Gered door een dappere busreis

CR0293 Jeanne Hoevenaars-Voets 1

Marinus en Anna Voets. (Foto: z.j., privébezit familie Voets)

Alle rechten voorbehouden

"Ik kan het me allemaal nog zo goed herinneren", vertelt Jeanne Hoevenaars-Voets. "Ik was drie jaar oud, maar kan me nog zoveel beelden voor de geest halen." Jeanne werd geboren in 1941. Haar ouders woonden aan de Hoofdstraat, destijds de Dorpsstraat, in Heeswijk en hadden een Jaminwinkel. Drie jaar lang hield het echtpaar een Joods stel verborgen. "Er is nog steeds goed contact", vertelt Jeanne.

Ergens in 1942 stapt een bijzondere klant binnen bij de ­snoepwinkel van de familie Voets. "Mijn moeder noemde hem ook wel ‘het misterke’. Hij vertelde mijn moeder dat hij op zoek was naar onderduikadressen voor Joodse mensen." Anna en Marinus Voets stemmen toe en niet veel later worden Herman en Leny van Dijk-Cohen ondergebracht bij het echtpaar. Het stel wordt een onderdeel van het gezin met toentertijd drie kinderen. Leny leert Jeanne zelfs lopen en fietsen. 

Het Joodse echtpaar verblijft in een vertrek op de begane grond, in een kamer achter de winkel. De ouders, familie en buren van Jeannes ouders weten niets van de onderduikers. De kinderen moeten Leny en Herman ‘oom en tante’ noemen. Niemand weet van de onderduikers behalve ‘het misterke’ en Dokter Lebeau, die heeft geholpen bij het gebroken sleutelbeen van Leny. 

 

Verraad in de bus

Op een dag komt ‘het misterke’ weer in de snoepwinkel en vraagt om de onderduikers op de bus naar ’s-Hertogenbosch te zetten. Ze zullen naar een nieuw onderduikadres gaan. Af en toe wisselen van plaats zou veiliger zijn, zo beweert hij.  

Anna Voets vertrouwt het niet en ze laat het Joodse echtpaar dan ook niet vertrekken. In plaats daarvan stapt ze zelf in de bus op het tijdstip dat ‘het misterke’ heeft doorgegeven. Zodra de bus in Middelrode arriveert, stappen er Duitse ­soldaten in de bus voor een controle. "Mijn moeder schrok enorm en een halte later is zij de bus uitgestapt. Eenmaal terug in Heeswijk vroeg ze zich af of ‘het misterke’ hen had verraden. Ik bewonder het lef dat mijn moeder had enorm", vertelt Jeanne. 

 

Erin getrapt

Niet veel later komt ‘het misterke’ navragen of Herman en Leny wel met de juiste bus mee zijn gegaan. "Mijn moeder hield vol dat ze in de bus zijn gestapt en ‘het misterke’ trapte erin. Wie deze man precies was en waar hij is gebleven, is altijd een mysterie gebleven."

 

‘Grote laarzen stormen naar boven’

De busreis is niet de enige keer dat Jeannes moeder ‘het misterke’ verdenkt van dubbelspel. Hoewel bijna niemand van de onderduikers weet, komen op een dag Duitsers ­binnengestormd. Het Joodse echtpaar verblijft op de begane grond maar de Duitsers zoeken alleen op de bovenverdiepingen. Bovendien is de klink van de kamerdeur waarachter Herman en Leny verbleven, niet goed zichtbaar. "Het is echt hun redding geweest. Het was zo ontzettend akelig. Ik hoor nog de grote laarzen naar boven stormen. We hadden hele smalle traptreden, de Duitsers gingen met veel geweld naar boven."

 

Warme contacten

Leny en Herman emigreerden na de oorlog naar Brazilië. Tot op de dag van vandaag onderhouden de twee families warme contacten.

 

Bronnen

Hoevenaars-Voets, J., Een band voor het leven/ A bond for life, Heeswijk-Dinther, 2016.