De Bourgondische bloeitijd van Brabant viel samen met het hoogtij van de al even uitbundige late gotiek. De gotische stijl was drie eeuwen eerder ontstaan, niet alleen als een architectonische en bouwtechnische vernieuwing in de kerkenbouw, maar ook als de uitdrukking van een nieuw esthetisch en religieus gevoel. De allesoverheersende verticaliteit van de architectuur, de rijzige ruimte en het bijzondere, door gebrandschilderde ramen gefilterde licht riepen samen een suggestie op die het wezen vormde van de gotiek: de onthechting van het aardse bestaan en de gerichtheid op de hemelse hoogte.
Halverwege de veertiende eeuw waren de Bosschenaren begonnen hun dertiende-eeuwse bakstenen Sint-Janskerk te vervangen door een veel grotere gotische kerk, met een plattegrond die was geïnspireerd op de grote kathedraal van Amiens. Bijna twee eeuwen werd aan de Sint-Jan gebouwd, maar dat was niet uitzonderlijk. Kerkenbouw was een kwestie van lange adem: veel van wat in de vijftiende eeuw tot stand kwam, was een voortzetting, een uitbreiding of een verfraaiing van wat al eerder begonnen was.
Enkele figuren op de luchtbogen van de Sint-Jan. (Foto: Marc Bolsius: Erfgoed Brabant)
De Sint-Jan gezien vanuit het Bossche Broek. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)
Bronnen
Van Leeuwen, W., De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant, Zwolle, 2012.
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 68.