De toren van Breda

25atorenbreda1.jpg

De toren van de Grote Kerk in Breda. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

De torens van de middeleeuwse kerken die het profiel van talrijke dorpen en steden in Brabant bepalen laten zien dat de vijftiende eeuw een tijd van voorspoed was. Hoe hadden de betrekkelijk kleine gemeenschappen van toen zich anders dergelijke kostbare bouwwerken kunnen veroorloven?

Behalve hart van de bebouwing zijn de kerken met hun torens eeuwenlang ook middelpunt van het gemeenschapsleven geweest en tegelijk de uitdrukking daarvan. Vroomheid was dan ook niet de enige factor bij de bouw. Lokaal prestige en wedijver met andere plaatsen speelden eveneens een rol, bij de grote stadskerken net zo goed als bij de bakstenen gotische dorpskerken in de Kempen. Het resultaat was er dan ook naar. Wie zou zich bijvoorbeeld de binnenstad van Breda kunnen voorstellen zonder de ranke en elegante toren van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk?

Jan IV van Nassau

Jan IV van Nassau en zijn vrouw Maria van Loon-Heinsberg. (Bron: Bernaert van Orley, ca. 1529, Getty Center)

De bouw van deze nieuwe gotische kerk in Breda was al een flink eind gevorderd – behalve koor en transept waren vrijwel zeker ook al delen van het schip opgetrokken – toen de oude kerktoren het in 1457 begaf en instortte. Elf jaar later, in 1468, werd de eerste steen voor de huidige toren gelegd, waarbij de drossaard (baljuw) van Breda namens Jan IV van Nassau (1410-1475) in het fundament een gouden munt liet inmetselen. Veertig jaar later was het grote werk voltooid en kon het kruis op de torenspits worden geplaatst.

Dat was betrekkelijk snel, want niet alleen was de Bredase toren met ruim 97 meter veruit de hoogste in het noorden van Brabant, maar het gebruik van natuursteen maakte de bouw ook nog eens tot een buitengewoon kostbare onderneming. Vaak wordt beweerd dat bedevaartgangers naar het Sacrament van Niervaart de bouw van de toren bekostigd zouden hebben, maar vrijwel zeker hebben de stad en de Nassaus meer bijgedragen.

Grote kerk breda

De toren van de Grote Kerk van Breda. (Foto: Anoniem, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

In constructief opzicht mag het Bredase torenontwerp dan zijn tekortkomingen hebben – de oostelijke steunberen zijn niet tot beneden doorgetrokken en brengen de toren eerder uit balans dan dat ze het steunen – de toren maakt met zijn steunberen op elke hoek en zijn achtkantige lantaarn een sierlijke en rijzige indruk. Ook het gedetailleerde gotische steenhouwerswerk waarmee het is bekleed, draagt bij aan zijn karakteristieke charme. Een brand na blikseminslag in 1694 veroorzaakte veel schade aan de toren. Het herstel vergde jaren en werd in 1702 afgerond met de bouw van de huidige elegante spits, die toch aansluit bij het gotische metselwerk van twee eeuwen daarvoor.

 

Bronnen

Van Leeuwen, W., De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant, Zwolle, 2012.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.