Halima* over verhuizen naar Nederland en het opvoeden van haar kinderen

Halima* is in 1975 naar Den Bosch gekomen, omdat haar man hier werkte als gastarbeider. Ze kwam terecht in een vreemd land en had al haar familie en kennissen achtergelaten in Marokko. In november 2021 vertelt Halima samen met haar drie dochters aan Lot Rodenburg van Brabantserfgoed.nl over die eerste periode en het opvoeden van haar kinderen.

Eerste periode in Nederland

“Halima vertelt dat die eerste periode in Nederland heel moeilijk was. Ze had hier geen familie, geen vrienden en geen kennissen. De eerste twee jaar heeft ze in Den Bosch in een flat gewoond, waarover haar jongste dochter vertelt: ‘De taal was in het begin erg moeilijk, dus daardoor was contact maken lastig.’ De eerste twee jaar dat Halima in Den Bosch woonde, is ze vooral veel thuis geweest. Toentertijd kende ze één vrouw, omdat zij tegelijkertijd naar hier was gekomen. Soms kwam die mevrouw naar haar, soms ging Halima naar de mevrouw en af en toe gingen ze samen naar de stad.

In de flat was Halima vaak alleen, omdat haar man aan het werk was. Haar oudste dochter vult aan met een verhaal over het gemis wat haar moeder heeft ervaren. ‘Op het veldje in de buurt van de flat zag mijn moeder haar familie, terwijl zij gewoon in Marokko zaten. Dat gemis was zo groot, dat ze zich dat in die tijd inbeeldde. Hier had mijn moeder bijna niemand, dus zij voelde zich heel alleen.’ Hierop vult Halima aan dat ze dat nooit zal vergeten.”

 

Zelfstandig

“Halima benadrukt dat ze vroeger altijd alles zelf deed. Een tijd heeft ze nog gewerkt bij de fabriek Nuland in Den Bosch. Verder deed ze altijd haar eigen boodschappen, ging ze zelf naar de dokter en heeft ze zichzelf leren fietsen. De middelste dochter bevestigt dat haar moeder altijd alles zelf heeft gedaan. Ze zegt dat haar moeder heel onafhankelijk was: ‘Mijn moeder wilde alles zelf leren en wilde niet afhankelijk zijn. Ik heb daar heel veel respect voor. Mijn moeder heeft niet op school gezeten, maar ging wel zelf naar de Nuland fabriek, die ongeveer vijftien kilometer van ons huis ligt. In die tijd had ze nog geen navigatie, dus ging mijn moeder de weg vragen aan mensen die ze tegenkwam. Ze had toen de taal nog niet helemaal onder de knie, waardoor dat best lastig was. Het kwam altijd goed, wat maakt dat ik echt veel respect heb voor mijn moeder.’ 

Naast werken, is Halima nog twee jaar naar school gegaan om de Nederlandse taal te leren. Met een grote groep Marokkaanse en Iraanse vrouwen heeft ze les gehad van een hele lieve juf. ‘Die tijd heb ik als heel gezellig ervaren. We hebben veel met gepraat en gelachen.’ Ze namen Marokkaanse thee, Marokkaans brood en koekjes mee naar de les. Daarnaast hebben ze een dag-uitje gedaan met de groep naar Utrecht, wat een heel gezellige dag was volgens Halima. ‘Ik was altijd blij als ik naar school mocht.’”

 

Sociale contacten

“Met de overbuurvrouw en haar gezin heeft de familie heel veel contact gehad. Het is een Nederlandse familie, waar ze vroeger mee op vakantie gingen. Tot op de dag van vandaag hebben ze nog contact met hen. Halima’s oudste dochter zegt: ‘Het zijn geen buren meer, het is echt familie.’ 

Niet alleen met deze Nederlandse familie hebben ze fijn contact gehad, maar met de hele straat was er goed contact. ‘We hadden Antilliaanse buren en Nederlandse buren. Allemaal kwamen we bij elkaar over de vloer. Het was altijd een groot feest in de straat, zeker als Ajax of Nederland ging voetballen’, zegt haar middelste dochter. ‘De band met de straat was heel hecht en iedereen kon op elkaar rekenen. Het was echt een grote familie.’”

 

Kinderen

“Toen Halima’s eerste zoon was geboren, begon het leven in Nederland een beetje te wennen. Hierna heeft ze nog vier kinderen gekregen; een zoon en drie dochters. Het hielp voor haar ook toen de kinderen naar school gingen, omdat ze op het schoolpleintje contact kon maken met mensen. 

Haar oudste dochter vertelt dat haar moeder altijd brood bakte, zodat zij mee mocht met haar broer en zijn vrienden. ‘Dat brood was altijd vers, want mijn moeder bakte dat elke dag met de hand.’ Met Kerst maakte Halima lekkere hapjes voor op school en ze deed mee met activiteiten als ze mensen nodig hadden. Ze was echt een betrokken moeder, zegt haar middelste dochter. Halima’s kinderen hebben haar dus geholpen om haar thuis te laten voelen, maar andersom heeft Halima haar kinderen geholpen om zich fijn te voelen. 

Wat ze haar kinderen heeft willen meegeven is respect. ‘Dat is heel belangrijk voor mij’, zegt Halima. “Verder is het goed doen op school en goed luisteren iets wat ik altijd heb meegegeven aan mijn kinderen’. Haar middelste dochter vult aan: ‘Beleefdheid en netjes zijn, dat is echt mijn moeder.’ Wat al blijkt uit de verhalen die Halima en haar dochters vertellen over de zelfstandigheid van haar moeder, is dit nog iets wat Halima heeft doorgegeven aan hen. Haar oudste dochter vertelt dat haar moeder vroeger tegen haar zei: ‘Vragen kost niks, dus ga het maar vragen.’ Deze onafhankelijkheid hebben Halima en haar man allebei aan hun kinderen meegegeven. ‘We moeten op onszelf rekenen en ergens voor gaan. Dat hebben onze ouders er echt ingestampt’, vertelt haar middelste dochter. De zelfstandigheid is iets wat in het karakter van Halima zit. In Marokko deed ze ook alles zelf en werkte ze in een winkel waar ze kleding naaide. 

Nu haar kinderen groot zijn, leeft Halima in rust. Ze was voortdurend bang dat het met een van haar kinderen niet goed zou aflopen, dus was ze constant bezig met het goed doen en goed ordenen. Het doel van Halima en haar man is altijd geweest dat hun kinderen goed terecht zouden komen. Dat is de reden dat ze naar Nederland zijn gekomen en maakte dat Halima streng was in de opvoeding. ‘Tegen mijn oudste dochter zei ik altijd dat ik vier ogen had, twee binnen en twee buiten’, zegt Halima. Ze was goedgelovig, dus nam ze dat aan. De mensen buiten op straat kenden Halima goed, dus die konden ook een oogje in het zeil houden. Daarnaast had de jongste zoon van Halima een juf die op hem gesteld was en graag wilde dat hij op het goede pad zou blijven. Voor haar was dat een teken dat zij haar kinderen goed opvoedde. 

Omdat iedereen goed terecht is gekomen, kan ze die angst loslaten en rust voelen. Halima is heel tevreden met waar ze nu is. Het gezin heeft een hele hechte band en ze zijn allemaal gelukkig.”

 

*wegens privacy is in dit artikel een pseudoniem gebruikt.