De klok van het raadhuis van Willemstad

De toren en het voormalig raadhuis van Willemstad. (Foto: G. Lanting, 2018, Wikimedia Commons)

De toren en het voormalig raadhuis van Willemstad. (Foto: G. Lanting, 2018, Wikimedia Commons)

Er zijn plekken waar de klanken van het verleden nog regelmatig te horen zijn, en wel bij de (kerk)torens van Brabant. Want een toren zonder klokken is eigenlijk nauwelijks voorstelbaar.

Kennelijk is dat gevoel er al vroeg geweest; de oudste klokken in de torens van Noord-Brabant dateren namelijk al van de veertiende eeuw en één mogelijk zelfs uit het eind van de twaalfde eeuw.

Die hangt al meer dan vijfhonderd jaar in de toren van het voormalige raadhuis van Willemstad. Hun stemmen zijn tot op de dag van vandaag door vele generaties Brabanders gehoord, als oproep tot kerkgang, als uiting van vreugde of als waarschuwing voor gevaar.

Veel klokken behoren echter óók tot het erfgoed van de Brabanders, omdat ze van Brabantse makelij zijn. In ’s-Hertogenbosch werden vanaf halverwege de veertiende eeuw zo’n tweehonderd jaar achtereen klokken gegoten. Bijvoorbeeld de Mariaklok van Loon op Zand, 1.31 meter hoog en 1380 kilo zwaar, in het jaar 1500 door de Bosschenaren Willem en Jaspar Moer, telgen van een befaamd geslacht van klokkengieters, gegoten voor de kerk van Loon op Zand.

Vanaf de achttiende eeuw herleefde de klokkengieterij in Brabant met de vestiging van Petit & Fritsen in Aarle-Rixtel en later de firma Eijsbouts in Asten.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., De Loet, ‘s-Hertogenbosch. 650 jaar stedelijke geschiedenis, ‘s-Hertogenbosch, 2008.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 99.