In de middeleeuwen had ‘het volk’, vertegenwoordigd door de ambachtsgilden, van tijd tot tijd nog wel aanspraak kunnen maken op een plek in het stadsbestuur, maar nooit voor lange tijd. Steeds weer dolven zij het onderspit en in de zestiende eeuw werd hun met hulp van Brussel definitief de deur van het stadhuis gewezen. Zo kwam er een oligarchisering van het bestuur op gang die uiteindelijk zou uitmonden in de gesloten regentenheerschappij van de achttiende eeuw.
Portret van Jan Mathysen Dyruen [Jan Mathijs] gemaakt door een onbekende kunstenaar tussen 1597 en 1622. (Bron: Stedelijk Museum Breda) Portret van Dionys Piggen Buyten gemaakt door een onbekende kunstenaar tussen 1597 en 1622. (Bron: Stedelijk Museum Breda) Portret van Jochim Gillis [Joachim Gillis] gemaakt door een onbekende kunstenaar tussen 1597 en 1622. (Bron: Stedelijk Museum Breda) Portret van Job Wynants gemaakt door een onbekende kunstenaar tussen 1597 en 1622. (Bron: Stedelijk Museum Breda)
Iets van die trotse zelfvoldaanheid van de stedelijke elite schemert door in een portrettenreeks die Bredase stadsbestuurders – onder wie Jan Matthijs, Joachim Gillis, Dionys Piggen en Job Wynants − van zichzelf lieten maken in de jaren tussen 1591 en 1622, toen de stad in protestantse handen was.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014, 223.