De Schijndelse Zusters van Liefde tijdens de Tweede Wereldoorlog

Kordate vrouwen in de frontlinie

Symbolische voorstelling van de kernidealen van de Schijndelse Zusters van Liefde met aan de buitenrand alle liefdewerken. (Zuster Godefrida Beijers, 1986)

Symbolische voorstelling van de kernidealen van de Schijndelse Zusters van Liefde met aan de buitenrand alle liefdewerken. (Foto: Zuster Godefrida Beijers, 1986)

Alle rechten voorbehouden

Er zijn altijd vrouwen geweest die een cruciale rol hebben gespeeld binnen de samenleving. Zo ook de Zusters van Liefde die tijdens de Tweede Wereldoorlog moedig zorg verleenden in Schijndel.

De officiële naam van de congregatie was Zusters van Liefde van Jezus en Maria Moeder van Goede Bijstand en zij werd gesticht op 1 november 1836 door pastoor Antonius van Erp (1797 - 1861). In het congregatiewapen stond de leidinggevende spreuk Ora et Labora (Bid en Werk). De vrouwen leefden in alle eenvoud in gemeenschap met elkaar. Al ruim 180 jaar hielpen ze de armen en zwakken in binnen- en buitenland. Dat deden ze met een enorme verscheidenheid aan taken: ze gaven onderwijs, verleenden medische zorg in eigen ziekenhuizen, boden pensions en ouderenopvang, deden sociaal maatschappelijk werk en allerlei pastorale functies.

Hun tomeloze en belangeloze inzet voor het welzijn van velen binnen de Schijndelse samenleving en in een latere fase ook ver daarbuiten is bewonderenswaardig. Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan in 1986 ontwierp een van hen een prent waarop de idealen van de congregatie zijn verbeeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lieten de zusters zien ook onder hoge druk deze idealen niet te verloochenen.

 

Granaatweken

Schijndel beleefde tussen 17 september en 23 oktober 1944, precies 75 jaren geleden, een bijzonder angstige tijd, in haar historie beter bekend als ‘de granaatweken’. Zowel het moederhuis van de congregatie aan de Pastoor van Erpstraat maar zeer zeker ook het plaatselijke Sint Lidwinaziekenhuis aan de Gasthuisstraat zouden daarin een grote rol spelen. In dat ziekenhuis annex kloostergemeenschap uit 1934 was een zekere Deurnese zuster de moeder-overste. Haar naam was Veronica Seelen (1887 - 1976) en ze trad in bij de congregatie op 19 oktober 1907

Op de 24e september 1944 kwam dankzij Operatie Market Garden een grote vluchtelingenstroom op gang. Duitsers hadden evacués uit hun huizen verdreven. Hulpeloos en huilend klopten ze aan bij het Lidwinaziekenhuis met wat bijeengegaarde huisraad en beddengoed. Naarmate de bevrijding naderde werd die stroom alleen maar groter.

In de gangen en zalen stond het bed aan bed met zieken en gewonden en in de kelders leefden honderden van huis en haard verdreven mannen, vrouwen en kinderen. Zuster Veronica werd door de Duitsers gedwongen enige kamers te reserveren zodat de Duitse staf daar haar intrek kon nemen. Vanuit die kamers leidde het Duitse hoofdkwartier de strijd tegen de troepen van generaal Montgomery (1887 - 1976).

Het Sint Lidwinagesticht in Schijndel.

Het Sint Lidwinagesticht in Schijndel. (Bron: Zusters van Liefde, Schijndel)

Alle rechten voorbehouden

Doortastende kloosteroverste

De zusters, onder leiding van hun moeder-overste, bleken grote moed te bezitten. Ze verschaften onderdak aan geallieerde soldaten onder de neus van de bezetter. Zo zaten in de diepste kelders ca. 25 Amerikaanse piloten en andere geallieerden. Dappere burgers hadden de soldaten binnengesmokkeld door hen verkleed als boerenknechten en met landbouwvoertuigen binnen te brengen.

De zusters waren onuitputtelijk in hun improvisatievermogen om de bevrijders verborgen te houden voor de bezetter. Om nieuwsgierige Duitsers uit een bepaalde ruimte te houden waar geallieerden ‘logeerden’ hingen de zusters op de deur een bord met het opschrift ‘tuberculose’. Geen Duitser waagde het daar binnen te stappen uit angst om besmet te raken! Overste Veronica durfde het zelfs aan om geallieerden schuil te houden in een vertrek dat slechts door een vrij dunne muur was gescheiden van de officierskamer van de Duitsers.

Sommige gewonden bezweken uiteindelijk aan hun verwondingen en zo kon het gebeuren dat in de ‘dodenkamer’ op een bepaald moment een robuuste Canadees naast een tengere Duitser lag opgebaard om later te ruste te worden gelegd op het Boschwegse kerkhof.

Zuster Veronica Seelen met haar onderscheidingen.

Zuster Veronica Seelen met haar onderscheidingen. (Bron: Zusters van Liefde, Schijndel)

Alle rechten voorbehouden

Na de oorlog

Dankzij haar inspanningen werd moeder-overste Veronica nog tijdens de oorlog een legendarische figuur. Heel Schijndel leefde met haar mee en prees haar moed en onbaatzuchtigheid. Na de bevrijding bleef de dankbaarheid en waardering en kreeg ze vanwege haar kordate optreden hoge onderscheidingen. Zo ontving ze de Medal of Freedom van de president der Verenigde Staten van Amerika, een certificaat van het Britse Gemenebest, en had het Hare Majesteit Koningin Wilhelmina behaagd haar te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

In de vele krantenartikelen die aan haar gewijd werden stond een treffende zin: “En zie, in de hel van de granaatweken, toen ieder uit lijfelijk behoud er op uit was zich zoveel mogelijk te verbergen, ging het in cognito van de zusters verloren en trad hun grote moed, onverschrokkenheid en menslievendheid voor iedereen in het daglicht “.

En bovendien, zo schreef de redacteur van die dagen: “Toen in 1944 de deuren der kelders zich sloten voor degenen die niet waren gevlucht voor het brute oorlogsmonster, gingen de deuren van het St. Lidwinagesticht wagenwijd open”. Onder de leiding van overste Veronica hadden de zusters tijdens de donkere dagen van de Tweede Wereldoorlog aan eenieder laten zien waar zij voor stonden.  

 

Bronnen

Peters, B., en L. van Dijk, De Granaatweken: Schijndel ten tijde van WO II begin, bezetting bevrijding, Schijndel, 2005.  

Beijers, H., Alles heeft zijn tijd; de Zusters van Liefde en hun grote betekenis voor de Schijndelse samenleving (1836-2011), Schijndel, 2011, 15.

Kloosterarchief van de Zusters van Liefde, in het bijzonder de dossiermap van zuster Veronica waarin alle over haar geschreven artikelen bewaard zijn gebleven en ook de officiële stukken rond haar hoge onderscheidingen, met dank aan de huidige archivaris zuster Valeria van Hooff.