Vergeten bevrijders in Handel

Wim van de Vossenberg over zijn vriendschap met Afro-Amerikaanse soldaten

Foto van de familie Van de Vossenberg met Afro-Amerikaanse soldaten en een onderduiker, gemaakt voor hun oude kippenschuur tijdens de Tweede Wereldoorlog (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

Foto van de familie Van de Vossenberg met Afro-Amerikaanse soldaten en een onderduiker, gemaakt voor hun oude kippenschuur tijdens de Tweede Wereldoorlog (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

Het is inmiddels al bijna tachtig jaar geleden, toch herinnert Wim van de Vossenberg zich nog goed dat hij als twaalfjarige jongen naar school werd gebracht door een Amerikaanse soldaat.

Hij was eigenlijk al te laat en in de legertruck scheurden ze door de straten van het Brabantse dorpje Handel. Alle kinderen in de klas zagen Wim aankomen in de GMC truck, dat vond Wim erg leuk en stoer. Het was voor hem een belevenis om in zo’n truck te zitten er waren in die tijd maar twee auto’s in het dorp. Op het eerste gezicht lijkt het een bevrijdingsverhaal als vele anderen, een jongen die vrienden werd met de soldaten die logeerden in het café van zijn ouders. De soldaten met wie Wim bevriend raakte zagen er echter anders uit dan hij, ze waren Afro-Amerikaans. 

GMC trucks van de Redball Express bij een jerrycandepot in Normandië (Foto: Wikimedia Commons, 1944)

GMC trucks van de Redball Express bij een jerrycandepot in Normandië. De trucks in Handel, waar Wim ook in heeft gereden, moeten er ongeveer zo hebben uitgezien (Foto: Wikimedia Commons, 1944)

Wim en de andere inwoners van Handel, een dorpje bij Gemert, hadden tot dan toe nog nooit zwarte mensen gezien. Verhalen over mensen met een andere huidskleur dan hijzelf kende Wim alleen van lessen op school over voormalig Nederlands-Indië en van missionarissen die vertelden over de missie in Afrika. Vlak na de bevrijding van Handel, in november 1944, was er in het dorp ineens een grote groep zwarte mensen. Zij hoorden bij een Afro-Amerikaanse bevoorradingscompagnie, de 2707ste Engineer Dump Truck Company, die het Engelse leger voorzag van munitie, voedsel en andere benodigdheden. Bevoorradingseenheden in het Amerikaanse leger bestonden volledig uit Afro-Amerikaanse soldaten, op een witte commandant na. Samen met de Britse soldaten werden de Afro-Amerikaanse soldaten ingekwartierd op verschillende plekken in het dorp zoals cafés en scholen.

De getuigenissen van Wim zijn uniek bronmateriaal, want er zijn vandaag de dag nog maar weinig mensen die uit eerste hand kunnen vertellen over hun ervaringen met zwarte bevrijders. Verhalen van Afro-Amerikaanse bevrijders en de relaties die zij opbouwden met Brabanders zijn dan ook bijna niet terug te vinden in de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog in Brabant. Verhalen over andere soldaten uit minderheidsgroepen, zoals Poolse soldaten hebben inmiddels wat meer aandacht gekregen, het Maczek Memorial in Breda is hier een voorbeeld van. 

De achtergestelde positie van zwarte mensen in de Amerikaanse samenleving heeft wellicht een rol gespeeld bij het feit dat zij grotendeels vergeten zijn in de herinnerings- en herdenkingscultuur. Dit roept veel vragen op over deze groep vergeten bevrijders: wie waren zij en wat motiveerde hen om het leger in te gaan? Waarom dienden zij in aparte eenheden? Hoe gingen zij om met Brabanders en Brabanders met hen? Nieuwe Brabantse en Afro-Amerikaanse perspectieven brengen vernieuwende inzichten en maken het verhaal van de bevrijding van Brabant meer divers en inclusief. 

