Auteur: Ruud van Nooijen

Samuel de Wael

Geboortedatum: | Sterfdatum:

Nederduits Gereformeerd predikant te Boxtel

De Sint-Petruskerk in Boxtel met het ingestorte schip. (Bron: maker onbekend, achttiende eeuw, Brabant Collectie)

De Sint-Petruskerk in Boxtel met het ingestorte schip. (Bron: maker onbekend, achttiende eeuw, Brabant Collectie)

Bij de Vrede van Münster in 1648 wordt Brabant onder de naam Staats-Brabant als generaliteitsland definitief ingelijfd bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Religie en bestuur zijn nog nauw verweven. In de Republiek betekent dit dat Nederduits Gereformeerd de overheersende religie is. Men moet belijder zijn van de ware religie wil men een bestuursfunctie of openbaar ambt mogen vervullen. Dominees worden uitgezonden naar het generaliteitsland, zo ook naar Boxtel. Daar is Samuel de Wael (1636-?) 43 jaar lang de vertegenwoordiger van de Nederduits Gereformeerde kerk.

Er komt een instructie ten behoeve van de dominees die gaan werken in generaliteitsgebied. Een van de artikelen daarin (conceptversie van 17 oktober 1648), luidt:

"In het predicken sullense doorgaens pogen te spreecken op t’alder vriendelyckste ende meer besich sijn met de leeringe der waerheijt als met spitsvinnige sware disputen, die het arme blinde volck voor eerst niet wel en sullen comen verstaen oft verdragen."

Brabant wordt zendingsgebied, hetgeen betekent dat een stroom van nieuwbenoemde predikanten in de provincie aan het werk gaat, aanvankelijk veelal nog in de stellige overtuiging dat het bekeren van de paapsgezinde bevolking een kwestie van tijd is. Boxtel telt door de loop der tijd vele dominees. De ene blijft kort – een jaar of korter – een ander lang, zeer lang, zoals Samuel de Wael, die met 43 jaar een onbetwist record vestigt. Dat hij het zo lang volhoudt is opmerkelijk omdat hij in woord en daad een rechtlijnig antipapist moet zijn geweest. Hoewel Boxtel slechts gedurende enige betrekkelijk korte periodes zonder dominee is geweest (1794-1805 en 1912-1915), blijft de gemeente overeind, al is die vele jaren klein, zo klein, dat pas op 21 november 1777 voor het eerst uit de capabele manslidmaten een kerkenraad kan worden geformeerd.

Samuel de Wael wordt op 13 juli 1658 beroepen te Boxtel en op 16 augustus daaropvolgend bevestigd in de grote, van oorsprong katholieke Sint-Petruskerk in Boxtel-Binnen (centrumgebied gelegen tussen de bruggen van de Binnendommeltjes). Reeds kort na zijn aankomst wordt De Wael naar zijn mening gevraagd inzake een kwestie die speelt in buurdorp Esch. Daar heeft op 1 augustus 1658 de weduwe van wijlen Jan Joosten van den Want, schoolmeester, zich in een rekest gericht tot de Staten-Generaal. Ze is zwanger en heeft de zorg voor vijf kleine kinderen. Ze vraagt "ootmoedelijk" (nederig) om mededogen in deze voor haar zo moeilijke omstandigheden en wil graag haar oudste zoon te zijner tijd op de post van schoolmeester van Esch zien en zal het schoolmeesterschap voorlopig laten waarnemen tot haar zoon, die nu veertien is, daartoe bekwaam is om het over te nemen. Haar overleden man was in 1652 op voorspraak van Boxtels eerste dominee, Johannes Aelstius de jonge (1620-1686), aangesteld. Het ligt voor de hand dat de predikant om advies wordt gevraagd. Hij kent de situatie meestal goed en is een van de weinigen die heeft gestudeerd. De Raad van State gaat voorlopig akkoord met haar verzoek, zulks op basis van de goede getuigenissen van classis alsook predikant De Wael. Enig eigen belang is daarbij niet vreemd. Men wil zoveel als mogelijk voorkomen dat een weduwe met kinderen ten laste komt van de diaconie, het deel van het kerkbestuur dat is belast met de zorg voor armen en behoeftigen.

