De kromstaf van Berne

De kromstaf van Berne

De kromstaf van abt Coenraad van Malsen. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Bij het vierhonderdjarig bestaan van de norbertijner abdij van Berne bij Heeswijk, in 1534, verleende paus Clemens VII (1478-1534) aan de abten van Berne het recht om de tekenen van bisschoppelijke waardigheid te voeren. De toenmalige abt, Coenraad van Malsen, liet daarop een schitterende kromstaf vervaardigen door de Antwerpse meesterzilversmid Joris Weijers.

Kromstaf en Mijter van Berne

Kromstaf en Mijter van de abt van Berne, tekenen van de bisschoppelijke waardigheid. (Bron: Abdij van Berne)

De stafbekroning heeft de vorm van een toren met twee verdiepingen, voorzien van nissen, waarin heiligenfiguren en putti staan opgesteld. De toren loopt uit in de fraaie krul met daarin een beeld van de heilige Martinus te paard met de bedelaar. Hiermee is de staf geheel in de stijl van de renaissance die kort voordien in de Nederlanden was doorgedrongen.

Martinus was patroonheilige van het bisdom Utrecht, waaronder Berne destijds viel. In 1579 werd de abdij vanwege de politieke situatie vanuit Berne overgebracht naar het veiliger geachte ’s-Hertogenbosch. Tot 1629 zouden de norbertijnen daar blijven. Na omzwervingen vond de abdij in 1857 onderdak in Heeswijk, waar de abten vanouds een slotje bezaten. Daar wordt de renaissancestaf nog altijd bewaard.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.


Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 101.