Het was een indrukwekkend bouwsel van mogelijk meer dan vierhonderd meter lengte, rustend op massieve stenen pijlers die op hun beurt weer gefundeerd waren op een zware constructie van houten palen die in de rivierbedding waren geheid.
Toen restanten van de brug, indrukwekkende blokken natuursteen en zware eikenhouten palen, aangepunt en voorzien van smeedijzeren paalschoenen, in 1992 en 1993 werden opgedoken uit de rivier, bleek dat een van de bouwers zijn trots over wat er verricht werd niet had kunnen bedwingen. Zo’n gedegen werk, zulk vakmanschap, het kon niet anders of het zou de eeuwen trotseren. En dat was dan ook wat hij vol overtuiging in een van de funderingspalen uitbeitelde: het woord ETERNA, eeuwig, met letters van bijna 20 centimeter hoog.
Houten funderingspalen van de Romeinse brug bij Cuijk. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst (‘s-Hertogenbosch, 2014).
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 27.