 

Afro-Amerikaanse soldaten in Handel

Wim herinnert zich de oorlogstijd nog goed, hij was acht toen de oorlog begon en twaalf tijdens de bevrijding. Voor hem was de oorlog een tijd waarin hij vaak nieuwe mensen ontmoette. Gedurende de bezetting had het gezin van de Vossenberg veel verschillende onderduikers in huis, mensen die moesten ontkomen aan de tewerkstelling in Duitsland maar ook deserteurs uit het Duitse leger. Tijdens de bevrijding leerden Wim en zijn gezin Britse en Afro-Amerikaanse soldaten kennen. Ondanks dat Wim en de anderen uit het dorp nog nooit zwarte mensen gezien hadden, herinneren mensen uit het dorp zich dat de Afro-Amerikaanse soldaten, net als Britse bevrijders goed werden ontvangen. “Zover als ik weet werd er geen verschil gemaakt, ze waren bij iedereen welkom”, vertelt Wim. 

Wim herinnert zich nu nog goed dat er discriminatie en segregatie was in het Amerikaanse leger: “De discriminatie in het Amerikaanse leger was zo groot dat de zwarten niet met de blanken mochten samenwerken, die zijn toen ingedeeld bij een Engels bataljon”. Deze koppeling van zwarte bevoorradingstroepen aan Britse bataljons wordt bevestigd in de archiefdocumenten van bevoorradingseenheden. 

De segregatie in het Amerikaanse leger was in lijn met de rassenwetten van de zuidelijke Amerikaanse staten. In deze staten hadden zwarte mensen bijvoorbeeld geen stemrecht en mochten zij niet trouwen met witte mensen. Deze rassenscheiding werd ook doorgevoerd in het leger. Tijdens hun training en gedurende hun diensttijd in Europa werden zwarte troepen strikt gescheiden van witte Amerikanen. Bloedbanken, ziekenhuizen, barrakken en recreatie- faciliteiten waren gesegregeerd. Daarnaast mochten zwarte soldaten niet in gevechtseenheden dienen, ze kregen functies zoals koks, monteurs en chauffeurs.

Deze strikte rassenscheiding was voor de mensen in Handel geen factor, zij lieten zich er niet van weerhouden om contact te leggen met de zwarte Amerikaanse soldaten. Concepten als institutioneel racisme en segregatie waren niet bekend bij Wim en anderen uit zijn dorp, zij zagen de zwarte soldaten als bevrijders: “Wij wisten helemaal niks van discriminatie en voor ons bestond dat ook niet, daar heb ik nooit geen moeite mee gehad never,” illustreert Wim. 

 

Soldatenmeiden en romances

De mensen uit het dorp waren nieuwsgierig naar de Afro-Amerikaanse bevrijders. Jonge vrouwen uit het dorp kwamen bijvoorbeeld bij de familie van de Vossenberg op bezoek om kennis te maken met de soldaten, vertelt Wim. Er ontstaan naast vriendschappen ook romances tussen de zwarte soldaten en Handelse jonge vrouwen. 

Wim herinnert zich dat hij rondom de vrachtwagens van de Afro-Amerikaanse soldaten ballonnetjes vond, hij mocht daar niet mee spelen van zijn moeder. De bevrijders beschikten dus over beperkte voorbehoedsmiddelen. Uiteindelijk zijn er in de omgeving van Handel minstens twee zwarte bevrijdingskinderen geboren, weet Wim zich te herinneren.

Hij betrapte per ongeluk een van de Afro-Amerikaanse soldaten die bij hem thuis ingekwartierd waren. Wim was op zoek naar Lane, een van de zwarte soldaten met wie hij bevriend was, hij kon hem nergens vinden en besloot maar eens in zijn truck te gaan kijken: “Zijn vrachtwagen stond opzij bij ons langs de boerderij en toen keek ik achter onder het dekkleed en toen lag hij daar met een meisje.” Wim ging snel weg, later kwam Lane naar hem toe en zei hij “I am sorry, I am sorry”, hij schaamde zich, vertelt Wim. 

Meisjes die met witte soldaten omgingen werden “soldatenmeiden” genoemd, maar meisjes die met zwarte soldaten omgingen kregen de bijnaam “schoenpoetsdeuskes”. Nu hij erop terugkijkt, benadrukt Wim dat het gebruik van die term niet gepast was en is. Verder werd er echter niks gezegd over jonge vrouwen die met zwarte soldaten meeliepen, ze werden niet uitgescholden of gepest en er werd niet op hen neergekeken, vertelt Wim. Hij legt ook uit dat dit alles wel gebeurde bij vrouwen die met Duitse soldaten gingen, daar werd wel schande van gesproken. Ook dat vindt Wim niet kunnen nu hij erop terugblikt. 

