De stoere stadspoort van Bergen op Zoom

Bewerking van J.J. van Melle, Onze-Lieve-Vrouwe of Gevangenpoort Rijksmuseum

Lievevrouwepoort ca 1880. Links het atelier van de fotograaf, J.J. van Melle. (Foto: J.J. van Melle, 1870-1890, Rijksmuseum)

Met zijn stoere ronde torens en schietgaten voldoet de Lievevrouwepoort in Bergen op Zoom zonder twijfel aan het traditionele beeld van een middeleeuwse stadspoort.

Wie vanuit het havenkwartier van Bergen op Zoom naar het centrum loopt, ziet al gauw de Lievevrouwepoort opdoemen. De poort is gebouwd met blonde natuursteen uit Gobertange, een plaatsje bij Geldenaken in het zuiden van het hertogdom Brabant. De poort dankt zijn naam aan een Mariakapel die er ooit naast stond. Hij zal omstreeks 1335 gebouwd zijn, tegelijk met de aanleg van de eerste stenen omwalling van de stad.

Bergen op Zoom liep daarmee achter op ’s-Hertogenbosch, dat al een eeuw eerder een stadsmuur had opgetrokken. Maar de Bosschenaren hadden de noodzaak van zo’n muur dan ook aan den lijve ondervonden. Amper was 's-Hertogenbosch gesticht, of de nederzetting werd door de Heusdenaren onder aanvoering van de graaf van Holland met de grond gelijk gemaakt.

Graaf Dirk VII van Holland, M. Vosmeer, Principes Hollandiae et Zelandiae, Antwerpen, 1578.

Graaf Dirk VII van Holland legde Den Bosch in de as, maar de Brabantse hertog Hendrik I nam hem gevangen. (Bron: Michiel Vosmeer, 1578, Principes Hollandiae et Zelandiae)

Andere Brabantse steden hadden ook behoefte aan bescherming, maar lang niet alle konden ze zich een kostbare stenen omwalling veroorloven. Eindhoven en Helmond gingen daarom bijvoorbeeld schuil achter een aarden omwalling, waarin slechts de poorten van steen waren. Ook Breda en Bergen op Zoom moesten het aanvankelijk doen met een aarden wal of een houten palissade, maar deze werden in de veertiende eeuw alsnog vervangen door een stadsmuur.

Na de ommuring van het westelijke havenkwartier aan het eind van de vijftiende eeuw verloor de Lievevrouwepoort zijn functie. Zoals elders gebeurde, werd hij als gevangenis in gebruik genomen. De poort veranderde van naam. Vanaf toen heette hij de Gevangenpoort. Mogelijk is bij die gelegenheid ook het bakstenen gedeelte aan de stadszijde verbouwd en voorzien van smalle uitkijktorentjes. Oorspronkelijk stond er ook nog een voorpoort met een brug over de al lang verdwenen stadsgracht, maar die is in 1619 gesloopt. In de vorige eeuw werd de poort enkele malen gerestaureerd.

Tot 1931 hebben er mensen in de voormalige stadspoort achter slot en grendel gezeten. Erg comfortabel zal dat niet zijn geweest. Had hij niet zo lang als gevangenis gediend, dan zou hij er nu vrijwel zeker niet meer gestaan hebben. Middeleeuwse stadsmuren zijn in het huidige Noord-Brabant nergens in hun oorspronkelijke vorm bewaard gebleven.

Een aantal vestingwerken is volledig gesloopt, andere zijn aangepast aan de ontwikkeling van het geschut in de vijftiende en zestiende eeuw. Dat wil zeggen dat torens werden verlaagd en dat kantelen en weergangen verdwenen. Meters dikke aarden wallen achter de muren moesten kanonskogels tegenhouden. En die zijn op hun beurt in de negentiende eeuw vaak geslecht. Afgezien van een paar restanten herinneren nu enkel straatnamen zoals de Vestdijk in Eindhoven of de Koepoortstraat in Woudrichem aan vroegere vestingwerken.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 50.