Kasteel Croy in Aarle-Rixtel

/beeld/verhalen/82510b_Croy_foto_Sien_Ossel-Buiter.jpg

Kasteel Croy in Aarle-Rixtel. Foto: Sien Ossel-Buiter.

Kasteel Croy, gelegen in Aarle-Rixtel in het gehucht Strijp, is in verschillende opzichten een bijzonder kasteel. Niet zozeer vanwege een roemrucht verleden. Maar wél vanwege zijn naamgever, zijn bewoningsgeschiedenis én de toch wel bijzondere architectuur.

Rutger Willemsz. van Erp

De geschiedenis van het kasteel gaat in ieder geval terug naar het begin van de vijftiende eeuw. In de Bossche protocollen komen we een akte uit 1422 tegen, waarin Rutger Willemsz. van Erp wordt genoemd als eigenaar van een “mansio” (woning van een edelman) op Strijp in de parochie van Aarle. De familie Van Erp behoorde in die tijd tot de belangrijkste landadel in Oost-Brabant. Robbert van Erp, kreeg deze edelmanswoning rond 1470 in zijn bezit, als erfgenaam van diens vader. Robbert was in die tijd als kanunnik verbonden aan de kathedraal van Luik. Aldaar kwam hij in contact met Jacob van Croy (ca. 1436-1516), ook kanunnik. Jacob was de zoon van Jan II, prins van Chimay (ca. 1380-1473). De Van Croy’s, rechtstreekse afstammelingen van de Hongaarse Arpad-dynastie, behoorden in die tijd tot de invloedrijkste Bourgondisch hofadel. Zo was eerdergenoemde Jan II de peetoom van Karel de Stoute (1433-1477).

 

Van Croy en Van Bergen

In 1477 kocht Jacob van Croy de “omgrachte stenen edelmanswoning” van Robbert van Erp op Strijp in Aarle. Waar de interesse van Jacob van Croy voor deze edelmanswoning vandaan kwam, is niet te achterhalen. Was het een strategische aankoop, om zodoende zijn statuur nog verder op te krikken in de Noordelijke Nederlanden? Wel is bekend dat Van Croy er al zijn zinnen op had gezet om nog ooit prinsbisschop te worden van het zo belangrijke prinsbisdom van Luik. Eind vijftiende eeuw slaagde hij hierin, maar hij werd al na een paar weken afgezet. Daarvóór was hij nog domheer van Keulen geweest (in de schatkamer van de dom van Keulen bevindt zich nog een vergulden epitaaf van Jacob). Uiteindelijk lukte het hem wel in om prinsbisschop van Kamerijk (het tegenwoordige Cambrai) te worden. Inmiddels had hij het kasteel (zo genoemd in de verkoopakte) in eigendom overgedragen aan Cornelis van Bergen van Glymes (1458-1509), een zoon van Jan II van Glymes (1417-1494), de heer van Bergen op Zoom. Ofschoon nader bouwhistorisch onderzoek dit nog moet bevestigen, heeft het kasteel dan inmiddels zijn huidige omvang gekregen.

 

De achttiende- en negentiende eeuw

Na de Van Bergens heeft het kasteel - voor kortere of langere tijd - nog een groot aantal verschillende eigenaren gekend. In 1772 kwam het kasteel (en landgoed) in het bezit van Jan Antony van der Brugghen, geboren te Rembang, Indonesië. Diens vader was opperkoopman en gezaghebber te Soerabaja. In 1778 verkocht Jan Anthony het kasteel aan zijn halfbroer Johan Karel Gideon van der Brugghen (1753-1828), geboren in te Colombo, Ceylon. Net als zijn halfbroer was ook hij voorgoed naar Nederland teruggekeerd. Hij was langere tijd lid van de “Sociëteit tot den Handel in Amfioen” (opiumhandel, gelinieerd aan de VOC). Van der Brugghen gaf met name het interieur van het kasteel het huidige aanzicht. Ook werd het landgoed met belangrijke aankopen uitgebreid, zoals het Goed te Binderen in Helmond en het Goed Kruisschot te Stiphout. Van der Brugghen zette zich vooral in voor de verbetering van de landbouw en dan met name de schaapsteelt. Zo liet hij uit Spanje een vijftal Merinos-rammen overkomen die hij kruiste met het Kempische heideschaap. Na zijn dood werd de exploitatie van het kasteel en landgoed overgenomen door zijn zoon George Tammo en dochter Johanna Constance.