 

Tastbare herinneringen

Op een middag krijgt de familie van de Vossenberg het idee om de vriendschap met de Afro-Amerikaanse soldaten Lane, Douglas en Dave vast te leggen op foto’s. Op de eerste foto staan ook twee vriendinnen van de familie die op bezoek waren om contact te krijgen met de zwarte soldaten. Hoe en waarom de foto’s zijn gemaakt weet Wim niet meer, maar hij heeft ze altijd zorgvuldig bewaard. Tevens weet Wim nog precies wie er op de foto’s staan. Wat de familie van de Vossenberg toen niet had kunnen weten is dat de foto’s veel historische waarde hebben. Het zijn namelijk, voor zover bekend, de enige foto’s uit de Brabants waar Brabanders en Afro-Amerikaanse militairen samen op staan.

Foto van de familie Van de Vossenberg met Afro-Amerikaanse soldaten en een onderduiker, gemaakt voor hun oude kippenschuur tijdens de Tweede Wereldoorlog (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

Deze foto werd gemaakt voor de oude kippenschuur op het erf van de familie van de Vossenberg. Van links naar rechts: Hanneke van de Vossenberg – de Bruin, Afro-Amerikaanse soldaat Douglas, Piet van de Vossenberg, Afro-Amerikaanse soldaat Dave, Francien van Leuken (bekende van de familie uit Beek en Donk), Henk (taxichauffeur uit Amsterdam die bij de familie was ondergedoken), Afro-Amerikaanse soldaat Lane, Nelly Reynen (bekende van de familie uit Handel), zittend: Paula en Riek van de Vossenberg (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

Foto van de kinderen van de familie Van de Vossenberg met Afro-Amerikaanse soldaten, gemaakt voor hun oude kippenschuur tijdens de Tweede Wereldoorlog (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

Van links naar rechts: Afro-Amerikaanse soldaat Douglas met op de knie Paula van de Vossenberg, Afro-Amerikaanse soldaat Dave met voor hem Wim van de Vossenberg, Afro-Amerikaanse soldaat Lane met op de knie Riek van de Vossenberg (Foto: Privécollectie Wim van de Vossenberg, oktober 1944)

De inwoners van Handel waren nieuwsgierig naar de Afro-Amerikaanse soldaten die van de ene op de andere dag bij hen in het dorp waren. Zij hadden nog nooit zwarte mensen gezien. Daarnaast voelden zij aan dat deze bevrijders een tweederangs positie hadden in het Amerikaanse leger, maar dat weerhield hen er niet van om contact met hen te leggen. Er ontstonden vriendschappen en romances waaruit twee bevrijdingskinderen geboren werden. 

De term “schoenpoetsdeuskes” is een discriminerende term en laat zien dat de zwarte soldaten en de meisjes die met hen een romance aangingen als “anders” gezien werden. Tegelijkertijd schetsen de getuigenissen van de mensen uit het dorp, waaronder die van Wim, een beeld van zwarte soldaten die gastvrij werden onthaald door de witte inwoners. Deze Brabantse gastvrijheid kan een levens- veranderende gebeurtenis zijn geweest voor de zwarte soldaten. In het gesegregeerde zuiden van de Verenigde Staten was het ondenkbaar dat zij bij witte gezinnen thuis mochten komen.

 

Met dank aan

Wim van de Vossenberg

Hein van Dooren

Arie van Dommelen

Oorlogsmuseum Overloon

 

Bronnen

Dooren, H., van, “This one is for Ann”, in: Gemerts Heem ( jrg. 76, nr. 4, winter 2017), 10-11.

Höhn M.,e.a., A Breath of Freedom. The Civil Rights Struggle, African American GIs, and Germany, New York, 2010.

Kirkels, M., Kinderen van zwarte bevrijders. Een verzwegen geschiedenis, Nijmegen, 2017.

 

Verantwoording woordgebruik

Bij het schrijven van dit artikel hebben we de publicatie Woorden doen ertoe door het Museum van Wereldculturen. Woorden die beledigend of discriminerend kunnen zijn, zijn tussen aanhalingstekens geplaatst. Echter is deze lijst voortdurend in beweging, en kunnen termen die op het moment dat het artikel werd gepubliceerd gangbaar en geaccepteerd waren later niet meer gepast zijn. Vragen over Words Matter? Laat het ons weten via het contactformulier