Dora en Denise over de film Jong in Brabant (editie Etten-Leur)

Etten-Leur Jong in Brabant

Beeld uit de film Jong in Brabant; editie Etten-Leur (Bron: vervaardigd door Phalera Filmworks, Erfgoed Brabant, 2010).

Alle rechten voorbehouden

In 2011 is het project Jong in Brabant geprogrammeerd, een project over jongerencultuur nu en toen. Historische filmbeelden van Johan Adolfs (1917-1977) speelden een belangrijke rol in dit project. Adolfs liet tussen 1950 en 1970 zo’n 1500 Nederlandse dorpen op film vastleggen, waaronder Aalst, Berkel-Enschot en Etten-Leur. De filmactie was destijds bedoeld als reclamemiddel voor lokale verenigingen: harmonieën, fanfares en schutterijen organiseerden in hun dorp de opnames en de vertoning.

Naar aanleiding van de oude beelden van hun dorp maakten jongeren (12-13-jarigen) samen met een regisseur een film met oude en nieuwe beelden over hun leven in Aalst, Berkel-Enschot of Etten-Leur. In de films Jong in Brabant; editie Etten-Leur, Jong in Brabant; editie Aalst en Jong in Brabant; editie Berkel-Enschot werden er vergelijkingen getrokken en verschillen opgemerkt over hoe het is om tegenwoordig jong te zijn en hoe dat was in de periode 1950-1970.

De nieuwe en oude films werden vertoond in scholen, gemeenschapshuizen en seniorencentra. Op deze avonden werden verhalen over jongerencultuur van nu en toen verzameld. Deze verhalen waren terug te lezen in lokale kranten en huis-aan-huisbladen van Aalst, Berkel-Enschot en Etten-Leur. Tijdens de filmavond in Etten-Leur interviewden we Dora en Denise, oma en kleindochter nadat zij de film Jong in Brabant; editie Etten-Leur hadden gezien.

Ja, ze herkent veel, zegt Dora over de oude filmbeelden die voorbij zijn gekomen. Ze is opgegroeid in Hoeven, hoewel het huis waar zij woonde officieel in Etten stond. De verschillen tussen de jeugd van Dora, die bijna 75 wordt, en de jeugd van Denise, 16 jaar oud, zijn enorm. Hoewel Denise de hele week op school zit, heeft ze meer vrije tijd dan haar oma had op haar leeftijd. Ook in huis hoeft ze minder te doen: ze ruimt met haar zusje de vaatwasser in en uit. "En ik moet ook stofzuigen, maar dat doe ik eigenlijk niet zo vaak."

Heel anders was dat voor Dora, de oudste van negen kinderen. Zij ging na de lagere school, op haar twaalfde, niet naar de middelbare school, maar meteen aan het werk. "Ik moest letterlijk de boer op," vertelt ze. Ze werkte in de huishouding op een boerderij, de eerste paar jaar woonde ze daar zelfs. "Nee, ik vond het niet leuk," blikt ze terug. "Het was zwaar werk, zonder wasmachine of stofzuiger." Ook bij haar ouders hielp ze veel mee in huis: ze was tien toen de jongste kinderen werden geboren en nam veel taken over van haar moeder. "Je zou bijna kunnen zeggen dat ik de jongsten heb grootgebracht," zegt ze. Kan Denise zich dat wel voorstellen? "Nee!" zegt zij. 'Wij gaan gewoon naar school, en daarna winkelen, naar de bioscoop of iets anders leuks doen."

En muziek, luisterde Dora daar wel naar toen ze jong was? "Nee", zegt ze resoluut. "Wij hadden geen radio, en een tv al helemaal niet." Gelukkig hadden zij en haar broers en zussen veel plezier van hun grote tuin: ze groeven er bijvoorbeeld burchten, om de verveling te verdrijven. "Want er was geen sport of niks," legt Dora uit. Een groot verschil met Denise, die al jaren aan korfbal doet. Denise kán zich bijna niet vervelen, met internet, en spelletjes op de WII of de PSP. De verschillen tussen de jeugd van Dora en Denise zijn dus groot. Zijn er eigenlijk nog wel overeenkomsten tussen het Etten-Leur van toen en van nu? Ze denken allebei diep na. Dan zegt Denise met een lach: "Ja, dat de kerk er nog staat!"

Deze getuigenis is opgenomen in het kader van het project Jong in Brabant en is onderdeel van het thema Levensloop.