De afbraakpogingen van de Gevangenpoort in Bergen op Zoom in de negentiende- en twintigste eeuw

Bergen op Zooms erfgoed serieus bedreigd

De Lievevrouwestraat gezien naar de Gevangenpoort. Kabinetfoto uit ca. 1870-ca. 1890. (Bron:  J.J. van Melle, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De Lievevrouwestraat gezien naar de Gevangenpoort. Kabinetfoto uit ca. 1870-ca. 1890. (Bron: J.J. van Melle, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De Lievevrouwe- of Gevangenpoort in Bergen op Zoom en de Koornmarktspoort in Kampen zijn de enige poortgebouwen van het type met twee zware ronde torens, die in Nederland bewaard zijn gebleven. De poort uit Bergen op Zoom dateert uit de veertiende eeuw, is in die tijd nog verweven met de stadsmuur en geeft vanuit het westen toegang tot de stad. Door de omwalling in de vijftiende eeuw van het havenkwartier, gelegen buiten de Lievevrouwepoort, verliest het gebouw haar verdedigingsfunctie. Sinds die tijd is de stadspoort in gebruik als gevangenis en is de naam Gevangenpoort geleidelijk in zwang geraakt.

Sta-in-de-weg

Buiten storm, de ontploffing van het nabijgelegen kruitmagazijn de Stoelemat in 1831, een brand zeven jaar later en het instorten van de noordelijke buitenmuur door graafwerkzaamheden in 1871, heeft de Gevangenpoort wel het meest te duchten van particulieren die het bouwwerk het liefst willen slopen. Drie keer, welteverstaan in 1870, 1881 en 1884, is de poort met die intentie, voornamelijk door zakenlieden die het gebouw maar een obstakel vinden, bedreigd. Zolang de vesting van Bergen op Zoom nog niet geheel is geslecht en de singelwegen nog niet zijn aangelegd, moet al het zware verkeer van en naar de haven door de nauwe doorgang van de Gevangenpoort en de bebouwing van de Rijkebuurtstraat. Een alternatieve route via de Moeregrebstraat, ook wel het ‘Achterom’ genoemd, welke parallel aan de Lievevrouwestraat loopt, brengt geen soelaas, want die straat is op een aantal plaatsen niet veel breder.

Dit pittoreske plaatje met ossenkar geeft duidelijk de gesloten bebouwing weer aan de zuidzijde van de Lievevrouwestraat. De kleine poort links is een doorgang naar de stadswallen. De tuinders dragen kleding, die we nu nog kennen van de Bergse Vastenavend. Uitsnede van een ansichtkaart, uitgegeven door P. Harte, Bergen op Zoom, 1902. (Bron: West-Brabants Archief)

Dit pittoreske plaatje met ossenkar geeft duidelijk de gesloten bebouwing weer aan de zuidzijde van de Lievevrouwestraat. De kleine poort links is een doorgang naar de stadswallen. De tuinders dragen kleding, die we nu nog kennen van de Bergse Vastenavend. Uitsnede van een ansichtkaart, uitgegeven door P. Harte, Bergen op Zoom, 1902. (Bron: West-Brabants Archief)

Een surprise

In 1870, op de verjaardag van Sint-Nicolaas, stuurt industrieel Arnoldus Asselbergs (1811-1880) een brief naar de gemeenteraad van Bergen op Zoom, met het verzoek de Gevangenpoort te mogen slopen. Als eigenaar van een zaak in ijzerwaren en kramerijen vlakbij de poort, te weten Lievevrouwestraat 41 en 43, weet hij als geen ander hoeveel hinder het verkeer daar ondervindt. Enkele passages uit zijn brief:

“Door het in de laatste jaren zeer toegenomen verkeer van en naar de haven, het gevolg van merkbare vooruitgang in handel en industrie, is de doorgang onder de gevangen-toren meer en meer eene belemmering geworden, die, door oponthoud aan voertuigen, lastig en nadeelig is.”

“Het is te voorzien, dat bij eventueel in werking stellen der twee in aanbouw zijnde beetwortel-suikerfabrieken [hier worden bedoeld de suikerfabrieken van Van der Linden & Co. aan de haven en Laane, Rogier, Daverveldt & Co. bij het station], dat verkeer in drukte zal toenemen en het ongerief van eene dan zeker te smalle doorgang zal aanleiding geven tot billijk verlangen om dien doorgang te zien verbreeden.”

“Meermalen is de bemerking gemaakt, dat genoemden toren onder verschillende opzichten niet beantwoordt aan het doel waarvoor hij thans gebruikt wordt en als ik mij niet bedrieg, zijn er reeds vroeger pogingen aangewend om UwEd [Uw Edelachtbare] te bewegen dien toren buiten gebruik te stellen en een ander gebouw tot bewaring der gevangenen in te rigten. Bovendien, die toren ontsiert een der schoonste straten en staat hare verfraaijing in den weg.”

