Een torenmonstrans uit Cuijk

Torenmonstrans Cuijk Venray

De torenmonstrans uit Cuijk, gemaakt omstreeks 1525 door de Luikse zilversmid Leonard van Bommershoven. (Foto: Onbekend, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 1927)

Een mooi voorbeeld van gotisch kerkzilver uit Brabant is een torenmonstrans uit omstreeks 1525, die dankzij oorlog terecht is gekomen in Venray.

Een monstrans diende om het Heilig Sacrament in de vorm van een hostie op waardige wijze aan de gelovigen te kunnen voorhouden, ter verering en aanbidding. Monstransen horen dan ook echt thuis in de late middeleeuwen, toen de Sacramentsverering wijdverbreid raakte. De zilveren, deels vergulde monstrans, is 78 centimeter hoog en 4,5 kilo zwaar. Het is werkelijk een wonder van siersmeedkunst met ragfijne zuiltjes, spitsboogjes en pinakeltjes, overdekt met beeldjes van engelen en heiligen.

Overigens is dit prachtstuk al vier eeuwen niet meer in Brabant aanwezig. Sinds 1613 wordt het over de grens bewaard in de buitengewoon rijke collectie van de kerk van Sint Petrus’ Banden in Venray. Oorspronkelijk hoorde de monstrans echter thuis in de Martinuskerk van Cuijk. Deze was er in het begin van de zeventiende eeuw slecht aan toe. Alsof de ellende van de Tachtigjarige Oorlog voor Cuijk al niet genoeg was, hadden hoogwater en ijs bij de pal aan de rivier gelegen kerk de fundamenten aangetast. Door scheuren en verzakkingen was de Martinuskerk bouwvallig geworden.

Cuijk

De Sint-Martinuskerk te Cuijk. (Foto: Mark Faasse, 2012, Wikimedia Commons)

Bij het aanbreken van het Twaalfjarig Bestand zochten de parochianen hulp bij de heer van Cuijk, prins Maurits van Oranje (1567-1625), die immers ook de inkomsten uit de kerk incasseerde. De prins nam weliswaar maatregelen, maar legde de rekening daarvoor bij de parochianen. Zo dwong hij hen om de prachtige monstrans te verkopen. De Cuijkse kerkmeesters sloten een overeenkomst met die van de Petrus’ Bandenkerk in Venray. Voor een bedrag van 360 gulden en een partij Naamse steen droegen zij de monstrans over. Wel bedongen de Cuijkenaren het recht om binnen vier jaar de monstrans weer voor het overeengekomen bedrag terug te kopen.

Daar zou het echter nooit van komen. Als pleister op de wonde liet Venray in de Martinuskerk een glas-in-loodraam aanbrengen met daarin het Venrayse wapen, als herinnering aan de overdracht van de monstrans. Maar de afbeelding van Sint-Maarten in de eerste torengeleding van de monstrans moest plaatsmaken voor Sint-Petrus, de patroonheilige van de Venrayse parochie.

 

Bronnen

Van den Brand, R., “De bewogen geschiedenis van de Venrayse grote monstrans, die in 1613 van Cuijk werd overgenomen” in: Venrays Verleden. Cultuurhistorische bijdragen over Venray en omgeving (jrg. I, 2003), 32-43.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.