Amina* over opgroeien met verschillende culturen

Amina* groeide op in Roosendaal. Haar vader kwam in de jaren ’70 als gastarbeider naar Nederland en haar moeder en zus kwamen een paar jaar later ook. Zelf is Amina geboren en getogen in Roosendaal. In november 2021 vertelde Amina over hoe het was om op te groeien in Roosendaal met twee verschillende culturen.

Opgroeien in Roosendaal

“Ik heb een hele fijne jeugd gehad, waarin ik veel buiten speelde. Mijn ouders waren wel heel beschermend. We mochten met andere kinderen buiten spelen, maar alleen achter de flats, zodat mijn moeder in de gaten kon houden of alles oké was. Het was achter de flats ook veilig, omdat daar geen auto’s konden komen. Dat was een fijne buurt.”

 

Eerste periode voor ouders en zus

“Mijn vader kwam in de jaren ’70 naar Nederland, zonder mijn moeder en zus. Soms zag hij hen twee jaar niet, omdat hij hier een baan had en doorwerkte om geld te sparen en naar zijn gezin in Marokko te sturen. 

Hij heeft best veel meegemaakt, onder meer dat hij van Spanje naar Frankrijk moest lopen. Daarnaast heeft hij in die tijd in bossen geslapen en in Nederland op treinstations en in parken. Hier had hij geen verblijfsvergunning, maar daar heeft de eigenaar van een bedrijf waar hij werkte bij geholpen. Nadat hij al jaren bij dat bedrijf had gewerkt, had die eigenaar eigenlijk gezegd: ‘Je werkt hier nu al zo lang, je hebt recht op een verblijfsvergunning’. Toen hebben ze dat via een advocaat geregeld. Dat was volgens mij in de tijd dat Den Uyl premier was. Doordat hij zijn rechten had opgebouwd in Nederland, kreeg hij dus uiteindelijk een verblijfsvergunning. Na een tijd mocht hij mijn moeder en zus naar Nederland halen als gezinshereniging. 

Voor mijn moeder en zus was het erg wennen in deze periode. Mijn zus wilde terug naar Marokko, waar ze vriendinnen had en waar ze de middelbare school had gedaan. Ze was zestien toen ze naar Nederland kwam en hier opeens verder moest. De taal was toen erg moeilijk voor haar. Ze heeft uiteindelijk, omdat ze vloeiend Frans spreekt, de Nederlandse taal geleerd. Later heeft ze gestudeerd en de opleiding boekhouding gedaan. Mijn moeder heeft Nederlandse taallessen gevolgd, maar ze vindt het nog steeds lastig, omdat zij, net als mijn vader, analfabeet is.

Verder was het voor mijn moeder erg lastig dat ze familie hebben moeten achterlaten. Voor mijn vader was dat anders. Hij was op een gegeven moment gewend hier, maar miste zijn gezin. Toen zij naar Nederland kwamen, was het goed voor hem. Mijn moeder begon te wennen in Nederland op het moment dat ze weer kinderen kreeg. Ze was huisvrouw en druk met de kinderen. 

 

Opgroeien met twee culturen

“Ik ben in Nederland opgegroeid, maar ik heb ook de Marokkaanse cultuur meegekregen. Dat vind ik iets heel moois, omdat ik vind dat je daardoor openstaat voor meerdere culturen. Het heeft mij echt verrijkt. 

De Nederlandse taal heb ik pas op de basisschool geleerd. Voorheen leerde ik alleen maar de taal Berbers, wat wij thuis standaard spraken en nog steeds spreken. Met mijn broers en zussen spreek ik wel gewoon Nederlands.” 

 

Hulp bieden

“Toen ik twaalf/dertien was, heb ik mijn ouders ondersteund bij hun administratie, wat ik leuk vond om te doen. Mijn zus deed dat eerst, maar zij ging op een gegeven moment uit huis. Naast mijn ouders heb ik andere gezinnen van de eerste generatie ondersteund bij hun administratie en ging ik mee naar afspraken. Ik merkte dat het mij veel voldoening gaf. Dat heeft er voor gezorgd dat ik de opleiding social work ben gaan doen.” 