De Rijkebuurtstraat. Duidelijk is de versmalling te zien richting de Gevangenpoort. Links het atelier van fotograaf Jannis Jacobus van Melle (1829-1911), maker van deze foto. Kabinetfoto ca. 1870-ca. 1890. (Bron: Rijksmuseum)

De Rijkebuurtstraat. Duidelijk is de versmalling te zien richting de Gevangenpoort. Links het atelier van fotograaf Jannis Jacobus van Melle (1829-1911), maker van deze foto. Kabinetfoto ca. 1870-ca. 1890. (Bron: Rijksmuseum)

Arnoldus maakt in zijn brief handig gebruik van de wijdverbreide opvatting over de slechte toestand van de Gevangenpoort, ingericht tot huis van bewaring. Volgens het Algemeen Handelsblad van 6 juli 1869 is er bij de regering een verzoek ingediend het Provoosthuis in de Potterstraat te Bergen op Zoom in te richten als gevangenis, omdat de daarvoor bestemde Gevangenpoort volstrekt ongeschikt is. Aan de straatzijde van dit naargeestig gebouw moet men door een smalle deur, 27 stenen trappen bestijgen om bij de cipier te komen. Het gehele gebouw bevat zeven vochtige vertrekken, zonder luchtverversing, pomp- of regenwater, welke men buiten het gebouw moet halen. Vandaar dat een aantal van de driehonderd personen per jaar, die voor een of meerdere dagen tot een maand gedetineerd zijn, het gebouw ziek verlaten. Tot zover het krantenbericht. Het duurt echter nog jaren (1930) voordat de Gevangenpoort zijn functie als huis van bewaring verliest.

In de overtuiging dat het Asselbergs lukt zijn idee ten uitvoer te brengen, koopt hij in 1870 op voorhand op een veiling naast de zuidelijke toren bouwgrond en een drietal panden in de Rijkebuurtstraat met het oog die te slopen. Hij creëert zo ruimte om de weg te verbreden en “fraaije” huizen te bouwen. Ook hoopt hij dat de gemeente hem, ter financiering van zijn plannen, een lening van f10.000 verstrekt.

Bovenstaand schrijven van 5 december krijgt al snel bijval. Twaalf dagen later valt er een petitie, ondertekend door 35 ondernemers en omwonenden op de mat bij de gemeenteraad. Ook zij willen, met dezelfde argumenten die ook Asselbergs hanteert, de poort uit de weg ruimen. Onder de ondertekenaars bevinden zich voornamelijk voerlieden, vissers, schippers, uit de omgeving van het havenkwartier. De meeste indruk maakt evenwel de handtekening van Félix-Guillaume Wittouck (1812-1898) uit Sint-Pieters-Leeuw bij Brussel, eigenaar van de suikerfabriek aan de Zuidzijde Haven. Beide verzoeken worden in de zitting van de gemeenteraad van 19 december 1870 in behandeling genomen. Gelukkig beschouwt de raad de toren niet alleen als verkeersobstakel, maar allereerst als een relict uit vervlogen tijden met grote historische waarde. Dat het een complexe zaak betreft blijkt wel uit het commissoriaal verklaren van dit onderwerp. Wegens geldgebrek van de gemeente belandt het verzoek uiteindelijk in een diepe lade en verdwijnt deze kwestie de komende elf jaar van de agenda.

De achterkant van het pand ‘De Bruydt op de Trappen’ gelegen tegen de zuidzijde van de Gevangenpoort. (Foto: maart 1908, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De achterkant van het pand ‘De Bruydt op de Trappen’ gelegen tegen de zuidzijde van de Gevangenpoort. (Foto: maart 1908, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Groter draagvlak

Wordt in 1870 de petitie nog door 35 inwoners ondersteunt, een schrijven van gelijke strekking van 22 oktober 1881 gericht aan de gemeenteraad wordt maar liefst door 82 personen ondertekend, onder wie vertegenwoordigers van alle belangrijke ondernemingen. Wie deze keer het initiatief heeft genomen, is onbekend. Nu het stedelijk bestuur de sloop van de poort serieus overweegt, vinden de tegenstanders bij de minister van Binnenlandse Zaken, jhr. mr. Willem Six (1829-1908) en jhr. mr. Victor Eugène Louis de Stuers (1843-1916) gehoor. Laatstgenoemde is referendaris en hoofd van de afdeling Kunsten en Wetenschappen en een invloedrijk pleitbezorger voor het behoud van het nationaal cultureel erfgoed en wordt gezien als de grondlegger van de georganiseerde monumentenzorg in Nederland. Hij oppert de mogelijkheid om eenrichtingsverkeer in te stellen in de Lievevrouwestraat, Rijkebuurtstraat enerzijds en anderzijds in de parallelle Moeregrebstraat. De raad besluit een commissie in het leven te roepen om dit te onderzoeken. In de laatste gemeenteraadsvergadering van 1882 wordt verslag uitgebracht. Uit het rapport blijkt dat de commissie, terzijde gestaan door architect Cornelis Petrus (Kees) van Genk (1838-1914), twee ontwerpen heeft overlegd. Het ene om de gevangenpoort te slopen, en het andere om belendende panden aan te kopen, deze af te breken, een weg om de zuidelijke toren te maken en de poort te restaureren.

