Het Turfschip van Breda

Turfschip Breda, Historische Verzameling Kasteel van BReda

“Het Kasteel van Breda door Soldaaten, in een Turfschip verborgen, verovert 1590“ Knechten dragen in manden de turf op de zolder van het arsenaal. De Italiaanse wacht verzuimt het lossen te controleren. (Bron: J. Luyken, Collectie Historische Verzameling KMA)

List en bedrog, hinderlaag en verraderlijke moord zijn altijd ingrediënten bij oorlogsvoering. Maar het kan goed zijn dat Maurits van Oranje (1567-1625) zijn lessen Griekse geschiedenis herinnerde toen de plannen voor de herovering van Breda werden gesmeed. Ook zijn vader, prins Willem van Oranje (1533-1584), zou ooit de mogelijkheid hebben geopperd Breda via het water terug in bezit te krijgen. Hoe dan ook, er wordt in 1590 een plan gesmeed in elkaar gezet om de list met het Paard van Troje nog eens in Brabant te herhalen.

De verwachting was dat het garnizoen van gouverneur Odoardo Lanzciavecchia minder waakzaam zou zijn. Het was immers carnaval. Door wat schijnbewegingen en overplaatsingen van Staatse troepen was de gouverneur misleid en naar Geertruidenberg vertrokken; het commando had hij aan zijn zoon, de 25-jarige kapitein Paolo Antonio Lanzciavecchia, overgedragen.

Portret van Charles de Héraugière (bron: Rijksmuseum)

Portret van Charles de Héraugière. (Bron: Anoniem, 1590, Rijksmuseum)

Het plan was om commandant Charles de Héraugière met zijn soldaten te verstoppen op een turfschip. Boven aan dek de gestapelde turf, onder in het provisorische ruim de zeer bekrompen schuilplaats voor de 75 Staatse soldaten. Schipper Adriaan van Bergen’s familie kende de plaatselijke wachters, omdat zij geregeld turf mochten leveren aan het garnizoen dat op het Kasteel van Breda is gelegerd. Hij kreeg de opdracht om zijn turfschip stroomafwaarts, in de directe omgeving van Zevenbergen gereed te houden.

Bij schipper van Bergen liep niet alles van een leien dakje. Dronkenschap en ijsgang vertraagden het vertrek. In de vroege ochtend zaterdag 3 maart vertrok men dan eindelijk vanuit Zevenbergen, rond de middag was het schip bij de eerste controle aan de sluitboom bij de wallen. Zonder al te grote problemen werd het schip naar binnen geleid, geholpen door Italiaanse soldaten, die maar wat blij waren dat er weer turf was in deze koude Hollandse winter.

Eerst werden diverse wachtposten voorzien, daarna moest de turf op de zolder van het aan de haven gelegen Arsenaal worden opgeslagen. Het lossen werd voortvarend ter hand genomen, zo zeer zelfs dat de schipper bevreesd werd dat al spoedig de ingelegde dekplanken zichtbaar zouden worden. Invallende duisternis en wat geld van de schipper om een extra carnavalsbiertje te nemen voorkwamen dit echter.

Maquette Turfschip Breda, Kasteel van Breda

Deze maquette van het kasteel van Breda, inclusief turfschip, staat opgesteld in het kasteel. (Bron: Kasteel van Breda)

Alle rechten voorbehouden

Omstreeks middernacht gaf commandant Charles de Héraugière het bevel om aan land te gaan. De in directe omgeving van de haven aanwezige schildwachten werden eerst uitgeschakeld. De jonge Lanciavecchia werd na heftige gevechten teruggedrongen in het hoofdgebouw van het Kasteel van Breda. Hij deed nog een aanvalspoging maar moest zich daarna overgeven.

Het in de stad gelegerde deel van het Italiaanse garnizoen sloeg op de vlucht en slaagde er niet meer in het kasteel te ontzetten. Even later werden de poorten van de stad geopend voor de soldaten van legerleider Philips van Hohenlohe. Breda was weer in handen van de Nassau’s. Men zegt dat korte tijd later Maurits, in gezelschap van diens halfbroer Justinus (1559-1631), het kasteel van zijn voorvaderen heeft bezocht.

De Staatse overwinnaars werden rijkelijk beloond. Zilver en extra soldij voor bevelvoerders en manschappen. De Héraugière werd bovendien tot gouverneur benoemd. Voor de Spaanse koning was het een pijnlijke en gevoelige nederlaag. Odoardo de Lanchiavecchia werd met nog enkele officieren en de korporaal van de wacht te Brussel onthoofd. Het schip kreeg, totdat de Spanjaarden weer terugkwamen in 1625, een ereplaats op het kasteelcomplex.

 

Bronnen

Brekelmans, F. e.a., Geschiedenis van Breda, Schiedam, 1977.

Fagel, R., Kapitein Julián: De Spaanse held van de Nederlandse Opstand, Hilversum, 2011.

Jurriaanse, M., De Inboedel van het Kasteel van Breda in 1567, Utrecht, 1935.

Van Goor, T., Beschrijving der Stadt en Lande van Breda, ’s Gravenhage, 1744.

Van der Hoeven, G., Geschiedenis van de Vesting Breda, Breda, 1886.

Roest van Limburg, T., Het Kasteel van Breda, Schiedam, 1903.

Rodriguez Pérez, Y., De Tachtigjarige Oorlog in Spaanse ogen, Nijmegen, 2003.