Pieter Bruegel de Oude

Geboortedatum: | Sterfdatum:
De Toren van Babel

De Toren van Babel. (Bron: Pieter Bruegel de Oude, ca. 1563, olieverf of eiken panelen, Kunsthistorisches Museum Wien / Wikimedia Commons)

De schilderijen van Pieter Bruegel de Oude spreken tot de verbeelding. In navolging van schilders als Jheronimus Bosch en onder invloed van het humanisme en de renaissance maakte hij zich een unieke schilderstijl meester, waarin vaak volkse voorstellingen een belangrijke rol spelen.

Over het vroege leven van Pieter Bruegel is vrij weinig bekend. Een van de eerste vermeldingen is in 1551, bij zijn toetreding tot het Antwerpse Sint-Lucasgilde. Aangezien de meeste schilders tussen hun eenentwintigste en vijfentwintigste jaar toetraden tot het gilde, wordt zijn geboorte tussen 1525 en 1530 gedateerd. Als geboorteplaats worden meerdere locaties in de omgeving van Breda genoemd: Lodovico Guicciardini noemt de stad Breda zelf, Karel van Mander het dorpje Bruegel bij Breda.

Waarschijnlijk is dat Bruegel, voor toetreding tot het gilde, al enkele jaren in de leer is geweest bij andere schilders. Zo werkte hij tussen september 1550 en oktober 1551 als assistent voor Pieter Balten in Mechelen aan een altaarstuk voor het Handschoenmakers Gilde. Voor het altaarstuk maakte Balten zelf de hoofdvoorstelling en beschilderde Bruegel de beide zijluiken.

 

Italië

In 1552 vertrok Bruegel naar Italië, waar hij zich richtte op het schilderen van landschappen en vergezichten. Tijdens zijn reizen deed hij onder meer Rome en Calabrië aan en ontmoette hij in Rome de illuminator en miniaturist Giulio Clovio. De relatie tussen de twee was dusdanig goed, dat Bruegel in 1553 zijn verblijf in Rome bij Clovio doorbracht. Uit deze periode stamt ten minste een miniatuur, dat Bruegel aanbracht in een van de door Clovio verlichte manuscripten: een medaillon met schepen in een storm. Daarnaast bezat Clovio meerdere werken van Bruegel; in zijn testament uit 1578 stonden werken van Bruegel vermeld, die inmiddels verloren zijn gegaan.

 

Tekenaar te Antwerpen

Bruegel verliet Italië in 1554, om vervolgens zich in 1555 weer in Antwerpen te vestigen. Hier werkte hij als tekenaar en ontwerper voor de uitgeverij van Hieronymus Cock, die de tekeningen en ontwerpen vervolgens om liet zetten naar etsplaten. Op basis van de analyse van een van zijn schetsen uit 1562, Twee Apen, wordt gesteld dat Bruegel tot dit moment in Antwerpen heeft gewoond; de achtergrond van de schets toont namelijk een zicht op Antwerpen. Door zijn prentkunst vergaarde Bruegel bekendheid, waardoor hij in de jaren ’60 van de zestiende eeuw de definitieve overstap naar schilderen maakte.

 

Laatste jaren

Na zijn huwelijk in 1563 met Maycken Coecke, de dochter van de schilder Pieter Coecke, verhuisde hij naar Brussel. Antwerpen was op dat moment nog steeds het centrum van de kunsthandel, maar door de door Bruegel opgebouwde reputatie kon hij het zich veroorloven om naar het bestuurlijk centrum van de Spaanse Nederlanden te verhuizen zonder klandizie te verliezen. Onder zijn klandizie waren onder meer de kunstverzamelaar Nicolaes Jonghelinck, de cartograaf Abraham Ortelius en kardinaal de Granvelle, waarbij de thema’s van de schilderijen uiteen liepen van volkse voorstellingen, zoals De Boerenbruiloft, tot religieuze en politieke voorstellingen als De  toren van Babel en Het Gevecht tussen Vasten en Vastenavond.

Volgens van Mander zou Bruegel voor zijn overlijden in 1569 zijn vrouw hebben verzocht om een aantal van de werken die hij had gemaakt te verbranden, zodat zijn erven niet zouden worden vervolgd voor de door hem geschilderde afbeeldingen. Zijn vrouw liet hij het schilderij De ekster op de galg na. De interpretatie van dit schilderij geeft een waarschuwing af: de ekster op de galg waarschuwt voor boze tongen (als we de beschrijving van Van Mander volgen) die mensen kunnen verraden en op een dusdanige wijze aan de galg kunnen praten. De andere ekster is gesitueerd op een houten blok, waarin wederom een verwijzing naar de zestiende-eeuwse rechtspraktijk kan worden gezien: men kon immers aan het schandblok gezet worden of voor het blok komen te staan (voor onthoofding). 