De Stuers krijgt met de benoeming op 13 december 1885 van Antonius Jacobus Lambertus de Roock (1823-1892) als burgemeester van Bergen op Zoom een medestander om de poort te behouden. In een schrijven aan De Stuers, met een verzoek voor Rijkssubsidie voor restauratie van de poort, stelt De Roock: “zoolang ik burgemeester ben, durf ik er voor instaan, dat er geen schendige hand aan geslagen wordt.” Ondanks dat probeert een industrieel alsnog de poort uit de weg te ruimen.

De Gevangenpoort, ingericht als gemeentemuseum (sinds 31 maart 1932), met links de verbindingsweg naar de Rijkebuurtstraat om de zuidelijke toren. (Bron: C. Hoogendijk, jaartal onbekend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De Gevangenpoort, ingericht als gemeentemuseum (sinds 31 maart 1932), met links de verbindingsweg naar de Rijkebuurtstraat om de zuidelijke toren. (Bron: C. Hoogendijk, jaartal onbekend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Een spoorlijn dwars door de stad

De derde en laatste poging wordt in 1884 gedaan door Paul Wittouck (1851-1917), zoon van de eerder genoemde Félix-Guillaume en eigenaar van de suikerfabriek Sucreries de Breda et Berg-op-Zoom S.A. aan de Zuidzijde Haven. Paul stelt voor de poort af te breken om plaats te maken voor een spoorlijn van het station, dwars door de stad naar de haven. Deze keer reageert de raad resolute en besluit: “geen afbraak, maar een spoorlijn buiten stad om.” Een jaar later ligt er al een railverbinding tussen het station en zijn suikerfabriek via de Zuid-Oostsingel, Zuidsingel, Zuid-Westsingel en de pas aangelegde Wittoucksingel.

Na de sloop in 1908 van de bebouwing in de Rijkebuurtstraat is de weg vrij gemaakt voor een straat buiten de zuidelijke toren om richting Lievevrouwestraat. (Foto: C.J. Steenbergh, datum onbekend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Na de sloop in 1908 van de bebouwing in de Rijkebuurtstraat is de weg vrij gemaakt voor een straat buiten de zuidelijke toren om richting Lievevrouwestraat. (Foto: C.J. Steenbergh, datum onbekend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Eind goed al goed

Burgemeester en Wethouders van Bergen op Zoom kopen in 1907 van vleeshouwer Cornelis Benedictus Melsen (1871- circa 1921) het huis ‘De Bruydt op de Trappen’ in de Lievevrouwestraat en van de familie Asselbergs huizen en bouwgrond in de Rijkebuurstraat. Het daaropvolgende jaar worden deze panden door de gemeente gesloopt en op de vrijgekomen gronden wordt een weg om de zuidelijke toren gerealiseerd. Het gebouw blijft de functie van huis van bewaring houden tot de verbouwing tot politiebureau van de voormalige burgemeesterswoning op de hoek Stationsstraat/Van de Rijtstraat in 1930 gereed is. Met de bajesklanten verhuist ook de laatste bewoner, hoofdagent van politie, Wilhelmus Buckens (1873-1950) op 7 augustus 1930 naar de Van de Rijtstraat. Hierna kan men met de restauratie van het interieur van de poort beginnen. Na voltooiing neemt het gemeentemuseum in 1932 haar intrek, gevolgd in 1960 door de jeugdafdeling van de openbare bibliotheek. Tussen 1975 en 2014 maakt Stichting In den Scherminckel (SIDS) archeologie in Bergen op Zoom gebruik van de poort. Eerst als werk- en later ook als expositieruimte. Sinds juli 2015 is de Gevangenpoort een dependance van stadspaleis en museum het Markiezenhof en is er een escaperoom (Escape the Gate) in gevestigd. Gelukkig is het met de poort goed afgelopen, maar is de omgeving ervan behoorlijk verminkt door de aanleg van de Westersingel.

 

Bronnen

West-Brabant Archief, archief boz - 0007B, Archief van de gemeente Bergen op Zoom, 1814-1925 - serie eigendommen, inventarisnummers 1548 en 1567.

“Binnenlandsche Berichten”, in: De Opmerker, orgaan van het genootschap ‘Architectura et Amicitia’ (, jrg. 18, nr. 2 ,13 januari 1883), 19.

De Noord-Brabander, 20 oktober 1838, 3.

De Maasbode, 5 november 1871, 3.

Het Vaderland, 29 december 1870, 2.

De Grondwet, 24 juli 1884, 2.

De Grondwet, 27 juli 1884, 2.

Dagblad van Noord-Brabant, 16 mei 1930, 6.

De Grondwet, 31 maart 1932, 3.

Kopieën van de verzoekschriften van 1870, 1881 en 1884 en de uitgeschreven teksten daarvan zijn hier te vinden.