De geringe omvang van de Boxtelste protestante gemeente in de achttiende eeuw is duidelijk zichtbaar in deze pagina met doopinschrijvingen. in November 1773 werd Helena, dochter van Johannes van der Ham en Trintje Block ingeschreven. De eerstvolgende inschrijving is ook een kind van dit echtpaar, zoon Hendrick, die ruim een jaar later is geboren. (Bron: BHIC ’s-Hertogenbosch)

De geringe omvang van de Boxtelste protestante gemeente in de achttiende eeuw is duidelijk zichtbaar in deze pagina met doopinschrijvingen. in November 1773 werd Helena, dochter van Johannes van der Ham en Trintje Block ingeschreven. De eerstvolgende inschrijving is ook een kind van dit echtpaar, zoon Hendrick, die ruim een jaar later is geboren. (Bron: BHIC ’s-Hertogenbosch)

Van 17 augustus 1658 dateert een rekest van de Bossche Classis waarin wordt gevraagd om De Wael een traktement toe te kennen van 750 gulden (jaarsalaris, beduidend meer dan zijn vakgenoten buiten generaliteitsgebied) Het betreft dan de predikantsplaats te Boxtel, in combinatie met Liempde. Kennelijk is deze kwestie medio december dat jaar nog niet geregeld, want op 21 december 1658 gaat bij de classis van ’s-Hertogenbosch andermaal een rekest hierover de deur uit. Het probleem van het combineren van de twee predikantsplaatsen Boxtel en Liempde schijnt april 1663 nog steeds niet te zijn geregeld. De Wael gaat er preken en houdt er toezicht op de school. Hem wordt toegezegd dat hij inzake deze kwestie de hulp kan inroepen van landdrost Focanus (1623-?).

Er zijn, ook elders in de generaliteitslanden, nogal eens problemen met de betaling van het domineestraktement zoals uit andere stukken uit die tijd blijkt. Dat de kleine protestantse gemeenschap van Boxtel moeite heeft het hoofd boven water te houden moge blijken uit navolgende voorbeelden. Op allerlei manieren poogt men de eigen uitgaven te beperken en inkomsten te consolideren of liever nog te vergroten.

Op 15 december 1663 vraagt De Wael autorisatie voor de drossaard en kerkmeester om een altaar en koperen vont, afkomstig uit de Sint-Petruskerk, die zich bevinden op Kasteel Stapelen van de (katholieke) graaf van Bassigny, daar weg te halen en te verkopen. Zulks met het oogmerk om de opbrengst te besteden “aen een thuijn [knielbank] om den predickstoel”. Reeds twee dagen later klimt De Wael andermaal in de pen om de Raad van State in overweging te geven de jaarlijkse huur van 58 gulden voor huis en hof van de koster niet langer door de kerk, doch door de Gemeente Boxtel te laten betalen, zoals elders in de Meierij gebruikelijk is. De Raad van state wenst echter niet op dit verzoek in te gaan.

Tijdens een, op 27 september 1668 te Eindhoven gehouden, classis ordinaria (gewone classisvergadering) verzoekt De Wael om zijn standplaats Boxtel te mogen verbinden met die van Esch. De reden: “de plaetsche van Liemde als desert was”. Met andere woorden: aan Liempde viel voor hem geen eer meer te behalen. Zijn verzoek wordt ingewilligd.

 

Wassen beelden

De Wael ervaart al spoedig dat de katholieke Heilig-Bloedverering in Boxtel, ofschoon verboden, jaarlijks nog talrijke pelgrims trekt. Zo worden er onder meer wassen beelden verkocht. Inzake deze “onverdragelijcke stouticheden der papen” richt De Wael zich in 1676 – hij is dan reeds achttien jaar predikant in Boxtel - in een rekest tot de Staten-Generaal, met het verzoek om maatregelen.

