Thema

Romeinen, Bataven en Kelten

Met de komst van de Romeinen veranderde er veel in het leven van de toenmalige bewoners van Brabant. Niet alleen nieuwe machthebbers, maar ook nieuwe goden en nieuwe manieren om ze te vereren.

Romeinen, Bataven en Kelten

In de eerste eeuw voor Christus woonden in het huidige Noord-Brabant verschillende stammen. Van een aantal stammen hebben we niet veel meer dan een naam. Bijvoorbeeld van de Toxandriërs, die in de eerste eeuw na Chr. in de Kempen woonden. Mogelijk waren ze een overblijfsel of vervanging van de stam der Eburonen die eerder in hetzelfde gebied leefden.

Volgens de bekende Romeinse generaal Julius Caesar (ca. 100-44 v. Chr.), die een verslag schreef over zijn veldtocht door Gallië, behoorden deze Eburonen tot de zeer dappere Belgae. Een andere stam die in Brabant woonde was die van de Bataven. Zij bevolkten het uiterste noordoosten van de huidige provincie en delen van Gelderland. Hun Romeinse 'hoofdstad' was Ulpia Noviomagus, dat lag op de plek van het huidige Nijmegen.

gallia.jpg

Een kaart van de Romeinse Lage Landen. (Bron: Samuel Butler, 1908, Atlas of Ancient and Classical Geography)

Over deze stammen weten we maar weinig van voor de komst van Caesar, omdat zij het schrift immers nog niet kenden. Door archeologisch onderzoek weten we wel iets over hun religieuze beleving en begrafenisrituelen. We weten onder andere dat deze vroege bewoners van Brabant hun doden cremeerden en begroeven in urnenvelden. Met de komst van de Romeinen en hun godenwereld veranderde er het een en ander in het religieus leven van de stammen van Noord-Brabant.

Vermenging van culturen

De Romeinse soldaten, handelaren en ambtenaren die naar deze streken vertrokken voerden hier hun rituelen uit en aanbaden hun goden. Vaak toonden die overeenkomsten met de goden van de inheemse bevolking. Een voorbeeld hiervan is de Romeinse halfgod Hercules. Hij werd door veel soldaten aanbeden als toonbeeld van dapperheid, kracht en volharding. De Bataafse militairen richtten zich graag tot de krijgshaftige god Magusanus.

De gelijkenissen tussen Hercules en Magusanus waren zo groot dat deze twee goden binnen honderd jaar geleidelijk met elkaar versmolten. In het land van de Bataven zijn vele verwijzingen gevonden naar deze samengestelde godheid Hercules-Magusanus. Dat blijkt onder andere uit de steen van Ruimel. Daarop wordt Flavus, zoon van een zekere Vihirmas, genoemd. Volgens de inscriptie liet Flavus een altaarsteen oprichten voor de god Hercules-Magusanus. De naam van zijn vader, ‘Vihirmas’ lijkt niet op de Romeinse naam die Flavus droeg. Waarschijnlijk was Flavus lid van een lokale stam. Toch offerde hij op een 'Romeinse' manier aan een god.

/beeld/verhalen/21130.jpg

De steen van Ruimel uit de periode 1-69 na christus. (Bron: Rijksmuseum van Oudheden)

Een ander voorbeeld van het versmelten van culturen is de altaarsteen die is gevonden bij Zundert. Op deze Romeinse altaarsteen werd de vermoedelijk Keltische godin Sandraudiga vereerd. De inscriptie op de versierde steen stelt dat de steen aan haar gewijd is door “de vereerders van haar tempel”. De stenen van Flavus en van Sandraudiga laten zien dat niet alleen de Keltische goden werden beïnvloed door de Romeinse godenwereld, maar ook Romeinse rituelen werden overgenomen. Overigens werden de Romeinen ook beïnvloed door lokale gebruiken. Romeinen die zich in een regio vestigden, offerden in dezelfde tempels aan de dezelfde gelijkgestelde goden als de lokale bevolking.  

Cultusplaatsen

De Romeinen brachten naast goden ook religieuze bouwkunst mee. Zij waren gewend hun goden in tempels te vereren. Zo zijn er in Empel, Cuijk en Kessel resten gevonden van tempels waarvan sommigen gewijd aan Hercules-Magusanus. Ook Sandraudiga werd vereerd in een tempel.

MaquetteEmpel

Een reconstructie van de tempel van Empel. (Bron: Noordbrabants Museum)

Alle rechten voorbehouden
Goden werden niet alleen in tempels vereerd, maar ook in de natuur. Een voorbeeld hiervan is een cultusplaats in het huidige Bergen Op Zoom. Hier werden in de tweede of derde eeuw amfoortjes, Romeins aardewerk, geofferd aan de goden door ze in een ven te werpen. Ook de laat-Romeinse gouden peelhelm uit Helenaveen werd waarschijnlijk samen met enkele andere militaire attributen als offer in het moeras gegooid om een persoonlijke overgang te markeren. Op sommige plekken werd later een stenen heiligdom gebouwd.

Frank Lammers ervaart hoe het is om een Romeinse soldaat in Brabant te zijn. In Cuijk gaat hij op zoek naar de restanten van de Romeinse brug die daar vroeger heeft gelegen en in het Noordbrabants Museum bekijkt hij vondsten die laten zien dat de Romeinen niet zo'n hele rare jongens waren. (Bron: Canon van Lammers, aflevering 2, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Hemel en aarde

In de Romeinse tijd geloofden de bewoners van het huidige Noord-Brabant dat ze na hun dood verder zouden leven en dat ze bij dit tweede leven voorwerpen nodig hadden. Dat blijkt uit grafgiften die samen met de doden werden begraven. Rijke of belangrijke mensen werden begraven in grafheuvels, soms ommuurd en versierd met beelden van de overledenen zoals in Hoogeloon. In de Romeinse grafheuvels plaatste de familie van de overledene voorwerpen. Zo is er bij Esch een barnstenen Bacchusbeeldje, sieraden en andere kostbaarheden gevonden. Het christendom maakte uiteindelijk een einde aan deze traditie. Dat gebeurde echter pas eeuwen nadat de Romeinen de Lage Landen hadden verlaten.

 

Bronnen

Sonnemans, G. e.a., Blikken op Brabant. De canon van Nederland in Noord-Brabants perspectief, ‘s-Hertogenbosch, 2012.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Oudheusden, J., Verhalen van Brabant. Geschiedenis en erfgoed in tien tijdvakken, ‘s-Hertogenbosch, 2015.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Woolf, G., Becoming Roman. The origins of provincial civilization in Gaul, Cambridge, 2003.

Draag bij aan Brabants erfgoed!

Wil je een verhaal delen? Vul hieronder je gegevens in, en geef kort aan wat je zou willen bijdragen. De redactie neemt dan contact met je op.