hendriks keuze.

CR0167 Hendrik Hoeks 2

Hendrik Hoeks bij de Waffen-SS. (Bron: z.j., privébezit familie Hoeks)

Alle rechten voorbehouden

Ruzie

Maar eens getekend, blijft getekend. Na een heftige ruzie stapt Hendrik een paar weken later op de trein naar Klagenfurt, Oostenrijk, waar hij zijn opleiding zal volgen. Zijn ouders vragen aan de burgemeester van Berghem, en zelfs de burgemeesters van Ravestein en Oss, om hulp – misschien kunnen zij de trein tegenhouden en Hendrik eraf halen? Maar het is tevergeefs. Na zijn opleiding belandt Hendrik in 1943 diep in de Kaukasus. Nog één keer komt hij thuis, in juli 1943, met verlof. Opnieuw ruzie. De laatste nacht in Berghem slaapt Hendrik niet bij zijn ouders, maar bij een vriend. Die heeft net een kind gekregen. "Als ik terugkom, dan loopt-ie, jouw zoon", zegt Hendrik als hij naar het ventje kijkt. Dan stapt hij weer op de trein.

Op 14 augustus 1943 stierf Hendrik aan het Oostfront, aan een hoofdwond: "Artillerie Geschoss Kopf", stond op de overlijdensakte. Zijn moeder hoorde het pas zes maanden later. Ze wist zich geen raad met het nieuws. "Onze Hendrik is dood. Onze Hendrik is dood." Hendriks jongere broer Jan kon het zich nog herinneren. De jongste broer Roelof, geboren in 1942, herinnerde zich niets van zijn broer. Over Hendrik werd niet gesproken – te pijnlijk. Wat er gebeurd is met zijn oudere broer ontdekte Roelof pas decennia later. Toen stapte hij zelf op de trein om te zien waar Hendrik is geweest.

 

Bronnen

van Osch, F., "Doodgezwegen", in: Omroep Brabant, via http://www.vanoschfilms.nl/docs/doodgezwegen/.

In september 2017 maakte theatergezelschap Hoessenbosch een voorstelling over de keuze die Hendrik maakte. Titel: Verkeerde afslag.