De Clarissenstraat in Boxtel met v.l.n.r.: Pastorije, eeuwenlang woning predikant protestantse gemeente; rooms-Katholieke Sint-Petruskerk, tussen 1648-1798 in gebruik bij protestanten, in 1809 definitief terug naar katholieken, eerste restauratie tussen 1823-1827; protestantse kerkje uit 1812 ontworpen door Hendrik Verhees in 1809. (Foto: Ruud van Nooijen, 2021)

De Clarissenstraat in Boxtel met v.l.n.r.: Pastorije, eeuwenlang woning predikant protestantse gemeente; rooms-Katholieke Sint-Petruskerk, tussen 1648-1798 in gebruik bij protestanten, in 1809 definitief terug naar katholieken, eerste restauratie tussen 1823-1827; protestantse kerkje uit 1812 ontworpen door Hendrik Verhees in 1809. (Foto: Ruud van Nooijen, 2021)

Alle rechten voorbehouden

Buik Sint-Petruskerk stort in

De Pastorije, woning van de predikant, is gelegen aan de noordzijde van de Sint-Petruskerk, aan de rand van het kerkhof rond de kerk, op een afstand van slechts enige tientallen meters van de kerk. De geschiedenis verhaalt niet of de dominee en zijn gezin op dat moment thuis zijn, doch op zaterdagavond 26 februari 1684, tussen half acht en acht uur stort onder donderend geraas de buik of het schip van de kerk in. Slechts één muur blijft overeind, doch zal jaren later, tijdens een novemberstorm in het jaar 1800, alsnog bezwijken. Een goed halfjaar na het instorten van het schip worden de restanten van het orgel publiekelijk verkocht. De protestantse gemeente laat in het door de instorting ontstane gat een muur metselen en neemt het koorgedeelte van de kerk in gebruik als kerkruimte.

 

Geen rustig domineesleven

Samuel de Wael, vierde dominee in Boxtel, is de zoon van de eerste Bossche predikant na de inname van die stad in 1629. Wat de een bewoog om slechts kort te blijven, terwijl De Wael recordhouder is met zijn 43 jaar, we weten het niet. Hoe dan ook, vrijwel alle dominees in Brabant ervaren al snel na hun aankomst dat ze bekeren van de katholieke bevolking wel kunnen vergeten. Als je dan verder weinig tot geen ambities hebt, kun je een rustig domineesleven leiden en gemakkelijk je pensioen halen. Voorwaarde is dan wel dat je kans ziet in redelijke vrede met je niet-protestantse medeburgers te leven. Of dat voor De Wael geldt is maar zeer de vraag.

 

Zendingswerk De Wael en opvolgers beklijft niet

In 1648 telt het bescheiden vlek Boxtel een handjevol protestanten. In 1798, als met de komst van de Staatsregeling (grondwet) alle godsdiensten worden gelijkgesteld en begonnen wordt met het ontrafelen van staat en kerk, telt Boxtel 2.564 inwoners: 2513 katholieken en 51 protestanten. De geringe groei van de protestantse gemeente gedurende 150 jaar is vrijwel uitsluitend toe te schrijven aan aanwas van buitenaf.

 

Bronnen

BHIC ’s-Hertogenbosch, archief Nederlands Hervormde Gemeente Boxtel 1657-1950, toegangsnummer 259.

BHIC, ’s-Hertogenbosch, Classis ’s-Hertogenbosch Nederlands Hervormde Kerk 1571-1997, toeg. Nr. 254, inleiding: Het ontstaan van de Classis ’s-Hertogenbosch en de handelingen van de Conventus van 1648.

BHIC ’s-Hertogenbosch, Resoluties Raad van state, toegangsnr. 178, inventarisnr. 190-216.

BHIC, ’s-Hertogenbosch, Archief Classis Kempen- en Peelland, toegangsnr. 257, inventarisnr.1, periode 1656-1686.

P. Dorenbosch, Clercx, J., De Boxtelse St.-Petrus : kerk van de parochie Sint-Petrus Stoel te Antiochië te Boxtel, Deel I en II, Boxtel, 1983. 

Coenen, J., Baanderheren, boeren & burgers : een overzicht van de geschiedenis van Boxtel, Liempde en Gemonde, Boxtel, 2004.

Lenarduzzi, C., Katholiek in de Republiek: subcultuur en tegencultuur in Nederland 1570-1750, Nijmegen, 2020.

Ros, A., Biografisch lexicon geschiedenis Nederlands protestantisme, deel 5, Kampen, 2001.

Henk Beijers archiefcollectie.

Van Sasse van Ysselt, A., "De bedevaart te Boxtel in 1672 tot 1676", in: Taxandria (jrg. 15, 1 januari 1908).