De Boerenbruiloft, geschilderd door Pieter Bruegel de Oude, circa 1566-1569. (Bron: Kunsthistorisches Museum Wenen)

De Boerenbruiloft, geschilderd door Pieter Bruegel de Oude, circa 1566-1569. (Bron: Kunsthistorisches Museum Wenen)

Schilderstijl

Het werk van Bruegel onderscheidt zich van zijn laatgotische voorgangers doordat het traditionele, Vlaamse aspecten combineert met een oriëntatie die beïnvloed is door het humanisme en de Renaissance. Bruegel had in zijn werken oog voor het landschap, de natuur, de mensen en het leven van de boeren op het platteland. Hij schilderde de moeilijke levensomstandigheden op het platteland en volkse details van het dorpsleven, waardoor hij een uniek inzicht gaf in het alledaagse leven en volksgebruiken. Ook in zijn schilderijen met een religieus thema zijn profane elementen volop aanwezig. In zijn werken uitte hij kritiek op de maatschappij, zoals de onderdrukking van de armen in De grote vissen eten de kleine of meerdere religieuze figuren die zich op zijn schilderijen in de Hel bevinden.

Daarnaast is in de werken van Bruegel de invloed van Jheronimus Bosch duidelijk zichtbaar. Zowel de thematiek van een aantal schilderijen als specifieke elementen zijn sterk geïnspireerd door het werk van Bosch.

 

Dulle_griet.jpg

Dulle Griet, een van de werken van Brueghel met apocalyptische thematiek. (Bron: Pieter Brueghel de Oude, 1561, Museum Mayer van den Bergh Antwerpen / Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden
Dulle Griet

Een van de werken waarin de invloed van Bosch duidelijk zichtbaar is, is Dulle Griet. Het schilderij behoort tot een serie, waar ook De val der opstandige engelen en De triomf van de Dood deel van uit maakten. Op alle drie de schilderijen zijn monsterachtige wezens afgebeeld, die een sterke gelijkenis tonen met monsterwezens die op de schilderijen van Bosch staan afgebeeld.

Op het schilderij staat een bewapende vrouw, Dulle Griet, centraal, die met een leger vrouwen de Hel plundert. De afschildering van de Hel en haar bewoners lijkt sterk geïnspireerd door eerdere werken van Bosch, zoals de Laatste Oordeel-drieluiken, De tuin der Lusten en de Verzoeking van de heilige Antonius. De exacte betekenis van het schilderij is nog steeds onderwerp van debat, maar er is overeenstemming dat spreekwoorden uit de zestiende eeuw de inspiratie voor de voorstelling zijn geweest. Zo is de hoofdvoorstelling, een roof op de Hel, is gebaseerd op gezegdes uit de zestiende eeuw. Daarnaast zijn vrouwen en de duivel zowel in andere spreekwoorden als op een eerder schilderij van Bruegel (Nederlandse Spreekwoorden) aan elkaar verbonden. Een gezegde stelt dat “vijf vrouwen een leger maken, en tegen zes vrouwen zelfs de duivel niet is opgewassen.”

Daarnaast is de persoon van Dulle Griet zelf de incarnatie van een aantal zondes: woede (ira) en hebzucht (avaritia). Ook gulzigheid (gula) en verkwisting is op het schilderij afgebeeld, in de vorm van het Narrenschip dat ook al bij Bosch een belangrijke rol speelde. Daarnaast is ook de reus, op wiens schouders het schip rust, een incarnatie van verkwisting: hij schept achteloos geldstukken het publiek in dat zich onder hem verzameld heeft.

Naast de zichtbare spreekwoorden en symboliek zijn door infraroodreflectie en röntgenonderzoek nieuwe details van het schilderij zichtbaar geworden. Allereerst werd op basis hiervan de datering duidelijk: in de ondertekening staat 1561. Daarnaast is het symbool van de zondigheid, een pad, afgebeeld terwijl hij in de boom voor de hellemond kruipt met een harp in de hand.

 

De Toren van Babel

De Toren van Babel. (Bron: Pieter Bruegel de Oude, ca. 1563, olieverf of eiken panelen, Kunsthistorisches Museum Wien / Wikimedia Commons)

De Toren van Babel

De Toren van Babel was in de vijftiende en zestiende eeuw een geliefd onderwerp voor schilders. Het stond symbool voor de slechte eigenschappen van de mens, waaronder hoogmoed en incompetentie. Daarnaast geeft het ook de futiliteit van veel van het menselijk leven weer.

