Een grafheuvel bij Toterfout-Halve Mijl

2cgrafheuvel1.jpg

Een gerestaureerde grafheuvel bij Toterfout-Halve Mijl. ( Foto: Marc Bolsius, erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Vele honderden lagen er ooit in Brabant en ze vormden de oudste menselijke sporen die in het landschap zichtbaar waren. Sinds ze werden opgeworpen, drie- tot vierduizend jaar geleden, domineerden de grote grafheuvels uit de bronstijd eeuw na eeuw de heidevlakten op de hoge zandgronden in de provincie.

In de laatste honderd jaar zijn ze vaak alsnog verdwenen bij de ontginning van de woeste gronden. De meeste zijn hierbij nog wel archeologisch onderzocht. In de negentiende eeuw werd dit gedaan door antiquaren, op zoek naar ‘Germaansche lijkbussen’, zoals de aardewerken grafurnen werden genoemd. Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw onderzochten professionele archeologen de structuur en opbouw van de heuvels, evenals hun relatie met de rest van het landschap. Slechts een enkele heuvel bleef onaangetast, een aantal werd na het onderzoek gerestaureerd. Daaronder ook deze bij Toterfout-Halve Mijl, een gehucht ten westen van Veldhoven, waar over een afstand van twee kilometer zestien gerestaureerde heuvels verspreid liggen.

 

Bronnen

Van Ginkel, E. en Theunissen, L., Onder heide en akkers. De archeologie van Noord-Brabant tot 1200, Utrecht, 2009.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Theunissen, L., "Grafheuvels in Noord-Brabant. Zichtbare overblijfselen van prehistorische begrafenisrituelen", in: Brabants Heem (nr.52, 2000), 11-21.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.