In de tijd zelf werd deze nieuwe stijl echter aangeduid als "op zijn antyksch", want het waren de klassieke oudheid en de antieken die er de inspiratie voor leverden. Gebruik en toepassing van deze stijl golden als modern en vooruitstrevend en juist de culturele avant-garde gaf er zich met graagte aan over.
Epitaaf van familie de Borgnival in de Grote Kerk in Breda. (Foto: G. de Hoog, 1907, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Aanstichter was Hendrik III van Nassau (1483-1538), die op zijn reizen naar Spanje en Italië in het gevolg van keizer Karel V (1500-1558) onder de indruk was geraakt van de nieuwe stijl. Na terugkeer in Breda in 1530 gaf de rijke graaf opdracht voor zowel de bouw van een renaissancepaleis op de plek van het oude kasteel als voor de decoratie van de juist voltooide grafkapel van de Nassaus in de nieuwe stijl. Hierbij liet hij meteen een nieuw grafmonument voor zijn oom en voorganger Engelbrecht II (1451-1504) bouwen.
Hovelingen en de hogere kringen van de Bredase burgerij begonnen al snel hun heer te imiteren. In de kooromgang van de Grote Kerk en ook in enkele kapellen werden grafmonumenten en epitafen opgesteld die onveranderlijk van hoge kwaliteit zijn.
Een aantal ervan is vrijwel zeker van de hand van de Antwerpse ontwerper en beeldhouwer Cornelis Floris (1513/14-1575), die op zijn reis naar Italië bekend was geraakt met de nieuwe stijl.
Epitaaf van Dirk van Assendelft in de Grote Kerk in Breda. (Foto: G. Lanting, 2015, Wikimedia Commons)
Tweede etage van de Epitaaf van Dirk van Assendelft. (Foto: Anoniem, 2001, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Bronnen
Van Leeuwen, W., De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant, Zwolle, 2012.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 100.