 

Nalatenschap

“Mijn broers, zussen en ik hebben allemaal dezelfde islamitische opvoeding gehad, maar we zijn allemaal andere kanten opgegaan. Onze ouders hebben ons hierin vrijgelaten. Ze hebben altijd tegen ons gezegd: ‘Het geloof is belangrijk, maar het is uiteindelijk je eigen beslissing wat je ermee doet. Je moet openstaan met je hart. Als je er niet voor openstaat, dan kunnen wij je wel dwingen, maar dat heeft geen zin.’ Net als voor mijn ouders is het geloof voor mij heel belangrijk. Dat staat op nummer één. Hiermee samen hebben mijn ouders respect meegegeven; respect voor een ander geloof of een andere geaardheid. Zij zeiden: ‘Je moet iemand nemen zoals die is.’ Dit wil ik doorgeven aan mijn dochtertje.

Iets anders wat mijn ouders altijd hebben gedaan, is geloof hebben in mij en mijn broers en zussen en ons zelfvertrouwen geven. ‘Als je iets wil bereiken, dan ga je dit gewoon bereiken’, zeiden ze. Dit vertrouwen wil ik ook aan mijn dochtertje meegeven. Dat zij ergens voor moet gaan en dat het haar gaat lukken op het moment dat ze iets echt wil. Daarnaast hebben mijn ouders mij meegegeven dat het heel belangrijk is onafhankelijk te zijn. In het Berbers heb je daar een gezegde voor: ‘Vertrouw op jezelf, want er zal een tijd komen dat andere mensen niet meer voor je klaar zullen staan’. Bovendien hebben mijn ouders mij beschermd opgevoed, waardoor ik de wereld pas echt leerde kennen op de middelbare school. Diezelfde bescherming wil ik mijn dochtertje ook bieden. 

Mijn dochtertje voed ik op met de Nederlandse, Engelse en Berberse talen. Ze is nu bijna twee en die talen op jonge leeftijd vind ik wel belangrijk. Verder wil ik haar de Nederlandse en de Marokkaanse cultuur meegeven. Tot slot is voor mijn moeder de Marokkaanse keuken erg belangrijk. Ik was dertien of veertien toen ik bij mijn moeder in de keuken stond om Marokkaanse gerechten te bereiden. Deze zullen niet zomaar verdwijnen, omdat iedereen deze gerechten lekker vindt.” 

 

Tijden veranderen

“De tijd van Wim Kok was een heel andere, veel leukere tijd. De mensen waren in die tijd anders en er was toen niet zo veel discriminatie als nu, wat ik heel jammer vind. Ik draag mijn hoofddoek pas vijf jaar, maar ik merk sindsdien dat mensen anders naar mij kijken. Mensen beseffen niet dat ik gewoon vloeiend Nederlands spreek. Het is een gevoel wat ik niet kan uitleggen. Het is gelukkig wel een minderheid, maar je merkt dat de tijden zijn veranderd.”
 

Thuis: Roosendaal

“Tot 2014 heb ik in Roosendaal gewoond. Nu woon ik met mijn man en dochtertje in België. Ik weet dat sommige mensen Roosendaal afschuwelijk vinden, een lelijke stad, maar voor mij zal Roosendaal altijd mooi blijven. Dat is echt mijn stad en ik voel me daar gewoon thuis. Als ik weer naar Nederland zou verhuizen, dan zou ik echt naar Roosendaal gaan. Ik doe nog steeds al mijn boodschappen in Roosendaal en ik ga veel op bezoek bij mijn ouders, broers en zussen. Met mijn dochtertje ga ik in Roosendaal, Breda of Tilburg naar een indoorspeelplaats. Nederland is gewoon mijn thuis. Ik ben er geboren en ik ben er opgegroeid.”

 

* wegens privacy is in dit artikel een pseudoniem gebruikt.