Een fatale wenk in Princenhage

CR0058 Piet van Gils 11

Een portretfoto van Piet van Gils. (Bron: z.j., privébezit familie Van Gils)

Alle rechten voorbehouden

Beroepsmilitair Petrus Johannes ‘Piet’ van Gils zette in 1942 zijn eerste stappen op het pad van het verzet, als verspreider van het verzetsblad Vrij Nederland. Begin 1943 ging hij in West-Brabant aan de slag als verspreider van Trouw. In februari 1944 sloeg het noodlot toe.

Jan van der Laan, een Groningse winkelbediende die een van de leidende Trouw-verspreiders was, werd gearresteerd. Van Gils had regelmatig contact met hem en wist dus dat hij op zijn tellen moest passen. Vlak voor zijn arrestatie had Van der Laan hem op het hart gedrukt een verdacht adres in Princenhage, onder de rook van Breda, te mijden.

 

Het besmette adres

Op 13 maart 1944 gaan Van Gils en zijn vrouw Emilie op familiebezoek in Princenhage. Hun weg voert door de Oranjelaan, langs dat ‘besmette’ adres. De vrouw des huizes ziet Piet en Emilie en wenkt ze binnen te komen. Het echtpaar is nog niet in huis of de Sicherheitsdienst (SD) stormt binnen en arresteert Van Gils en zijn vrouw. Piet wordt naar de Polizeigefängnis in Haaren afgevoerd. Emilie belandt in het Kasteel van Breda, het gebouw van de Koninklijke Militaire Academie, dat als SD-bureau in gebruik is. Na twee weken komt Emilie vrij.

In Haaren beleeft Piet van Gils vreselijke weken. De verhoren gaan tot diep in de nacht door; twee sessies duren zelfs 24 uur non-stop. Ook wordt Piet zwaar mishandeld: hij verliest twee kiezen. Uiteindelijk houdt hij het niet meer en geeft informatie prijs. De verhoren stoppen, het bange wachten breekt aan. Inmiddels zitten al meer dan dertig drukkers en verspreiders van Trouw in Haaren vast. Hun gang naar de rechter lijkt een kwestie van weken, misschien een paar maanden. Dat er dan doodvonnissen zullen vallen, is wel zeker. 

In de loop van juli 1944 haalt Hitler echter een streep door de berechting van verzetsstrijders. Maar SD-baas Rauter wil de Trouw-zaak koste wat het kost voor de rechter brengen en krijgt hiertoe vanuit Berlijn toestemming. 

Piet is op transport

Piet van Gils’ schoonzus Mientje Proost, die een klein jaar eerder is gearresteerd wegens haar werkzaamheden voor een inlichtingenorganisatie, zit ook in Haaren. Ze kan Piet zien als hij op de binnenplaats wordt gelucht. Soms kan ze zelfs enkele woorden met hem wisselen. Begin augustus 1944 ziet ze hem niet meer. Een Flurwärter, een gevangene die eten rondbrengt en de gangen boent, kan Mientje geruststellen: "Piet is op transport, het proces komt niet voor."

Het blijkt niet waar te zijn. Op 5 augustus 1944 staan de Trouw-jongens in kamp Vught voor het SS-Standgericht. 24 van hen, allen verspreiders, krijgen de doodstraf. Slechts een van hen krijgt gratie. De 23 andere verspreiders worden ­geëxecuteerd. Piet van Gils staat op 10 augustus 1944 voor het vuurpeloton.

Zijn weduwe bevalt drie maanden later van een zoon, die de naam van zijn vader krijgt. Diens achternaam prijkt sinds 1976 op een straatnaambord in Zevenbergschen Hoek. Het dorp was tot 1997 deel van de gemeente Zevenbergen, de geboorteplaats van Piet van Gils, die een wenk in een laan in Princenhage fataal werd.

 

Bronnen

Nationaal Monument Kamp Vught, “Gils, Petrus Johannes van”, via: https://www.nmkampvught.nl/biografieen/gils-petrus-j-van/ (stand op 3 april 2018).

Bak, P., Een ‘meneer’ van een krant. Trouw en Bruins Slot 1943-1968, Kampen, 1999.

Bak, P., Een oord van bang wachten. Kamp Haaren 1941-1944, Hilversum, 2018.