Bruegel heeft, voor zover bekend, drie versies van de Toren van Babel geschilderd. Eén nu verloren schilderij op een ivoren ondergrond, dat zich bevond in de inventaris van Clovio, en twee schilderijen op houten panelen. De twee versies die bewaard zijn gebleven zijn thematisch hetzelfde, maar in de compositie en uitvoering van de schilderijen zitten een aantal verschillen. Zo is de versie die tegenwoordig in Wenen hangt qua architectuur sterk geïnspireerd op de bouwstijl van het Colosseum en gesitueerd op een bestaande rotsformatie bij de haven. Daarnaast is de omgeving rondom de toren een stedelijk landschap met stadsmuren en is de opdrachtgever van het bouwwerk, koning Nimrod, afgebeeld terwijl hij de progressie van de bouw controleert. De andere versie, die tegenwoordig in Rotterdam hangt, geeft de toren weer in een arcadisch landschap, waarbij de meeste gebouwen bestaan uit kleine boerderijen. Daarnaast worden er slechts arbeiders afgebeeld, die stenen delven of bezig zijn met de bouw, zonder enig hoogwaardigheidsbekleder.

 

Kritiek op politiek?

Bruegel werkte in Vlaanderen tijdens de Tachtigjarige Oorlog, wat een invloed lijkt te hebben gehad op zijn werk. Zo wordt een versie van de Kindermoord te Bethlehem (ca. 1566/1567) aan Bruegel de Oude toegeschreven, waarop plunderende soldaten dieren en goederen doorsteken met hun wapens. Dit betreft echter een zeventiende-eeuwse aanpassing van het originele schilderij, waarbij onder meer de kinderen werden vervangen door dieren en goederen en de Habsburgse adelaar op een tuniek van een heraut te paard werd vervangen door een versierd tuniek. Het origineel had naast de Habsburgse adelaar een aantal verwijzingen naar de Spaanse troepen, zoals de kleding van de Duitse huurlingen (landsknechten).

Van het schilderij een aantal kopieën en eigen composities gemaakt op hetzelfde thema door Pieter Bruegel de Jonge, waarbij de aanvoerder van de soldaten werd voorzien van de kenmerkende baard van de hertog van Alva.

Ook de eerdergenoemde De ekster op de galg kan worden gezien tegen de politieke situatie in Vlaanderen. De Raad van Beroerten werkte met een beloningssysteem van zeven stuivers om mensen aan te brengen en ertegen te getuigen. De boodschap op te letten voor kwaadsprekers, zoals verraders en roddelaars, krijgt zo een zeer actuele betekenis.

 

Receptie

Het werk van Bruegel is door de jaren heen populair gebleven. Al tijdens zijn leven werd het door vooraanstaande figuren in Europa verzameld en na zijn dood kwamen veel werken in koninklijke collecties terecht. Daarnaast zette Pieter Bruegel de Jonge zowel de schilderstijl als thematiek van zijn vader voort in eigen composities en kopieën van het werk van zijn vader. Ook de volkse scenes die Bruegel schilderde dienden als basis voor schilderijen rondom hetzelfde thema in de daaropvolgende eeuw. De reputatie van Bruegel als een man die vooral volksscenes schilderde, is met name te danken aan de beschrijving die Karel van Mander is zijn Schilder-boeck geeft. Volgens Van Mander vermomde Bruegel zich en begaf zich onder de boerenbevolking om zo zijn onderwerp goed te bestuderen. Het belang van Bruegel voor de landschapskunst is lange tijd onderschat geweest, mede door de ontoegankelijkheid van veel van zijn werken in koninklijke collecties. Tegenwoordig behoren een aantal van zijn landschappen tot de meest geliefde werken uit zijn oeuvre en is ook de positie van Bruegel als een van de beste landschapschilders van zijn tijd (wederom) bevestigd.

Daarnaast neemt Bruegels werk een belangrijke plaats in de populaire cultuur in. Zo werd zijn werk De Boerenbruiloft in een Gallische setting geplaatst in Asterix en de Belgen, speelde Dulle Griet een belangrijke rol in een Suske en Wiske album en hebben muzikanten de afbeeldingen van Bruegel op hun lp’s en cd’s staan.

 

Bronnen

 

Goethals, F., Les proverbes anciens flamengs et françois correspondants de sentence, Antwerpen, 1568.

Hagen, R-M., en Hagen, R., Pieter Bruegel l'Ancien, vers 1525-1569 : paysans, fous et démons, Keulen, 1994.

Mander, K., Het Schilder-Boeck, Haarlem, 1604, beschikbaar via de DBNL

Orenstein, N. (red.), Pieter Bruegel the Elder: drawings and prints, New York, 2001.