Laatstgenoemde bleef uiteindelijk alleen over. Freule Constance was protestants opgevoed, maar voelde zich sterk aangetrokken tot het katholieke geloof. Al jaren woonde zij in een katholieke omgeving en had zij katholieke vrienden In 1871 liet zij zich katholiek dopen. De Freule liet in 1872 een testament opmaken, waarbij haar familie werd onterfd.

 

Geloof, Hoop en Liefde

Kasteel Croy diende na haar dood ingericht te worden als tehuis voor alleenstaande oude mannen en vrouwen uit Stiphout en Aarle-Rixtel, onder de naam Geloof, Hoop en Liefde. In 1873 namen vijf Zusters van Liefde uit Tilburg de taak op zich om de inwonende ouderen te verzorgen. Een in 1963 nieuw opgerichte stichting Geloof, Hoop en Liefde voerde vervolgens het beheer, tot Croy in 1976 wettelijk niet meer als bejaardenhuis kon worden gebruikt. Hierna was er een aantal jaren de charismatische beweging ”Bouwen aan een nieuwe aarde” gehuisvest. De stichting Geloof, Hoop en Liefde liet het kasteel in 1990 grondig renoveren en het wordt sindsdien verhuurd als kantoorruimte.

 

Architectuur

Zoals eerder aangegeven kent het kasteel een bijzondere architectuur. Uit een recent historisch bouwonderzoek is gebleken dat de bouwgeschiedenis nog complexer blijkt, dan al werd verondersteld. Zo is het nog niet duidelijk welk deel van het kasteel als oudste kan worden beschouwd. Tot voor kort werd verondersteld dat de noord-zuid-gerichte vleugel, met de ronde toren, daarvoor in aanmerking kwam. Uit het eerdergenoemde bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat daar enkele vraagtekens bij gezet kunnen worden. Opvallend zijn de verschillende boogfriezen, waarvan een deel is voorzien van ‘portretkopconsoles’. Alle kopjes hebben een ‘pruilmond’, vermoedelijk omdat het idee bestond dat daarmee kwaad zou kunnen worden afgeweerd (lachende en open monden zouden de duivel naar binnen kunnen laten vliegen!). De raampartijen van de achtkantige zuidoost-gerichte toren hebben een gotisch karakter. Op de eerste etage is waarschijnlijk de slotkapel gevestigd geweest. Op de zuidwesthoek van het kasteel bevindt zich nog een arkeltorentje, met een later aangebrachte opbouw. Bovenop de knoptoren - rechts van hoofdingang van het kasteel, pronkt een vergulden triton (zeeridder) als windvaan.

Het interieur wordt vooral gekenmerkt door verschillende achttiende-eeuwse ornamenten. Met name de jachtkamer, in de toren links van de hoofdingang, kent een rijkversierde houten lambrisering met jachttafereel en prachtig - in kleur uitgevoerd - stucwerk in het plafond. Binnen de grachten bevindt zich nog het (waarschijnlijk begin zestiende eeuwse) poortgebouw en een unieke zogenaamde Spaanse schop die Van der Brugghen destijds met de komst van zijn Spaanse Merinosschapen heeft laten bouwen.

Ook de omgeving van het kasteel met landgoed is het aanzien alleszins waard. Met name het nabijgelegen dal van de Goorloop is zowel in landschappelijk als ecologisch opzicht heel bijzonder.

 

Bronnen

Van Beek, H. en Daniëls, W.,, Kasteel Croy, Eindhoven, 2007.

Bossche protocollen, stadsarchief ’s Hertogenbosch.

Oldenmenger, G., Baac-rapport B-16-00051, Bouwhistorisch onderzoek ’s Hertogenbosch.